Er wordt in de colleges over motorisch leren veel gereferreerd naar dit boek van v Cranenburgh, terwijl het niet in de verplichte lijst stond. Hier een samenvatting van de relevante delen van dit boek voor dit blok en deze colleges: delen van H3, H4 en H7. Een samenvatting uit die delen uit H8 volg...
v. Cranenburgh
Van contractie naar actiee motorisch leren in dagelijkss levene sporte muzieks en revalidatie
H3: Waarnemen en actiee sensomotorieks
3.1.1 corrigeren of vooruitzien? Feedbacks en feedforward
Er zijn twee manieren om met verstoringen om te gaan:
- Verstoringen bliksemsnel, refexmatg, waarnemen en corrigeren: de feedbackmodus
- Verstoringen zien aankomen en verhinderen: de feedforwardmodus
In het algemeen wordt gezien dat een beginneling voornamelijk functoneert in de feedbackmodus,
in de loop van het leerproces wordt geleidelijk overgeschakeld op de feedforwardmodus.
3.4 Sensorische taaksanalyse: iedere handeling heef zijn eigen zintuiglijkse structuur
De relate tussen sensoriek en motoriek verschilt per vaardigheid. Om te begrijpen welke aspecten
belangrijk zijn bij oefenen en trainen is het nutg de sensorische structuur van een vaardigheid te
analyseeren: een sensorische taakanalyse. 3 categorieën vaardigheden:
- Actviteiten waarbij zien onmisbaar is
- Actviteiten waarbij horen onmisbaar is
- Actviteiten waarbij evenwicht en bewegingsgevoel de hoofdrol spelen
De laatste is echter interessant, kinesthesie is namelijk voor álle handelingen van belang.
3.5 Kinesthesie: het onbeksende zintuig
Propriocepte = informate uit het eigen lichaam / bewegingsapparaat.
Kinesthesie = bewegingsgevoel.
De kinesthesie is dat deel van de propriocepte dat bewust kan worden waargenomen. Het valt onder
voelen: wanneer ons brein niet voelt (en dus niet weet) waar onze ledematen zijn, worden we
volstrekt hulpeloos. Denk aan het feit dat je ’s nachts in het donker nog wel kunt fetsen
bijvoorbeeld, de handeling van het fetsen zelf gaat dan ook gewoon nog automatsch. Heb je echter
geen kinesthesie meer in een ledemaat, kun je deze niet controleren zonder hier heel bewust naar te
kijken en / of mee bezig te zijn. Wel zijn er bij een gestoorde kinesthesie compensatemogelijkheden,
deze zijn vooral efectef bij vaardigheden die voorheen al beheerst werden. Het aanleren van
nieuwe motorische vaardigheden zal echter extra bemoeilijkt zijn, omdat kinesthetsche feedback
juist in de aanleerfase belangrijk is en omdat er nog geen centraal motorprogramma bestaat: de
beweging zit nog niet in het hoofd.
3.6 De KP-KR-discussie: bewegingsuitvoering versus bewegingsresultaat
Bij het krijgen van ‘extra’ feedback, of re-aferente, maken we onderscheid tussen twee types:
1. KP = knowledge of performance = informate over de uitvoering van de beweging.
2. KR = knowledge of results = informate over het resultaat van de beweging
Zonder informate over het resultaat blijkt leren nauwelijks mogelijk… meer hierover in :.5.
3.7 Motorieks en sensorieks: onafscheidelijks in de hersenen
Motoriek en sensoriek zijn functoneel altjd sterk verbonden. Een feit dat ook door
neurowetenschappelijk onderzoek aangetoond is:
- De tertaire, associateve schorsgebieden, zijn betrokken bij zowel acte als percepte. Zo
heef bv de prefontale schors te maken met het maken van muziek nn het luisteren van
muziek. Deze kan dus niet worden gerangschikt onder motoriek of sensoriek.
, - Er zijn vele gebieden in het brein die zowel actef zijn bij het waarnemen van een beweging,
als bij het verrichten van diezelfde beweging. Zoals bv spiegelneuronen (imitateleren).
- Bij het leren van motorische vaardigheden vormen zich specifeke sensomotorische
koppelingen in het brein. Denk aan een pianist die naar pianomuziek luistert waarbij ook de
motorische schors wordt geactveerd in de handgebieden.
- De piramidebanen zijn de klassieke motorische banen voor de fjne handmotoriek. Vezels van
de piramidebanen blijken echter voor ruim 40% hun oorsprong te hebben in sensorische
schorsgebieden, en meer dan :0% van de vezels eindigt in de achterhoorn van het
ruggenmerg (= het deel van het ruggenmerg waar aferente informate, dus sensoriek,
binnenkomt).
- In een fMRI is te zien dat iemand die een beweging maakt, vrijwel altjd actviteit in
motorische nn sensorische gebieden heef (denk aan praten: motorisch op gebied van de
tong en mond en akoestsch voor de klank).
3.8 Spiegelneuronen
Bij het leren van motorische vaardigheden heef het zien van handelingen in de evolute vrijwel zeker
altjd al een belangrijke rol gespeeld. Het gaat hier om demonstrate en imitate, wat nog steeds veel
gezien wordt (denk ook aan een kind dat handelingen van de vader en moeder overneemt).
In de frontale gebieden van de hersenschors worden Spiegelneuronen geactveerd zowel bij het
kijken naar een beweging als tjdens de eigen uitvoering van dezelfde beweging. Dit visuomotore
spiegelsysteem is genetsch ingebouwd. Deze spiegelneuronen worden vooral geactveerd bij het
zien van bekende en zinvolle handelingen, het zien van betekenisloze bewegingen actveert alleen
occipitale gebieden. Het maakt dus veel uit of een gedemonstreerde beweging betekenisvol of
betekenisloos is, een gegeven dat van groot belang is voor de fysiotherapie. Uit dit alles blijkt dat er
een belangrijk verschil is tussen kijken om te herkennen / begrijpen en kijken om na te doen. Kortom,
de hersenen beschikken over een speciaal systeem voor imitate: het spiegelneuronensysteem, wat
zelfs nog veel breder geldt (denk aan het overnemen van een accent in een bepaalde streek).
In de praktjk:
1. Hoe functoneert het demonstrate-imitatesysteem bij de leerling of cliënt?
2. Soms worden cliënten niet- of minder leerbaar genoemd, omdat zij niet vooruitgaan op basis
van verbale instructe en feedback.
3. Realiseer je dat je een cliënt een beweging moet demonstreren die de cliënt ook
daadwerkelijk kán nadoen.
4. Imitateleren lukt vaak beter bij betekenisvolle handelingen dan bij betekenisloze
bewegingen.
3.9 Het visuele hoe-systeem
Een ander neuraal systeem dat voor de visuomotoriek van belang is, is het visuele ‘hoe-systeem’: een
systeem dat een waargenomen object kan vertalen in een adequate grijpbeweging of handeling. Via
dit systeem naderen we met de hand een balpen of kopje en stemmen daarbij de handhouding en -
opening automatsch af op de vorm of ligging van het betrefende voorwerp. Dit ‘hoe-systeem’ is een
zeer automatsch functonerend systeem, dat duidelijk gescheiden is van het meer perceptuele /
semantsche systeem dat ons iets vertelt wat iets is.
Deze systemen kunnen gescheiden gestoord zijn:
- Optsche ataxie de visuele herkenning is ongestoord maar de automatsche motorische
afstemming mist (cliënt grijpt naast een voorwerp).
- Visuele agnosie de visuele herkenning is gestoord maar functoneren visuomotorisch goed
(cliënt kan een bal gewoon vangen maar kan het voorwerp niet herkennen of benoemen).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper robinvanl. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.