Pesten op school
Hoofdstuk 1 – Pesten: definitie, prevalentie, verloop en problematiek
Pesten = een leerling wordt gepest of tot slachtofer gemaakt wanneer hij of zij bij herhaling wordt
onderworpen aan de negateee handelingen ean een of meer medeleerlingen. Deze handelingen zijn
eigenlijk altjd intentoneel en er is bijna altjd een eerschil in macht tussen dader(s) en slachtofer(s).
Drie cruciale kenmerken ean pesten:
De dader heef de bedoeling iemand pijn te doen
Pesten eindt herhaaldelijk plaats en oeer een langere periode
Er is een eerschil in macht tussen dader en slachtofer
Er zijn eerschillende eormen ean pesten:
Fysiek pesten = slaan, schoppen, duwen, knijpen
Verbaal pesten = schelden, beledigen, belachelijk maken, dreigen
Materieel pesten = spullen opeisen, afpakken of kapotmaken
Indirect = relatoneel = sociaal pesten = roddelen, iemand buitensluiten
Cyberpesten = digitaal pesten, pesten eia Social Media, mobiele telefoon of e-mail
Racistsch pesten = schelden of opmerkingen oeer ras of huidskleur
Seksueel pesten = schelden of seksueel getnte opmerkingen of gebaren
Prevalente
Je kunt op eerschillende manieren meten of er gepest wordt:
Kinderen een eragenlijst oeer zichzelf laten ineullen zelfrapportage
Kinderen eullen een eragenlijst in oeer andere kinderen peerrapportage
Ouders en leerkrachten geeen een oordeel oeer wie zij zien als pester/slachtofer
Systematsche obsereates
‘Wie pest wie?’ onderzoekers stellen de eraag wie pest wie aan kinderen. Op deze manier
krijg je een oeerzicht ean het pestgedrag binnen een klas. Slachtofers worden namelijk soms
door een groepje kinderen gepest. Met deze methode kom je achter alle daders.
Uit eerschillende onderzoeken met behulp ean boeenstaande methodes blijkt dat er relatef eeel
kinderen, gemiddeld 25-30%, als dader en/of slachtofer bij pesten betrokken zijn.
Oeer het algemeen is pesten echter afgenomen in de afgelopen jaren. Dit komt waarschijnlijk omdat
er meer aandacht eoor is en er eeel ant-pest protocollen worden geeoerd op scholen.
Sekseverschillen
Jongens zijn oeer het algemeen meer betrokken bij pesten dan meisjes, eooral als dader. Jongens
eertonen eaker directe agressie. Bij indirect pesten is er eigenlijk geen eerschil. Echter meisjes pesten
eooral indirect en weinig direct.
Leeftijdsverschillen
Pesten lijkt toe te nemen gedurende de basisschool, met een piek in de hoogste groepen. Dit komt
omdat de status in de groep belangrijker wordt en kinderen dus meer hun best doen om een hoge
status te bereiken. Op de middelbare school neemt het pesten weer wat af. De eorm ean pesten
eerandert naarmate kinderen ouder worden. Op de basisschool komt direct pesten meer eoor en op
de middelbare school wordt er eooral eerbaal gepest. Vanaf de middelbare school nemen de directe
eormen ean pesten af en is er eaak alleen nog sprake ean indirect pesten, seksueel pesten en digitaal
pesten.
,Stabiliteit van pestrollen
Uit onderzoek blijkt dat de pestrollen eaak relatef stabiel zijn in eerschillende setngs. Dat wil zeggen
dat een pester op school eeengoed een pester op de sportclub is en dat een slachtofer ook risico
loopt in eerschillende situates.
Een kind kan naarmate hij of zij ouder wordt ‘eerstandiger’ worden en dus afnemen in pestgedrag.
Als een kind op latere leefijd echter nog pest, wordt de stabiliteit eergroot. Dit betekent dat op
latere leefijd het een grote kans heef dat het kind in meerdere situates dezelfde pestrol aanneemt.
Op de basisschool wordt er eaak ean klas gewisseld. Indien er sprake is ean pesten, is het slachtofer
eaak degene die naar een andere klas wordt oeergeplaatst. Het blijkt echter dat je beter daders naar
een andere klas kan oeerplaatsen.
De oeergang naar de middelbare school kan positef uiteallen, omdat iedereen met een nieuwe
reputate kan beginnen. Bij daders zien we echter dat ze eaak opnieuw gaan pesten en helaas ook
eoor slachtofers zien we eaak dezelfde rol (in 49% ean de geeallen).
Oeer het algemeen neemt het pesten bij de oeergang naar de middelbare school eerst toe. Een
eerklaring hiereoor is dat er eeel nieuwe kinderen bij elkaar in de klas komen, waardoor de sociale
hiërarchie weer opnieuw moet worden eastgesteld. Na een tjdje, wanneer de sociale hiërarchie
geeormd is, neemt het pesten geleidelijk weer af. Kinderen accepteren dan hun nieuwe posites. Er
blijeen echter altjd een aantal kinderen pesten. Deze kinderen erearen eaak eeel problemen.
Problemen: antecedenten en consequentes van pesten
Emotonele problemen zoals angst en depressie kunnen een oorzaak of een geeolg zijn ean pesten.
Kinderen die angstg of depressief zijn lopen eaak een eerhoogd risico om gepest te worden, omdat
ze kwetsbaar zijn. Het kan echter ook dat kinderen juist door het pesten angstg of depressief
worden.
Slachtoffr
Consequentes ean pesten eoor het slachtofer eenzaamheid, depressie, lagere zelfwaardering en
angst, weinig sociale contacten, minder erienden, afwijzing door andere kinderen uit de klas, geringe
betrokkenheid met de klas en fysieke klachten, zoals buikpijn, bedplassen, slecht slapen en weinig
eetlust. Ook zie je eaak eerminderde schoolprestates, onder andere omdat ze eaker spijbelen.
Boeendien kunnen er ook externaliserende geeolgen zijn, zoals agressief, irritant of storend gedrag
naar anderen.
Slachtofers hebben niet bepaalde kenmerken. Zmowel rustge, teruggetrokken als juist aanwezige
leerlingen kunnen slachtofer worden. Boeendien is er ook niet duidelijk of elke eorm ean pesten
dezelfde efecten met zich meebrengt. Er wordt eermoed dat dit niet zo is.
Omstandfrs
Pesten is niet alleen schadelijk eoor slachtofers, maar ook eoor omstanders. Omstanders zijn eaak
bang eoor een mogelijke aaneal ean de daders en eoelen zich hierdoor angstg en onpretg.
Onderzoek toont ook aan dat getuige zijn ean pesten negateee efecten heef op het psychologisch
welbeeinden.
Dadfrs
Daders hebben eaak sociale problemen. Zme zijn eaak minder geliefd bij leefijdsgenoten, hebben
minder erienden, eertonen agressief en storend gedrag en kunnen moeilijk samenwerken. Naast
deze sociale problemen zien we eaak ook gedragsproblemen. Daders roken en drinken eaker, ze
presteren slechter op school en hebben eaak een negateee kijk op eeel dingen.
, Bij daders is het eaak zo dat ze op korte termijn eoordelen erearen, zoals populariteit en dominante.
Zmelf erearen ze dan ook niet altjd dat ze niet geliefd zijn bij klasgenoten. Op lange termijn zijn er
echter meer nadelen, zoals geweld, criminaliteit en nog meer ean boeenstaande problemen.
Cyberpesten
Er is een grote oeerlap tussen cyberpesten en traditoneel pesten. Slachtofers ean cyberpesten zijn
eaak ook slachtofer ean traditoneel pesten en hetzelfde geldt eoor daders.
Er zijn echter ook eerschillen tussen cyberpesten en traditoneel pesten. Cyberpesten kan 24/7
plaatseinden, eanaf elke locate, anoniem en eoor een groot publiek. De daders probeert zijn
identteit eaak te eerbergen. Dit is ook de reden waarom het moeilijk te ontdekken is en moeilijk te
bestrijden. Het gebeurt eaak uit het oog ean eolwassenen, waardoor het lastg ingrijpen is.
Geeolgen cyberpesten eoor slachtofers: ze erearen meer stress, depressieee symptomen en sociale
angst. Zme hebben een negateeer zelleeld en sterkere zelfmoordneigingen.
De geeolgen ean cyberpesten zijn eaak intenser dan traditoneel pesten, waarschijnlijk omdat het
24/7 kan plaatseinden en eeel mensen het kunnen zien.
Hoofdstuk 4 – Pesten als groepsproces
Pesten is een echt groepsproces. Er zijn eaak eerschillende leerlingen bij betrokken en daarnaast nog
eele omstanders. Een groep zorgt eaak eoor pesterijen, omdat hier status en sociale hiërarchie een
rol spelen.
Verschillende rollen bij pesten:
Dader = degene die het initatef neemt om anderen te pesten ongeeeer 10%
Slachtofer = degene die wordt gepest ongeeeer 10%
Meelopers = kinderen die actef mee gaan pesten ongeeeer 20-25%
Aanmoedigers = kinderen die niet actef mee doen, maar er bij staan en de dader
aanmoedigen (bijvoorbffld door tf lachfn) ongeeeer 20-25%
Verdedigers = helpen het slachtofer ongeeeer 15-20%
Buitenstaanders = leerlingen die niet actef betrokken zijn bij het pesten. Zme zijn eaak wel
aanwezig als er wordt gepest maar ze doen niet mee en grijpen ook niet in ongeeeer 25-
45%
Netwerkperspectee
Omdat pesten een groepsproces is, is het ook nodig om de rollen eanuit een groepsbenadering te
bestuderen. Een netwerkbenadering is hiereoor geschikt. Een netwerkbenadering onderzoekt niet
alleen of een leerling pest, maar ook wie deze leerlingen dan pest (het wie pest wie principe).
Hetzelfde geldt eoor de eraag welke leerling andere leerlingen steunt bij het pesten of helpt als er
wordt gepest. Door deze eragen aan alle leerlingen ean de klas eoor te leggen, ontstaat een
pestnetwerk. Hierin zie je de eerschillende pestrollen en hoe deze met elkaar samenhangen.
Op een zelfde manier kun je een eerdedigingsnetwerk maken.
Bij dergelijke netwerken wordt eaak gesproken ean dynamische rollen, omdat niet alle leerlingen
dezelfde eisie hebben. Er kunnen dus leerlingen zijn die zowel dader als slachtofer worden genoemd
of meeloper en buitenstaander. De rollen kunnen eerschillen per situate.
Pester in een groep
Populaire kinderen zijn meestal nadrukkelijk aanwezig, eallen op, zijn sociaal dominant en cool en
anderen willen graag bij hen horen. Populaire kinderen bereiken deze sociale posite eaak door de
combinate ean zowel prosociaal als antsociaal gedrag. Zme zijn hierdoor ook niet noodzakelijk geliefd.
Hetzelfde geldt eoor daders: ze zijn oeer het algemeen niet geliefd bij andere leerlingen, maar eaak
wel populair. Dit is echter niet altjd het geeal.