Tentamen groepsdynamica
Versie 1
1. TGI en interacte an Remmerswaal en Goossens uitleggen en o ereenkomsten: (deze raag had ik)
Goossens en Remmerswaal
Een handige manier om meer zicht te krijgen op de soort an een groep is de HHH-formule an Goossens en
Remmerswaal. Deze richt zich op de doelen an een groep.
Hoofd: kennis, erwer en an kennis en informateo erdracht, communicate op inhoud en procedureni eau
Hart: ge oel, gericht op er aring en bele ing an de groep, emotonele spankracht ergroten. Communicate op
interacte en bestaansni eau.
Handen: gedrag/daadkracht, aardigheden en competentes, aanleren en oefenen an nieuw gedrag. Leerproces
staat centraal, communicate op procedureni eau.
TGI (Cohn):
Een an de centrale methodische uitgangspunten is het dynamisch balanceren. De begeleider streef een balans na
tussen de 4 componenten.
HET/TAAK: gezamenlijke doelen/taken, het thema, inhoud/procedure ni eau
WIJ: samenwerkingsprocessen, de interacte, interacteni eau
IK: welzijn en inzet indi iduele leden, de chairperson, bestaansni eau
CONTEXT: an belang zijnde contextuele factoren, globe, contextni eau
Het balanceren be ordert een createf en ruchtbaar samenwerkingsproces. Juiste balans is afankelijk an ni eau
an groepsontwikkeling en gekozen leiderschapsstjl. Grondregel, zelf erantwoordelijkheid (be your own
chairperson). Storingen hebben oorrang.
Heef een gelijkenis met de i ni eaus an groepsfunctoneren an remmerswaal (het EI, inhoud, procedure,
interacte, bestaan, context)
De o ereenkomsten:
Beide zijn gericht op de erschillende ni eaus in het communiceren. Inhoud, procedure, interacte en
bestaansni eau. Waarbij TGI het contextni eau ook nog meeneemt. Groepen functoneren tegelijkertjd op twee
ni eaus, taakgericht en sociaal emotoneel. Inhoud en procedureni eau zijn het taakni eau. Sociaal-emotoneel zijn
het interacteni eau en bestaansni eau.
Er ligt een nadruk op toenemende zelfepaling en autonomie an de groep. Gaat uit an wat er tussen mensen
speelt. De basis an beide komt oort uit de theorie an het polariteitenmodel, die uitgaat an wat er tussen
personen afspeelt. Er is sprake an polariteiten tussen interacte en stlte, intellect en ge oel, interdependente en
autonomie (wij-gerichtheid en ik gerichtheid). Speelt in het heden.
2. 8 Teamrollen an Belbin (OBUDVVAG) (deze raag had ik, uitleggen nac case welke rol het is en kenmerken
beschrij en)
De 8 rollen zijn noodzakelijk oor het succes an het team. Later toege oegd specialist en stuiterbal). Bij teams draait
het om e enwicht: indi iduen die elkaars persoonlijkheid aan ullen en tegenwicht bieden. De 8 rollen zijn ontstaan
uit 4 basismodaliteiten: oelen, willen, denken & doen (ontwikkel je als kind in die olgorde), deze worden
er olgens erdeeld in primaire ( anuit zichzelf) en secundaire (wat op hen afomt) producenten.
Organisator (bedrijfsman): praktsch, goed an ertrouwen, tolerant & behoudend, werkt ordelijk
Brononderzoeker (ontdekker): netwerker, blinken niet uit in bedenken nwe ideeën, maar eerder die an anderen
o ernemen & combineren.
Uitvinder (plant): slim, intro ert, zachtaardig en gespannen
Doordenker (monitor): bo engemiddeld intelligent & belangeloos objectef. Heef altjd gelijk, maar is niet origineel.
Is enige die qua intellect de uit inder aan kan.
Vormgever (vormer): extra ert, o er loed aan energie en prestatedrang. Achterdochtg, realistsch, opportunistsch
en reageert hefig op teleurstelling en irritate, maar is ook eerkrachtg, onbe reesd & astberaden. Brengt
ingezakte groep in acte
Voorzitter (aanvoerder): dominant en sterk moreel betrokken op externe doelen. On erstoorbaar bij onenigheid,
realistsch & enthousiast. Houdt ergadering in de hand. Op kritsche momenten eenheid bewaren.
Afmaker (zorgdrager): aandacht oor details is an groot belang. Gespannen, maar gedisciplineerd, intro ert en
maken zich zorgen om wat fout kan gaan. Maken af waar team aan begonnen is.
Groepswerker: stelt teambelang bo en eigen belang. Be ordert de teamgeest en samenwerking. Helpt conficten te
ermijden.
, Basismodalitei Rol Belbin Primair Secundair
t
DOEN Organisator & Organisator (bedrijfsman) Ontdekker (brononderzoeker)
Brononderzoeker
DENKEN Uit inder & Doordenker Uit inder (plant) Doordenker (monitor)
WILLEN Vormge er & Voorziter Vormge er Voorziter (aan oerder)
VOELEN Afmaker & Groepswerker Afmaker (zorgdrager) Groepswerker
Ik ben, ormer (17%), bedrijfsman (16%) en zorgdrager (1i%)
3. Quinn, welke rollen moet de leider aannemen bij een open systeem model: (deze raag had ik ook, zorg dat
je de kenmerken kent)
Leiderschap in organisates heef 4 fundamentele oriëntates.
Innovatiegericht: nadruk op groei en ontwikkeling an nwe producten en diensten. Open System model
Resultaatgericht: realiseren an een goed en concurrerend eindproduct staat centraal. Ratonal Goal Model
Beheersgericht: nadruk ligt op heldere regels en procedures. Internal Proces Model
Mensgericht: medewerkers staan centraal. Human Relatons Model
De 4 oriëntates staan op gespannen oet met elkaar. Kent 2 polariteiten.
Flexibiliteit ersus beheersing
Interne gerichtheid ersus externe gerichtheid.
Een leider moet aandacht ge en aan alle 4 de gebieden. Er zijn 8 leiderschapsrollen olgens Quinn
Open System model:
1.Inno ator: ernieuwer, durf risicoos aan, impro iseren, originele ideeën
2.Bemiddelaar: netwerker, reputate en imago is heel belangrijk, accent ligt op relates en efectef onderhandelen,
weet te enthousiasmeren en mot eren.
Rational Goal Model:
3.Producent: taakgericht, accepteert erantwoordelijkheid, moedigt andere aan.
4. Bestuurder: koersbepaler, weet aak anderen oor zich te winnen.
Internal Proces Model:
i.Coordinator, maakt afspraken o er wie wat doet, wanneer en bewaakt oortgang en resultaten
6. Controleur, analist, wil controle hebben o er alles, sterk in analyse en rapportage
Human Relations Model
7.Stmulator: teambouwer en facilitator, creëert draag lak
8. Mentor: eel aandacht oor persoonlijke ontwikkeling, doorziet anderen.
Een leider moet erschillende rollen kunnen er ullen afankelijk an de situate, het doel of tussendoel.
4. Twee interactes beschrij en om rije ruimte te benuten bij het Johari enster (deze raag had ik)
Vernoemd naar Joe Luf en Harry Ingham. Een oudig model dat eranderingen erduidelijkt in hoe iemand anders
zichzelf ziet en hoe hij door andere wordt gezien.
4 kwadranten:
A. Vrije ruimte: gebied an de rije act iteit, dagelijks optreden, bekend bij mij en anderen
Methode om rije ruimte te ergroten: Zelfonthulling (zelfdisclosure), informate prijs ge en o er jezelf
( erkleint gebied B). Feedback ragen en krijgen ( erkleint gebied C)
B. Pri e-persoon:gedrag dat bekend en is en me bewust an ben en wil erbergen, alleen bekend bij mij
C. Blinde Vlek: oor anderen bekend en zichtbaar, maar zelf niet an bewust (slechte adem)
D. Onbekend: processen in het onderbewuste, domein d psycho-analyse
Trainingsdoelen die mb feedbackprocessen bereikt kunnen worden zijn, B en C kleiner maken en A uitbreiden.
Vergroten an de rije ruimte an ieder groepslid en bewust worden an blinde lekken.
i. Drama driehoek an Karpman beschrij en (deze raag had ik)
Is een model uit de Transactonele analyse (TA) ter erklaring an astlopende processen in communicate. Er
worden 3 rollen onderscheiden:
Aanklager (linksbo en, in de roos tegeno er-bo en= agressief/compettef), bestrafend en erwijtend
Redder (rechtsbo en, in de roos Bo en-naast= leiden/helpend), goede raad en ad ies en sterk in onge raagd helpen
