Samenvatting – Inleiding IT-recht (Hoofdstuk 1 t/m 10)
Hoofdstuk 1: Inleiding
1.2: Digitale geletterdheid
Digitale geleteerdeir
- Basiskennis ICT = hoe computers, softare en netterken functoneren
o Hoe om te gaan met veiligheid en privacy
o Tablet = computer (in juridische zin)
- Informatevaardigheden
o Juridische databanken overheid.nl, teten.nl, rechtspraak.nl
o Juridische informatesystemen = computersystemen die juridische informate
verstrekken aan gebruikers ervan.
Databank vereist daarin is op gestructureerde tijze allerlei informate
geplaatst die op eenvoudige manier terug kan torden gevonden of aan
andere informate kan torden gekoppeld.
o Juridische kennissystemen kunnen zelf tot juridische beslissingen komen
CJIB
- Mediatijsheid = kennis, vaardigheden en mentaliteit die nodig zijn om betust, kritsch en
actef om te gaan met media.
o Sextng
- Computatonal thinking = de vaardigheid om problemen met de hulp van computers op te
lossen.
o Algoritme = een serie geordende stappen om een probleem op te lossen of een
bepaald doel te bereiken.
o Decomposite = abstract en geordende opdelen van een probleem in deelproblemen.
1.3: Kenmerken van het IT-recht
4 kenmeeken IT-eecdt:
1. Houdt zich bezig met interne rechtsvergelijking
2. Is inherent multdisciplinair juridische vragen torden opgeroepen door de technologische
onttikkelingen
3. Juridische problemen moeten vaak op grondrechtelijke niveau torden geanalyseerd
vantege de dynamische onttikkelingen op het gebied van IT
o Arrest Lycos/Pessers
o Of een inbreuk gerechtvaadigd is, moet torden beoordeeld aan de hand van de
volgende omstandigheden:
De mogelijkheid dat informate, op zichzelf beschoutd, jegens de derde
onrechtmatg en schadelijk is, is voldoende aannemelijk
De derde heef een reëel belang bij de verkrijging van de NAW-gegevens
Aannemelijk is dat er in het concrete geval geen minder ingrijpende
mogelijkheid bestaat om de NAW-gegevens te achterhalen
Afteging van de betrokken belangen van de derde, de serviceprovider en de
tebsitehouder brengt mee dat het belang van de derde behoort te
prevaleren.
4. Transnatonaal karakter niet alleen natonaal, IT-recht kent geen landsgrenzen
1
,1.4: Governance en IT-recht
Inteenet goveenance = de onttikkeling en toepassing door overheden, de private sector en het
maatschappelijke middenveld van gedeelde principes, normen, besluitvormingsprocedures en
programma’s die de onttikkeling en het gebruik van het internet vormgeven.
- Er zijn meer partjen dan alleen de overheid bij betrokken
- Meer instrumenten dan alleen juridische regels kunnen de onttikkeling en het gebruik van
het internet vormgeven
- Balanceer act tussen private en publieke maatregelen
Instrumenten voor regulering (Lessig)
- Juridische regels
- Sociale regels
- Marktterking
- Techniek
2
,Hoofdstuk 2: De AVG in vogelvlucht
2.1: Inleiding
Belangrijkste vraag IT-recht: ‘Hoe moet torden omgegaan met persoonsgegevens?’ vanaf 25 mei
2018 is de Algemene verordening persoonsgegevens (AVG) van toepassing = opvolger Wet
bescherming persoonsgegevens (Wbp).
AVG is vastgesteld op grond van art. 16 lid 2 VtEU
- Lid 1: een ieder heef recht op bescherming van zijn persoonsgegevens
- Lid 2: opdracht Europees Parlement en de Raad om hierover voorschrifen vast te stellen
Art. 1 AVG zotel het belang van de bescherming van de grondrechten als het belang van het vrije
verkeer, moeten in de AVG met elkaar in overeenstemming torden gebracht niet de bedoeling
dat de AVG in de teg staat aan het gebruiken en verterken van persoonsgegevens, het gebruik van
deze gegevens moet echter tel op een zorgvuldige en nete tijze gebeuren.
Op grond van art. 288 VtEU heef een EU-verordening (dus de AVG) een rechtstreekse terking
maar de AVG bevat een groot aantal delegatebepalingen die nader moeten torden uitgeterkt
niet alle regels staan dus in de AVG.
- Voor Nederland staan deze bepalingen in de Uitvoeringstet AVG
2.2: Basisbegrippen
4 doofreolspelees AVG
- Betrokkene (art. 4 aanhef en sub 1 AVG) = een geïdenticeerde of identiceerbare
natuurlijke persoon
o Is altjd een natuurlijk persoon
o De betrokkene heef bepaalde rechten en de verterkingsveranttoordelijke moet
bepaalde beginselen in acht nemen en heef verplichtngen.
- Verterkingsveranttoordelijke (art. 4 aanhef en sub 7 AVG) = een natuurlijke persoon of
rechtspersoon, een overheidsinstante, een dienst of een ander orgaan die/dat, alleen of
samen met anderen, het doel van en de middelen voor de verterking van persoonsgegevens
vaststelt.
o Heef de veranttoordelijkheid over de aan hem toevertroutde persoonsgegevens
van de betrokkene.
o Gezamenlijke veranttoordelijkheid (art. 26 AVG)
- Toezichthoudende autoriteit (art. 4 aanhef en sub 21 AVG) = een door een lidstaat op grond
van art. 51 AVG ingestelde, onafankelijke overheidsinstante
o Art. 51 AVG: elke lidstaat tijst 1 of meer overheidsorganen aan als toezichthouder
o In Nederland is de Autoriteit Persoonsgegevens aangetezen als de
toezichthoudende autoriteit (art. 6 Uitvoeringstet AVG)
- Verterker (art. 4 aanhef en sub 8 AVG) = een natuurlijke persoon of rechtspersoon, een
overheidsinstante, een dienst of een ander orgaan die/dat ten behoeve van de
verterkingsveranttoordelijke persoonsgegevens verterkt.
o Handelt in opdracht van de verterkingsveranttoordelijke, maar maakt geen deel uit
van zijn organisate.
Peesoonsgegeven (art. 4 aanhef sub 1 AVG) = alle informate over een geïdenticeerde of
identiceerbare natuurlijke persoon (de betrokkene).
- Identiceerbaarheid = tanneer de betrokkene direct of indirect kan torden geïdenticeerd
aan de hand van een gegeven
3
, o Indirecte identicate = gegevens die niet direct naar een persoon zijn te herleiden,
maar in combinate met andere gegevens tel
- Bijzondere persoonsgegevens (art. 9 lid 1 AVG) vaak gegevens op grond taarvan mensen
gediscrimineerd of achtergesteld kunnen torden verterken van deze gegevens is in
beginsel verboden, en slechts onder strikte voortaarden toegestaan.
Veeweeken (art. 4 aanhef en sub 2 AVG) = een beterking of een geheel van beterkingen met
betrekking tot persoonsgegevens of een geheel van persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd via
geautomatseerde procedés elke mogelijke handeling met een gegevens tordt als verterking
aangemerkt).
- Ook vertijdering is verterking
2.3: Het toepassingsgebruik van de AVG
De AVG ziet op de geheel of gedeeltelijk geautomatseerde verterking, alsmede op de verterking
van persoonsgegevens die in een bestand zijn opgenomen of die bestemd zijn om daarin te torden
opgenomen (art. 2 lid 1 AVG).
- Bestand (art. 4 aanhef en sub 6 AVG) = een gestructureerd geheel van persoonsgegevens die
volgens bepaalde criteria toegankelijk zijn
- Uitzonderingen art. 2 lid 2 AVG
Rundfunk-arrest = het toepassingsbereik van de richtlijn kan niet afangen van de vraag of de
concrete situate voldoende verband houdt met de in het Verdrag getaarborgde vrijheden AVG
heef een ruim toepassingsbereik en geldt ook voor overheidsorganen, stchtngen of verenigingen
die zich niet rechtstreeks met Unierecht bezig houden.
Dexia-arrest = analoge banden met geluidsopnamen, die betaard torden met het oog op de
procesposite van de verterkingsveranttoordelijke, zijn bedoeld om in een bestand te zijn
opgenomen.
Lindqvist-arrest = er is sprake van een zuiver persoonlijke of huishoudelijke actviteit tanneer de
verterking uitsluitend betrekking heef op actviteiten zonder sterk sociale inslag die tot het
persoonlijke of gezinsleven van partculieren behoren niet het geval tanneer persoonsgegevens
op het internet openbaar torden gemaakt.
Art. 3 lid 1 AVG de verordening is van toepassing op de verterking van persoonsgegevens in het
kader van de actviteiten van een vestging van een verterkingsveranttoordelijke of een verterker
in de Unie, ongeacht of de verterking in de Unie al dan niet plaatsvindt = ruim territoriaal
toepassingsbereik.
- Begrip ‘vestging’ ruim uitleggen
Google/Spain-arrest = er is voldaan aan het criterium ‘actviteiten van een vestging van een
veranttoordelijke in de Unie’ tanneer de verterkingsveranttoordelijke een lokale vestging in een
lidstaat van de EU heef die diensten aanbiedt die onlosmakelijke verbonden zijn de
verterkingsactviteiten van de verterkingsveranttoordelijke.
Art. 3 lid 2 AVG de AVG is ook van toepassing als de veranttoordelijke of de verterker niet in de
Unie is gevestgd, en de verterking verband houdt met het aanbieden van goederen of diensten aan
betrokkenen in de Unie of voor het monitoren van hun gedrag dat plaatsvindt in de Unie.
4