Onze Constitutie
Week 1
Hoofdstuk 1
P. 34 Er bestaat ook buitengrondwettelijk constitutioneel recht: zoals het Statuut en
Organieke wetten.
P. 36 Ongeschreven constitutioneel recht: zoals jurisprudentie en constitutioneel
gewoonterecht zoals prinsjesdag. Conventies zoals de vertrouwensregel.
P. 37 Iets is gewoonterecht als er regelmatig terugkerend gedrag is en er sprake is
van algemene rechtsovertuiging.
P. 37 Formele constitutie is de Grondwet. Materiële constitutie zijn alle constitutionele
rechtsregels inclusief de ongeschreven regels en beginselen.
Hoofdstuk 4
P. 96 Een staats heeft a) een permanente bevolking b) afgebakend territorium c)
Overheid met effectief gezag d) erkenning
P. 97 Soevereiniteit twee betekenissen: 1. Staat heeft de hoogste macht en andere
staten mogen zich niet met aangelegenheden binnen die staat bemoeien. 2.
Soevereiniteit geeft ook aan wie de hoogste macht heeft: in NL het volk.
P. 98 Democratische rechtstaat: a) Staat gebonden aan het recht b) de vrijheid van
burgers voorop staat c) overheidsmacht is verdeeld d) leiders door het volk
aangewezen e) volk direct of indirect aandeel heeft in het vaststellen van regels.
P. 99 Federale staat (verschillende onderdelen hebben eigen bevoegdheden),
confederatie (los statenverband) eenheidsstaat (macht bij een centrale overheid,
maar ook gedecentraliseerde eenheidsstaat mogelijk).
P. 101 Onderscheid tussen parlementaire en presidentiële stelsels. President meestal
geen verantwoording verschuldigd aan parlement. Semipresidentiële stelsel waarbij
ministers ook verantwoording schuldig zijn aan parlement naast de president, zoals in
Frankrijk.
P. 104 Aan politieke gelijkheid zijn vijf voorwaarden verbonden: Effectieve participatie,
gelijk stemrecht, verplichte begripsvorming, beheersing van de agenda en inclusie van
volwassenen.
P. 105 Dit bovenstaande moeilijk haalbaar voor iedereen. Vele regeren kan ook prima
zijn dan moet er voldaan zijn aan a) Gekozen gemachtigden b) vrije, eerlijke en
redelijk frequente verkiezingen c) vrijheid van meningsuiting d) alternatieve
informatiebronnen e) vrijheid van vereniging f) inclusieve burgerrechten
P. 111 Twee soorten kiesstelsels 1. Meerderheidsstelsels 2. Evenredigheidsstelsels
P. 113 Nederland is een consensusdemocratie oftewel een consociationeel politiek
systeem. Daartegenover staat een majoritaire conflictdemocratie zoals in VS en
Engeland.
P. 124 Democratische legitimiteit is zeer belangrijk. Het bestaat uit: a) democratisch
genomen besluiten (democratie) b) binnen de grenzen van het recht (legaliteit) c) die
ook kunnen overtuigen doordat ze rechtvaardig zijn.
P. 125 Vier vormen ervan: Inputlegitimiteit: veel mensen hebben kunnen meepraten.
Throughputlegitimiteit: gaat om de kwaliteit van het proces, transparant, kenbaar en
fair. Outputlegitimiteit: kwaliteit van de uitkomst, het is effectief, efficiënt of biedt een
tijdige oplossing. Feedbacklegitimiteit: er wordt geleerd van ervaringen die ermee zijn
opgedaan, waarna eventuele bijstelling plaatsvindt.
P. 128 Een besluit is onherroepelijk in de democratie en dat is het afschaffen ervan.
, P. 135 Moderne rechtsstaatgedachte ontwikkelde zicht vanuit het juridische
humanisme. Maar ontwikkelde zich vooral tijdens de verlichting. Er ontwikkelde zich a)
autonomie en zelfbeschikking b) het sociaal contract c) individualiteit
P. 136 Vier beginselen van de rechtstaat: 1. Legaliteit 2. Machtenscheiding 3.
Grondrechten 4. Onafhankelijke rechtspraak.
P. 136 Legaliteitsbeginsel bestaat uit drie onderdelen: a) Heerschappij van het recht b)
wetten algemeen en vooraf kenbaar c) Overheid kan alleen optreden als de wet dat
toestaat.
P. 136 Legaliteitsbeginsel wordt in de Nederlandse Grondwet verondersteld. Het is zo
evident dat je het niet hoeft op te schrijven.
P. 139 Rule of Law gaat het alleen over heerschappij van het recht en toegang tot de
rechter. Niet over de andere twee voorwaarden van de rechtsstaat.
P. 139 Klassieke liberale rechtsstaat is dat de overheid zich zo min mogelijk bemoeit
met de samenleving en de markt ‘laissez-faire’.
P. 140 De sociale rechtsstaat houdt in dat de overheid zich wel inzet om de materiële
ongelijkheid te verkleinen.
P. 141 Rechtstaat en democratie twee verschillende begrippen. Democratie draait om
meerderheden. De rechtsstaat vooral bescherming voor minderheden. De combinatie
zorgt voor gelijkwaardige deelname en minderheden tegen besluiten van
meerderheden te beschermen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper RenRecht. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.