Verborgen talenten – jeugdliteratuur op school
Deel 2
Hoofdstuk 3
Als je een boek leest wat te moeilijk is en je komt er bij de eerste zin al niet uit, dan zal je
vaak gelijk zeggen: ik vind dit boek niks aan. Terwijl je het misschien wel een leuk boek vindt
maar het is gewoon te moeilijk. Daarnaast is het op jonge leefijd erg belangrijk dat er
herhalingen in een stapelverhaal ziten.
Om te kunnen zeggen welke mooie boeken geschikt zijn voor welke kinderen, moet je iets
weten over het lezen van teksten en over de ontwikkeling van leesvaardigheid. Die kennis
kun je dan koppelen aan de kenmerken van de boeken die je wilt zoeken.
Botom-upmodellen
Botom-upmodellen betekent dat de informaiestroom vooral van de tekst naar het hoofd
loopt. De tekst is het belangrijkste en je moet die woord voor woord goed lezen.
Top-downmodellen
Top-downmodellen gaan ervan uit dat de informaiestroom vooral van het hoofd naar de
tekst loopt. (Precies andersom dan botum-upmodell. Je weet al heel veel en je neemt
vooral uit de tekst op wat je nog niet kunt voorspellen.
Interactieve modellen
Het interacieve model gaat ervan uit dat beide bovengenoemde modellen een beetje waar
zijn. De informaie loopt zowel botom-up (van de tekst naar het hoofdl als top-down (van
het hoofd naar de tekstl.
Goede lezers, zo blijkt, lezen heel precies wat er staat (botom-up) en gebruiken
tegelijkerijd hun eigen kennis om onbekende woorden te interpreteren en de grote lijn van
het verhaal vast te houden (top-down). Beginnende lezeres beginnen botom-up: zij moeten
nog leren hoe het systeem werkt en hebben al hun energie nodig om de woorden te
herkennen.
Microniveau
Bij microniveau gaat het om het kunnen lezen van concrete woorden (fagrante, onnozelel.
Mesoniveau
Bij mesoniveau gaat het om relaies binnen en tussen zinnen. Toen ze drie was had Mathilda
zichzelf leren lezen. Het woordje ze verwijst terug naar Mathilda.
Macroniveau
Bij macroniveau gaat het om het abstractere verband tussen grotere tekstdelen.
De verschillende stadia bij lezen:
Stadium 1 – ontluikende geleterdheid
, In de eerste periode van ontluikende geleterdheid kan een kind nog niet zelfstandig lezen.
Het leert dat er verhalen staan in boekjes, dat je een boek niet ondersteboven moet houden
en leert omgevingswoorden te herkennen: bijvoorbeeld McDonald’s.
In deze fase kunnen kinderen heel goed ‘voorlezen’. In deze fase hoort in kind veel
voorgelezen te worden, zo leert het kind al heel veel over geschreven taal en over verhalen.
Na een aantal keren hetzelfde verhaal voorgelezen te hebben gekregen, kan het kind het
boek ‘voorlezen’. (Navertellenl.
Stadium 2 – Leren lezen
Deze periode begint voor de meeste kinderen bij de aanvang van groep 3, voor sommige al
in groep 2. Ze leren ‘de code te kraken’. Door een geschreven woord leter voor leter te
verklanken. V-o-s, vos. Ze leren eenvoudige teksten te lezen met klankzuivere woorden.
Stadium 3 – automatisering
De derde periode begint voor de meeste kinderen halverwege of eind groep 3 en duurt tot
aan het einde van groep 4. Een kind leert een eenvoudig verhaal steeds vloeiender te lezen.
Het oefent veel en leert uitzonderingen op de spellingsregels te herkennen. Het leest zowel
hardop als sil, en nog steeds met teksten waarvan de woorden en grammaicale structuren
vertrouwd zijn.
Stadium 4 – voortgezet lezen
Dit is de laatste periode. Lezen om iets nieuws te leren. Anders dan in de vorige twee
periodes draait het nu niet meer om het leren lezen zelf. Dit stadium is gericht op
informaieverwerking, begrijpen en waarderen, loopt globaal van groep 5 tot het einde van
de basisschool. Als een boek in deze periode moeilijk is, dan is dat omdat de inhoud complex
is, niet meer omdat er moeilijk te lezen woorden of zinnen in staan.
Welke teksten voor welke lezer?
Om als leerkracht te weten welk boek geschikt is voor een bepaalde leerling moet je op de
volgende punten leten:
- Het onderwerp van het verhaal
- Interesse van de leerling
- Lees- en taalvaardigheid van de leerling
- Lees technische en talige complexiteit van de tekst
De AVI-niveaus zijn opgesteld om een indicaie te geven van de lees technische
moeilijkheidsgraad van een tekst. De lees technische en talige gegevens zijn belangrijk, maar
ze kunnen bijvoorbeeld niet aangeven hoe behulpzaam perspecief kan zijn en wat een
illustraie doet.
Tweemaal zwakke lezers
Er zijn twee groepen kinderen die extra aandacht kunnen vragen. Dat zijn de kinderen met
ernsige leesproblemen (met dyslexie bijvoorbeeldl en de kinderen die het Nederlands als
tweede taal aan het leren zijn.
De kern van dyslexie is dat wat bij de meeste kinderen gaandeweg automaisch verloopt, bij
dyslecische kinderen juist niet goed tot stand komt het is alsof alle woorden steeds opnieuw
voor de eerste keer zien.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper laura_paas94. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.