Dit is een samenvatting van de hoofdstukken uit 'How to design and evaluate research in education' die gelezen moeten worden voor het vak 'onderzoekspracticum', opleiding Pedagogische Wetenschappen Bachelor 2 aan de RUG. Het betreft H4, H6 t/m 9, H13 t/m 18 en H21 t/m 23. De college-aantekeningen (...
Samenvatting how to design and evaluate research in
education
H4: Ethiek en onderzoek
Ethiek gaat over wat goed en fout is. Als je je ethisch gedraagt, doe je wat goed is. Maar wat
betekent het op onderzoeksvlak?
Een stelling van ethische principes
Volgens het woordenboek betekent ‘ ethisch ‘ : zich aanpassen aan standaarden van een bepaald(e)
tak of beroep. Wat ethisch is, is dus vaak een kweste van overeenstemming tussen onderzoekers.
De APA stelt samenvatend het volgende:
- De onderzoeker moet rekening houden met respect voor de waardigheid en de welvaart van
de deelnemers en met weten en regels die hierbij betrokken zijn.
o Veiligheid van de respondent
o De onderzoeker is verantwoordelijk voor de ethiek van het onderzoek
o De onderzoeker bereikt een overeenkomst/contract met de partcipant over de
rechten en plichten van beide: informed consent
o Bij studies waarbij het nodig is dat de partcipant het doel van de studie niet precies
weet/waarbij de partcipant misleid wordt, gaat de onderzoeker na of dit ethisch
genoeg is en of dit de enige manier van onderzoeken is.
o De partcipant mag zich altjd terugtrekken.
o De onderzoeker beschermt alle partcipanten tegen fysieke of emotonele schade of
gevaar.
o Nadat de data zijn verzameld geef de onderzoeker duidelijkheid over de aard van de
studie.
o Als de resultaten consequentes hebben voor een deelnemer, moet de onderzoeker
deze consequentes corrigeren.
o Verzamelde informate is vertrouwelijk tenzij dit anders is bepaald in overleg met de
partcipant.
Participanten beschermen voor schade
Het is belangrijk de partcipanten te beschermen voor fysieke of psychologische schade die gevolg
kan zijn van de studie. Daarnaast is informed consent belangrijk, vooral als er risico’s zijn verbonden
aan het onderzoek.
Vertrouwelijkheid van onderzoeksdata
Onderzoekers moeten zorgen dat niemand anders toegang heef tot de data. Namen zouden moeten
worden verwijderd wanneer mogelijk.
Wanneer is misleiden van participanten gerechtvaardigd?
Veel studies kunnen niet uitgevoerd worden zonder enige vorm van misleiden van subjecten.
- Wanneer mogelijk moet de studie uitgevoerd worden zonder misleiding
- Wanneer misleiding nodig is, moet de onderzoeker kijken naar het
wetenschappelijke/maatschappelijke belang van de studie: is dit groot genoeg om te
misleiden?
- Wanneer misleiding plaatsvindt moeten deelnemers daar zo snel mogelijk over ingelicht
worden na het onderzoek.
,Onderzoek met kinderen
- Informed consent van ouders is een vereiste, evenals van het kind.
- Onderzoekers blijven onderzoekers, geen diagnostci en geven dus geen extra informate aan
de ouders die bij het onderzoek gebleken is.
- Kinderen mogen niet gedwongen worden tot partcipate.
Regulatie van onderzoek
De Natonal Research Act van 1974 vereist dat alle onderzoeksinsttuten die geld krijgen van de
overheid institutional reviieti boards (IRB’sso instellen. Deze keuren onderzoeksontwerpen goed of af.
Alle insttuten die mensen willen gebruiken als subjecten moeten een online onderzoekstraining
doen.
Een IRB moet minstens vijf leden hebben, uit mannen en vrouwen bestaan, en ten minste één niet-
wetenschapper hebben. Ook moet er één extern iemand zijn (dus niet van de insttute). IRB’s
classifceren onderzoeksdesigns in drie categorieën:
1. Exempt reviieti: het onderzoek heef geen risico voor volwassen partcipanten. Geen
informed consent nodig.
2. Expedited reviieti: de studie heef niet meer dan een minimaal risico voor partcipanten.
Geen schrifelijke informed consent nodig.
3. Full reviieti: het onderzoek heef elementen die kwetsbaarheid veroorzaken, of misleiding.
IRB komt hiervoor bij elkaar en de onderzoeker moet uitleg geven en vragen beantwoorden
over het onderzoek.
Plagiaat en academisch bedrog
Plagiaat is het presenteren van iemand anders werk als je eigen. Dit is ook zo als citaten niet juist
worden gedaan. De meeste universiteiten hebben hier een beleid voor. Vaak gebeurt plagiaat onder
studenten onbedoeld. Daarom is onderwijs over plagiaat en citateregels erg belangrijk.
H6: Steekproeven
Wat is een steekproef?
Een steekproef trek je uit de groep waarover je iets wilt weten. Het is een kleinere groep waarop je
je onderzoek uitvoert.
Steekproeven en populaties
De steekproef is de groep waaruit je informate verzamelt. De grotere groep waarover je deze
resultaten wilt generaliseren is de populatie. Wanneer mogelijk zouden onderzoekers het liefst de
gehele populate bestuderen, maar dit is vrijwel nooit mogelijk.
De populatie defniëren
In welke groep ben je precies geïnteresseerd? Een populate bevat altjd alle individuen met een
bepaalde eigenschap of groep van eigenschappen.
Doelpopulatie versus toegankelijke populatie
De doelpopulatie is dus niet vaak beschikbaar. De populate waarnaar een onderzoeker wel kan
generaliseren is de toegankelijke populatie.
Hoe specifeker en beter de populate gedefnieerd is, hoe meer tjd en moeite dit scheelt, maar hoe
minder de generaliseerbaarheid.
,Aselecte versus selecte steekproeven
Bij aselecte steekproeven heef elke deelnemer evenveel kans om geselecteerd te worden. Hierdoor
ontstaat een representateee steekproef (natuurlijk weet je dit nooit helemaal zeker, maar bij
aselecte steekproeven die groot genoeg zijn geldt dit over het algemeen wel). Bij selecte
steekproeven is de kans om in de steekproef terecht te komen niet gelijk voor elke deelnemer.
Methoden voor aselecte steekproeven
Simple random sample
In een SRS heef elk lid van de populate een gelijke en onafankelijke kans om geselecteerd te
worden. Hoe groter de steekproef, hoe representatever. Een voorbeeldmethode is een tabel vian
random nummers gebruiken. Dit kost wel veel tjd en moeite.
Gestratifceerde random sample
Hierin worden subgroepen of strata geselecteerd voor de steekproef in dezelfde proporte als ze
voorkomen in de populate. Hierdoor wordt representatviteit verhoogd, vooral bij een kleinre
steekproef.
Cluster random sample
Vaak zijn er restrictes in administrate e.d. waardoor de onderzoekers niet uit de gehele populate
een steekproef kunnen trekken, omdat niet de hele populate beschikbaar is. Daarom wordt er dan
een steekproef getrokken van clusters: al bestaande groepen in de samenleving. Je trekt dus geen
steekproef uit individuen, maar uit groepen. Het komt op hetzelfde neer als SRS, maar dan met
groepen. Het zorgt wel voor een verminderde representatviteit.
Two-stage random sample (getrapte steekproef)
Hierin wordt cluster random sampling gecombineerd met individuele random sampling.
Methoden voor selecte steekproeven
Systematische steekproef
Bij systematsche steekproeven wordt elke ne individu in de populate geselecteerd voor de
steekproef. Dus bijvoorbeeld elke 10e naam in een lijst van 5000 namen. Dit noemen we
systematsche steekproeven met een random start.
Het sampling intervial is de afstand tussen elk geselecteerd individu. Hiervoor deel je de
populategroote door de gewenste steekproefgroote.
De sampling ratio is de proporte van individuen in de populate die geselecteerd wordt voor de
steekproef. Hiervoor deel je de steekproefgroote door de populategroote.
Gevaar van dit soort steekproeven is periodicity: wanneer de lijst van individuen in een bepaald
patroon geordend is ontstaat een biased steekproef.
Convenience sample
Dit noemen we ook wel een gemakssteekproef, en gaat uit van de meest beschikbare individuen
voor een steekproef. Dit scheelt enorm veel tjd, maar de steekproef zal snel biased zijn.
Purposive sample
Soms gebruiken onderzoekers persoonlijke oordelen om een steekproef te verzamelen.
Onderzoekers nemen aan dat ze hun kennis van de populate kunnen gebruiken om te beoordelen of
een bepaalde steekproef representatef zal zijn. het kan ook zo zijn dat de personen die in de
steekproef vallen niet zelf representatef zijn voor de populate, maar wel de nodige informate
hebben/kennen oeer de populate.
, Steekproefgrootte
Wanneer is een steekproef groot genoeg om representatef te zijn?
Het beste antwoord is dat een steekproef zo groot moet zijn als de onderzoeker kan bereiken met
een redelijke tjd en energie. Richtlijnen zijn:
- Voor beschrijvende studies zijn minimaal 100 respondenten nodig.
- Voor correlatestudies minstens 50.
- Voor experimentele studies een minimum van 30 per groep
- Voor kwalitateve studies ligt het aantal partcipanten tussen de 1 en 20.
Externe validiteit: generaliseren vanuit een steekproef
Het idee van wetenschap is gebaseerd op het idee van generaliseren: het toepassen van
basisprincipes of weten op een grote variate van situates en mensen. De aard van het onderzoek is
hierbij erg belangrijk. De mate waarin gegeneraliseerd kan worden heef betrekking op externe
vialiditeit.
Populatie generalisatie
Dit gaat over de mate waarin een steekproef de populate representeert. Wanneer we over
representativiiteit spreken hebben we het echter over de relevante karakteristeken van een
populate. Deze karakteristeken zouden een bijdragende factor kunnen zijn aan de resultaten
(bijvoorbeeld leefijd of geslacht). Maar het gaat niet alleen om de partcipanten. Ook onderzoekers
of begeleiders kunnen de resultaten vervormen. Dus een studie die bijvoorbeeld random studenten
selecteert voor een experiment, maar vervolgens niet random de leraren die het gaan
implementeren selecteert, vergeet een gedeelte van de representatviteit.
Wanneer random sampling niet mogelijk is
Wanneer dit niet mogelijk is, moeten onderzoekers de steekproef zo goed mogelijk beschrijven zodat
andere geïnteresseerden zelf kunnen beoordelen hoe generaliseerbaar de resultaten zijn.
Er is ook nog de mogelijkheid van replicatie. De onderzoeker herhaalt de studie met een nieuwe
groep van subjecten in verschillende situates. Dit kan langzaam naar meer generaliseerbare
resultaten leiden.
Ecologische generaliseerbaarheid
Hierbij gaat het om de mate waarin de resultaten van een studie naar andere setngen of condites
generaliseerbaar zijn. Daarom moet de setng van een onderzoek altjd duidelijk omschreven
worden.
H7: Instrumentatie
Wat zijn data?
Data als term gaat over het soort gegevens dat een onderzoeker verzamelt. Hetgeen waarvan de
onderzoeker gebruik maakt om de data te verzamelen noemen we het instrument.
Sleutelvragen
Het gehele proces van voorbereiding om data te verzamelen heet instrumentatie.
- Waar zullen de data worden verzameld? Locatie
- Wanneer zullen de data worden verzameld? Tijd
- Hoe vaak zullen de data worden verzameld? Frequentie
- Wie gaat de data verzamelen? Administratie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisaprins3. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.