Samenvatting
Relatievermogensrecht
Week 1: Inleiding relatievermogensrecht
1. Inleiding relatevermogensrecht
2. Verschillende samenlevingsvormen
3. Rechten en verplichtngen partners
4. Rechtsgevolgen aangaan huwelijk/ partnerschap/ samenlevingsovereenkomst.
Inleiding
Het huwelijk moet worden beschouwd als een duurzame levensverbintenis tussen een man en een
vrouw. Sinds 2014 hebben naast het heterohuwelijk ook het lesbische huwelijk, het geregistreerd
heteropartnerschap en het geregistreerd lesbisch partnerschap afstammingsrechtelijke gevolgen. Dit
geld voor het homohuwelijk en geregistreerd homopartnerschap niet, die hebben geen
afstammingsrechtelijke gevolgen. Er zijn vier wetelijk geregelde rechtsfgurenn
1. Het heterohuwelijk;
2. Het homohuwelijk;
3. Het geregistreerd heteropartnerschap; en
4. Het geregistreerd homopartnerschap.
De vereisten tot het aangaan van een huwelijk kunnen worden onderverdeeld in twee groepenn
materiële (inwendige) vereisten en formele (uitwendige) vereisten.
De inwendige vereisten zijnn
a) Leefijdsvereiste
Iemand moet de leefijd van 18 jaar hebben bereikt om een huwelijk te kunnen aangaan, artkel 1n31
BW. Er bestaan hier geen uitzonderingen op. Op grond van artkel 1n223ha meerderjarig verklaarde
zesten- en zeventenjarige vrouwen kunnen geen huwelijk aangaan, omdat artkel 1n31 BW hiertoe
vereist dat zij de leefijd van achten jaar hebben bereikt en dus niet dat zij meerderjarig zijn.
b) Geen gestoorde geestvermogens
Men moet feitelijk bekwaam zijn om rechtsgeldig een huwelijk te kunnen aangaan, artkel 1n32 jo.
3n29 BW. Het feit dat een persoon juridisch handelingsonbekwaam is, omdat hij wegens zijn
geestelijke toestand onder curatele is gesteld, artkel 1n378 lid 1 onder a BW, behoef aan een
rechtsgeldig huwelijk niet in de weg te staan.
c) Verbod van bi- en polygamie
De aanstaande echtgenoten moeten beide ongehuwd zijn, artkel 1n33 BW. Indien de ene echtgenoot
is vermist, ten aanzien van hem door de rechter is verklaard dat er rechtsvermoeden van overlijden
bestaat, artkel 1n413 BW, en een akte van overlijden die de ambtenaar van de burgerlijke stand is
opgemaakt, artkel 1n417 BW, tenslote de andere echtgenoot een nieuw huwelijk of geregistreerd
partnerschap aangaat en vervolgens de echtgenoot nog in leven blijkt te zijn, is er dan sprake van
bigamie? Nee, artkel 1n149 onder b bepaalt dat het huwelijk met de vermiste eindigt, indien de
vermiste vermoedelijk overleden dan wel overleden is verklaard, op de dag waarop de
achtergebleven echtgenoot een huwelijk of geregistreerd partnerschap aangaat, nog in leven is.
1
, d) Toestemmingsvereiste
Als iemand onder curatele is gesteld, moet ter beantwoording van de vraag of hij een huwelijk mag
aangaan, onderscheid worden gemaakt tussen het geval waarop hij wegens gewoonte van drank- of
drugsgebruik onder curatele staat, artkel 1n378 lid 1 onder b, en het geval waarin hij wegens zijn
lichamelijke of geestelijke toestand onder curatele staat, artkel 1n378 lid 1 onder a BW.
a. Onder curatele voor drank- of drugsgebruikn de onder curatele gestelde blijf
bekwaam tot het verrichten van familierechtelijke handelingen, artkel 1n382 BW,
waaronder ook het aangaan van een huwelijk. Vereistenn
i. Toestemming van de curator artkel 1n37 lid 1 BW
ii. Of vervangende toestemming kantonrechter artkel 1n37 lid 2 BW
b. Onder curatele wegens lichamelijke of geestelijke toestandn het is onterecht dat de
onder curatele gestelde onbekwaam is tot het aangaan van een huwelijk. Het
tegendeel blijkt namelijk uit artkel 1n38 BW, waaruit kan worden opgemerkt dat er
toestemming van de kantonrechter nodig is.
e) Geen te nauwe bloedverwantschap
Volgens artkel 1n41 lid 1 BW mag een huwelijk niet worden gesloten tussen hen die elkander, hetzij
van nature hetzij familierechtelijk, bestaan in de opgedane en in de nederdalende lijn of als broeders,
zusters of broeder en zuster. Andere bloedverwanten in de zijlijn, dus die vanaf de derde graad,
mogen wel met elkaar huwen. Hierbij kan je denken aann
- Oom – Tante/ Neef – Nicht
- Volle neef – Volle nicht
Het gaat in artkel 1n41 BW zowel om biologische betrekkingen als om familierechtelijke
betrekkingen.
- Als een mand een meisje wel heef erkend, maar niet heef verwekt, kan hij geen
huwelijk met haar aangaan, omdat tussen hen weliswaar in biologische zin geen
bloedverwantschap bestaat, maar in juridische zin wel.
Als een man een kind erkend en krachtens artkel 1n41 BW geen huwelijk met de moeder mag
sluiten, is deze erkenning nietg op grond van artkel 1n204 lid 1 onder a BW. In artkel 1n42 lid 2 BW
wordt bepaald dat de Minister van Justte om gewichtge redenen onthefng van het verbod kan
verlenen aan gen die broeders, zusters of broeder en zuster door adopte zijn.
f) Geen geregistreerd partnerschap
Tussen echtgenoten mag geen geregistreerd partnerschap bestaan, artkel 1n42 lid 2 BW. Het
huwelijk en geregistreerd partnerschap sluiten elkaar uit.
Kortom zijn de materiële (inwendige) vereistenn
- Leefijdsvereiste;
- Geen gestoorde geestvermogens;
- Verbod van bi- en polygamie;
- Toestemmingsvereiste;
- Geen te nauwe bloedverwantschap;
- Geen geregistreerd partnerschap.
2
, Rechten en verplichtingen van echtgenoten
De bepalingen in ttel 1.6 BW zijn deels dwingend recht (bijvoorbeeld art. 1n81 en 1n88 BW) en deels
regelend recht (bijvoorbeeld art. 1n84 BW). De bepalingen zijn toepasselijk ongeacht het
huwelijks-/partnerschapsgoederenregime. Titel 1.6 BW is echter niet van toepassing op van tafel en
bed gescheiden echtgenoten (art. 1n92a BW). Door de schakelbepaling van art. 1n80b BW geldt ttel
1.6 BW ook voor geregistreerde partners.
Artkel 1n81 BWn Getrouwheid, hulp en bijstandn verschafng van het nodige
‘’ Echtgenoten zijn elkander getrouwheid, hulp en bijstand verschuldigd. Zij zijn verplicht elkander
het nodige te verschafen ‘’. De eerste zinn echtgenoten zijn elkander getrouwheid, hulp en bijstand
verschuldigd heef vooral een niet-materiële, emotonele betekenis. De regel leert iets omtrent de
aard van het huwelijk als duurzaam samenlevingsverband.
De tweede zinn zij zijn verplicht elkander het nodige te verschafen. Hierin ligt de wederzijdse
zorgplicht voor elkaar. De ene echtgenoot dient de andere echtgenoot te laten delen in zijn welvaart.
Artkel 1n81 BW werkt slechts gedurende het bestaan van het huwelijk en mits de echtgenoten niet
van tafel en bed zijn gescheiden. Na scheiding van tafel en bed en echtscheiding wordt doormiddel
van alimentate inhoudt gegeven aan de door het huwelijk ontstane lotsverbondenheid, artkel 1n127
jo. 1n169 lid 2 BW.
Artkel 1n82 BWn verzorging en opvoedingn levensonderhoud en studie
Echtgenoten zijn niet slechts tegenover hun (minderjarige) kinderen tot verzorging en opvoeding
verplicht, artkel 1n247 BW, maar ook jegens elkaar, artkel 1n82 BW.
‘’Echtgenoten zijn jegens elkaar verplicht de tot het gezin behorende minderjarige kinderen te
verzorgen en op te voeden en de kosten van die verzorging en opvoeding te dragen’’.
Artkel 1n82 spreekt over de tot het gezin behorende kinderen. Hiermee worden ook de
(minderjarige) stefkinderen en kinderen die in het gezin worden verzorgd en opgevoegd, zoals
pleegkinderen, bedoeld. Verzorging en opvoeding spelen gedurende de minderjarigheid van het kind.
Jegens kinderen die de leefijd van achten jaar hebben bereikt en nog geen 21 jaar oud zijn, bestaat
voor de ouders de verplichtng te voorzien in de kosten van levensonderhoud en studie, artkel
1n392a lid 1 BW.
Artkel 1n83 BWn Recht op informate
In artkel 1n83 BW is een wederzijds recht op informate over de vermogensposite van de ander
opgenomen. Desgevraagd dient de ene echtgenoot aan de andere inlichtngen te verstrekken over
het gevoerde bestuur, alsmede over de stand van hun goederen en schulden.
De informateplicht is niet alleen van belang voor de bepaling van de bijdrage aan de bestrijding van
de kosten van de huishouding, maar in het algemeen voor een goed beeld van de onderlinge
vermogensrechtelijke betrekkingen.
3