NATIONAAL &
INTERNATIONAAL
PROCEDEREN
*LS = Lidstaat van de EU
*OVK = overeenkomst
*OD = onrechtmatige daad
*HFKV = Haags Forumkeuze Verdrag
*i.b. = in beginsel
*HvJ-EU = Hof van Justitie van de Europese Unie
*EVRM = Europees Verdrag van de Rechten van de Mens
*h.b. = hoger beroep
Week 1 – Inleiding en internationale bevoegdheid
IPR: Wat is dat?
1. Inleiding: IPR is een systeem van rechtsregels voor private verhoudingen in
internationale gevallen. De I staat voor internationale rechtsverhouding (relevant
rechtsfeit in het buitenland, bv. woonplaats, uitvoering contract). De P staat voor
privaatrechtelijke rechtsverhouding (incl. de privaatrechtelijke rechtsverhouding
met de overheid). De R staat voor recht #surprisesurprise. Doordat er steeds
meer internationale relaties en dus geschillen zijn en omdat het recht tussen
landen verschilt (goh), slaat het IPR een brug tussen verschillende rechtsstelsels
om o.a. te voorkomen dat dezelfde zaak 2x in verschillende landen wordt
gevoerd. Het burgerlijk procesrecht is verweven met de nationale identiteit. De
soevereiniteit van een land kan door het IPR worden ingeperkt, omdat er een
territoriale beperking van de justitiële bevoegdheid is. EU-landen hebben ofcieel
nog procedurele autonomie (de inhoud van de EU-regels moeten worden
toegepast, maar de LS zijn autonoom in het bepalen van de wijze waarop), al zijn
er steeds meer verstrekkende verordeningen en het consumentenrecht. Het IPR
europeaniseert: volgens art 67 jo. 81 VWEU is er in Europa een justitiële
samenwerking in burgerlijke en handelszaken met grensoverschrijdende
gevolgen (Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk hebben een
uitzonderingspositie).
Er zijn drie voornaamste kwesties in het IPR: toepasselijk recht; internationale
bevoegdheid en erkenning & tenuitvoerlegging. Overige kwesties zijn nog
betekening stukken (art. 6 EVRM), bewijsopneming, rechtsbijstand en overige
internationale samenwerking.
Een internationale procedure heeft in NL vergelijkbare stappen als een normale
procedure, al komen bij een internationale procedure meer hindernissen kijken.
Bronnen van IPR zijn Europees recht, verdragen, het nationale recht en
rechtspraak (van nationale en internationale rechters).
Als je een IPR-verordending of -verdrag toepast, let dan op 3
,toepassingsgebieden:
- a) Materieel toepassingsgebied (soort zaken, zie art. 1 Brussel I-bis, art. 1
jo. 2 Rome I),
- b) Formeel toepassingsgebied (territoriale/geografische reikwijdte, zie art.
4 Brussel I-bis, art. 2 Rome I)
- c) Temporeel toepassingsgebied (inwerkingtreding en toepasselijkheid in
tijd, zie art. 66 Brussel I-bis, art. 16 HFKV, art. 28 Rome I).
2. Toepassing
3 IPR-vragen:
# IPR-vraag
1 Welk recht is toepasselijk? (schurkt tegen het nationale recht aan)
2 Welke rechter heeft de internationale bevoegdheid?
3 Hoe werkt het erkennen en tenuitvoerleggen van rechterlijke
uitspraken in een internationaal geschil?
Procedurele stappen bij IPR-geschil:
Stap 1 2 3 4 5
Uitleg Betekening Vaststellen Bepalen Bewijsopnemi Erkenning
N.B. bevoegdhe toepasselij ng (stukken of &
Grenzen id door k recht getuigen in tenuitvoer
m.b.t. rechter door buitenland -legging
soevereinitei rechter grenzen
t. m.b.t.
soevereiniteit)
Toepassingsprocédé IPR:
# Stap Uitleg
1 Internationale feiten Relevant rechtsfeit in het buitenland,
rechtskeuze gemaakt, woonplaats partij(en),
plaats opstellen en uitvoeren contract enz.
2 Kwalificatie OD/contract/echtscheiding enz.
rechtsverhouding
3 Welke IPR-vraag speelt 1) Toepasselijk recht?
2) Internationale bevoegdheid?
3) Erkenning & tenuitvoerlegging?
4 Bronnen Brussel I-bis, Rome I, HFKV enz.
5 Toepassingsvraag
3. Conclusie
Internationale bevoegdheid: bij welke rechter moet je
wezen? De mega-editie
1. Inleiding: Bij 2e IPR-vraag over de internationale bevoegdheid kijk je welke
rechter internationaal bevoegd is. Partijen zijn niet onverschillig over welke
rechter er bevoegd is; ze willen graag hun eigen rechter: makkelijke toegang tot
de rechter, het is efciënter, minder kosten (vertaling, tolken), eigen taal is
procestaal, eigen advocaat kan vertegenwoordigen, eigen materieel recht
eventueel, eigen procesrecht, beschikbaarheid bewijs ter plaatse, wel noodzaak
betekening in het buitenland en evt. ook noodzaak tenuitvoerlegging in het
, buitenland. Soms kiezen ze een rechter die betrouwbaar is of veel expertise
heeft. In andere gevallen valt er niets te kiezen, zoals in consumentenzaken (artt.
17-19 Brussel I-bis). De nationale staten staan er ook niet belangeloos in: ze
moeten voldoen aan de rechtsprekende taak, kunnen ingezeten beschermen en
controle houden over hun grensgebied, maar moeten ook garanderen dat er
voldoende betrokkenheid van de zaak bij hun land is en de case load beheersen.
Er gelden de volgende uitgangspunten in het bevoegdheidsrecht:
- 1) Qua partijen: de woonplaats van de verweerder (forum rei; soms
woonplaats eiser, forum actoris) of de gewone verblijfplaats/nationaliteit (bij
familierecht); - 2) Qua onderwerp: plaats uitvoering OVK (forum contractus)
of plaats oorsprong schade OD (forum delicti) of ligging onrechtmatige zaak
(forum rei sitae);
- 3) Qua partijautonomie: partijen kunnen kiezen (forumkeuze), behalve bij
bv. consumentenzaken.
In Europese context (er zijn twee of meer LS betrokken) geldt het Brussel I-bis
verdrag. Hierbij heb je een hoofdregel (hoofdplaats verweerder), maar die wordt
gepasseerd door vele uitzonderingen (exclusieve bevoegdheid,
consumentenzaken, arbeidszaken e.d.) (hiërarchie). Mocht de hoofdregel gelden,
zijn er bij OVK’s en OD’s ook nog alternatieve rechtsingangen mogelijk: de eiser
kan kiezen. Bij litispendentie (zelfde zaak wordt in twee verschillende landen
gevoerd), dan geldt de wie-het-eerst-komt-het-eerst-maalt-regel: het eerst
geadieerde recht gaat voor, de ander moet zich onbevoegd verklaren (art. 29
Brussel I-bis). Als er samenhangende vorderingen zijn, mag de andere rechter de
zaak aanhouden (art. 30 Brussel I-bis). Bij een samenhangende / gelijke
aanhangige vordering in een derde-land, kan de rechter eveneens de zaak
aanhouden (33 jo. 34 Brussel I-bis).
Als er ook een derde-land bij betrokken is, geldt het Haags Forumkeuze Verdrag
(HFKV), maar het is wel oppassen geblazen met het temporeel toepassingsgebied
van dit verdrag (zie art. 16 HFKV).
Mocht ook die vlag niet op gaan, dan biedt het nationale recht nog redding (artt.
1-14 Rv).
2. Toepassing
- Stap 1: Is het een IPR-zaak?
Relevant rechtsfeit in buitenland, buitenlandse partij, buitenlandse forumkeuze
etc.
2e IPR-vraag relevant: welke rechter is internationaal bevoegd.
- Stap 2a: Is Brussel I-bis van toepassing?
- Materieel toepassingsgebied: art. 1 (burgerlijke en handelszaken, geen
familierecht e.d.)
- Formeel toepassingsgebied: art. 4 (woonplaats verweerder in LS)
N.B. Instinker: art. 25 lid 1: Bij een gerecht in een LS als forumkeuze geldt
Brussel I-bis, maakt niet uit waar de woonplaats van de partijen is (bv. Japan en
Zimbabwe). Let wel op: als twee Europese bedrijven een gerecht van een niet-LS
hebben gekozen als forumkeuze Brussel I-bis geldt niet.
- Temporeel toepassingsgebied: art. 66 (op of na 15 januari 2015; daarvoor gold
Brussel I-Vo, Verdrag van Lugano voor EU-landen + Noorwegen, IJsland en
Zwitserland)
zo ja zo
nee
- Stap 2b: Ga de hiërarchie van Brussel I-bis af