Dit document bevat een samenvatting van het Thema Transport. Het bevat een duidelijk overzicht van organen met hun functie en de processen die in het menselijk lichaam verlopen.
Circulatiesystemen bij dieren:
- Eencellige organismen en organismen bestaande uit enkele cellagen: transport van stoffen over
kleine afstanden, onder andere door diffusie.
- Grotere planten en dieren hebben vatenstelsel bestaande uit een netwerk buisjes.
- Geleedpotigen: open circulatiesysteem en een buisvormig hart dat de lichaamsvloeistof rond de
organen laat bewegen.
- Rest van diersoorten: bloedsomloop ofwel een gesloten transportsysteem waarin bloed is
gescheiden van de ander lichaamsvloeistoffen.
De bloedsomloop:
- Vissen: enkelvoudige bloedsomloop (per omloop stroomt het bloed 1 keer door het hart), bloed
stroomt vanuit het hart eerst naar de kieuwen en daarna naar de andere organen van het lichaam.
Het bloed dat van organen naar het hart stroomt verzamelt zich in de boezem (atrium). De boezem
pompt het bloed naar de kamer (ventrikel). De kamer pompt het bloed naar de kieuwen.
- Kleine bloedsomloop: vanuit de longen stroomt het bloed naar de linkerharthelft.
- Grote bloedsomloop: het bloed neemt hierbij zuurstof op en geeft co2 af. De linkerhelft van het
hart pompt het bloed vervolgens door het lichaam. Het bloed stroomt door alle organen en weer
terug naar de rechterharthelft.
- Dubbele bloedsomloop: per omloop stroomt het bloed twee keer door het hart (mens). Met een
dubbele bloedsomloop kan een hogere druk worden bereikt dan een enkelvoudige bloedsomloop.
Bloedsomloop bij gewervelde dieren:
- Eenkamerhart: perst een deel van het bloed uit het hart naar de longen en de huid (amfibieën).
Daar wordt zuurstof opgenomen in het bloed. De rest van het bloed gaat via de lichaamsslagader
naar het lichaam.
- Reptielen: het bloed is hart grotendeels gescheiden door tussenschot. Als dier ademt, is druk in
longhaarvaten laag. Als dier niet ademt, kan bloed vanuit beide helften van kamer naar beide
aorta’s stromen.
Embryonale bloedsomloop:
- Ovale venster: de opening die zich voor de geboorte bevindt zich tussen de rechter- en
linkerboezem. Groot deel van bloed stroomt via hier rechtstreeks naar rechter- en linkerboezem. Dit
bloed wordt door linkerkamer in de aorta geperst.
- Ductus arteriosis: verbinding tussen longslagader en aorta. Het grootste deel van bloed dat door
rechterkamer wordt weggepompt, komt via ductus arteriosis in de aorta terecht.
Direct na geboorte vullen de longen zich met lucht, daardoor neemt de weerstand in de longhaarvaten
af, het bloed stroomt nu makkelijke vanuit rechterkamer in de longbloedvaten. Hierdoor daalt de
bloeddruk in de rechterkamer en ook in de rechterboezem. De bloeddruk in de linkerboezem stijgt juist
door de aanvoer van bloed vanuit de longen. Het ovale venster wordt hierdoor door een klep
afgesloten. Deze klep vergroeit met de harttussenwand en de ductus ateriosis verschrompelt en
verdwijnt.
, 6 VWO Biologie thema 2: Transport
§2.2 Het hart:
De bouw van het hart:
- Het hart is een holle spier die energie verbruikt.
- Over hart lopen bloedvaten: kransslagaders en kransaders.
- Kransslagaders: voorzien het hartspierweefsel van zuurstof en voedingsstoffen.
- Kransaders: co2 en andere afvalstoffen worden via hier afgevoerd. Ze monden uit in
rechterboezem.
- Harttussenwand: scheidt de linkerharthelft en rechterharthelft.
- De boezems zitten als een soort ‘zakje’ op de kamer.
- Hartkleppen: boezems en kamers zijn van elkaar gescheiden hierdoor. De hartkleppen zijn door
pezen verbonden met spieren in de hartwand. Hiermee wordt voorkomen dat de hartkleppen
‘doorslaan’ naar de boezems.
- Halvemaanvormige kleppen: bevinden zich aan het begin van de longslagader en de aorta.
Het bloed uit het lichaam komt het hart binnen via de onderste en bovenste holle ader, die uitmonden in de
rechterboezem, vanwaar het bloed naar de rechterkamer stroomt. De rechterkamer pompt het bloed in
de longslagader, die zich vertakt naar beide longen. Het bloed uit de longen stroomt via de longaders
terug naar het hart en komt in de linkerboezem terecht, vanwaar het naar de linkerkamer stroomt. De
linkerkamer pompt het bloed in de aorta. Door slagaders die van de aorta aftakken, stroomt het bloed naar
de organen van het lichaam.
De werking van het hart:
- 3 fases: samentrekking van hartspierweefsel (systole), ontspanning van hartspierweefsel
(diastole) en hartpauze.
- Begin hartslag: als boezems volgestroomd zijn met bloed uit holle aders en de longaders.
- De systole van de boezems vindt in beide harthelften gelijktijdig plaats. Het bloed stroomt hierdoor
de kamers in. In de kamers vindt op dat moment diastole plaats.
- Systole: als kamers volgestroomd zijn. De druk in de kamers stijgt en hierdoor slaan de
hartkleppen dicht en verhinderen dat het vloed terugstroomt in de boezems. Tijdens systole van de
kamers vindt in de boezems diastole plaats.
Als de druk in de kamer hoger is geworden dan de druk in de aorta en in de longslagaders, worden de
halvemaanvormige kleppen opengedrukt. Het bloed wordt tegelijkertijd in de aorta en in de longslagaders
gepompt. Hierna volgt hartpauze, waar zowel de boezems als de kamers ontspannen zijn. De
halvemaanvormige kleppen zijn nu gesloten en verhinderen dat het bloed terugstroomt naar de kamers
vanuit de longslagader en de aorta. Het bloed stroomt uit de holle aders en de longaders in de boezems en
gedeeltelijk door naar de kamers. BINAS 84D1
- Harttonen: bij elke hartslag twee harttonen te horen. Eerst een doffe harttoon, nadat
halvemaanvormige kleppen gesloten zijn een heldere harttoon.
- Hartruis: als kleppen niet goed sluiten, is dit te horen.
De hartslagfrequentie:
- Sinusknoop: gespecialiseerde cellen in de wand van de rechterboezem die de samentrekking van
het hartspierweefsel veroorzaken door impulsen in deze cellen.
- Atriumventrikelknoop (AV-knoop): een tweede groep gespecialiseerde cellen die tussen de
rechterboezem en de rechterkamer ligt. Vanuit deze knoop loopt de bundel van His door de
harttussenwand in de richting van de punt van beide kamers.
Vanuit sinusknoop worden impulsen eerst naar het spierweefsel in de wand van beide boezems geleid,
hierdoor wordt de systole van de boezems veroorzaakt. Doordat zich in de wand tussen de boezems en de
kamers een laag bindweefsel bevindt, worden de impulsen niet direct verder geleid naar de kamers.
Aan eind van systole van de boezems komen de impulsen in de av-knoop aan. Via bundel van His worden
impulsen verder geleid naar het spierweefsel in de wand van beide kamers. Direct nadat systole van
boezems is voltooid, begint de systole van de kamers.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jayraepe10. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,96. Je zit daarna nergens aan vast.