Algemene fysiologie Maag (reflux, maagzweren)
1. Ingestie: voedsel komt via de mond het spijsverteringsstelsel binnen Antacida maken de maag minder zuur door basische verbinding.
2. Mechanische verwerking : (kauwen) om oppervlakte te vergroten
Mucosaprotectiva verbindingen van alginaten die door verbinding met
3. Vertering: chemische afbraak van voedsel
eiwitten in slijmvlieslaag een nieuwe laag vormen.
4. Secretie: afgifte van water, zuren, enzymen en buffers
5. Opname: van voedingsstoffen vanuit het orgaan naar omliggende bloedvaten en Protonpompremmers Voorkomen het vrijkomen van H+ uit de maag.
de rest van het lichaam
H2-antagonist blokkeert de histamine-II receptor, geen
6. Uitscheiding: het verwijderen van afvalstoffen met lichaamsvloeistoffen
maagzuurproductie hieruit. Uit gastrine en acetylcholine
nog wel.
Maag bewerkt voedsel mechanisch en chemisch (maagsap, beschermt ook tegen
bacteriën). Maagslijmvlies zorgt dat de maag hier tegen bestand is, slokdarm en H. Pylori 2 antibiotica (want bacterie is erg resistent) en
twaalfvingerige darm zijn hier niet tegen bestand. Persitaltische bewegingen (lengte- protonpompremmer omdat de bacterie zelf zuur
en kringspieren) stuwen voedsel door de (slok)darm. produceert, wat je met de protonpompremmer reduceert.
Darmen (diarree, obstipatie)
De alvleesklier (pancreas) geeft enzymen af en ook hormonen om de
bloedsuikerspiegel via de lever te reguleren. Lever is voor: ORS Oral Hydration Salt om de elektrolyten-vochtbalans weer
op peil te brengen. Deze elektrolyten worden door de
Afbreken van toxische stoffen, zoals geneesmiddelen en alcohol snelle stoelgang niet opgenomen.
Opslag van bepaalde voedingsstoffen (na opname via poortader)
Loperamide Blokkeert de opiaatreceptor, waardoor de
Afbraak van eiwitten (ontstaat ureum) daarmee aanmaak van aminozuren
darmperistaltiek geremd wordt.
Omzetten van glycogeen tot glucose (glucagon) en glucose tot glycogeen
(insuline) Tannalbumine Bindt aan looien van de darm (eiwit), vermindert
Afgeven van gal (dat opgeslagen is in galblaas) > vetten emulgeren prikkeling van de darmen.
Hematologische regulering: vorming en afbraak van bloedplaatjes Bij obstipatie-> eerst niet-medicamenteus! Vezelrijke voeding eten (niet pittig!),
water drinken, beweging. Alleen antibiotica bij een infectie (die gaat samen met
enzymen voedingsstofen
voedingsstofrijk
vanaf daar
wordt het bloed
koorts en bloed)
(peptdasen, worden bloed langs de
bloed vanaf de terug naar het het lichaam
voedsel komt in maltose, opgenomen in longen, CO2
de dunne darm sacharose, microvilli en
darm via de
afgife en O2
hart, dit keer rondgepompt en Laxantia: Osmotisch: trekken osmotisch water aan
aderen naar het met zuurstof voedingsstofen
lactase) breken
af
gaan richtng de
haarvaten
hart
opname
aan cellen (concentratieverschil), faeces zachter en groter
afgegeven
Bulkvormend: moeilijk verteerbare vezels, bacteriën
De dikke darm onttrekt water en vitaminen uit de spijsbrij die uit de dunne darm verteren deze gedeeltelijk. De gassen hierdoor verlagen
komt. Wat er over blijft komt in het rectum terecht totdat deze vol is en wordt via de pH en verhogen volume
anus uitgescheiden.
Stimulerende laxantia: verhogen watergehalte, prikkelen
de darmwand chemisch om peristaltische beweging te
stimuleren
, Algemene fysiologie Pijnstillers
Meet het externe en interne milieu Analgetisch Antiflogistisch Antipyreptisch
Integreert informatie van de zintuigen (PZS CZS afferent, via Pijnstillend Ontstekingsremmend Koortsverlagend
dendrietaxonsynapsknopdendriet)
Coördineert gewilde en ongewilde reacties van andere orgaanstelsels
Paracetamol Remt prostaglandine-aanmaak, waarschijnlijk in COX-III
in de hersenen. Te hoge dosering? Toxische
Soorten zenuwstelsels en werking bij welke situatie:
metabolieten binden aan levercellen, deze sterven af.
Animaal / autonoom. Binnen autonoom: Leverfunctie vermindert. Antiflogistisch, antipyreptisch
Sympathisch: actief bij inspanning. Kortere strengen zenuwen die wat NSAID Remt prostaglandine-aanmaak door COX-I en COX-II te
langer worden per orgaan. Verhogen hartslag, remmen. Echter, een stukje homeostase waar COX-I
ademhalingsfrequentie, etc. voor zorgt, wordt verstoord. Bijv. het maagslijmvlies wordt
dan zwakker en aangetast door het maagzuur. Ideaal is
Parasympatisch: actief in rust (bijv. spijsvertering), 1 lange uitloper van dus om alleen COX-II te remmen. Analgetisch,
zenuwen die op het laatst splitst. Antiflogistisch, Antipyreptisch
Synapsknop: informatieoverdracht via neurotransmitter (ladingsverschil) Zwakwerkend opioïde Remmen het pijnsignaal, kan 2 mechanismen hebben:
dremp 1. Opengaan calciumkanalen remmen (geen afgifte van
neurotr elwaar neurotransmitters)
calcium calcium neurotr
ansmit de in enzym 2. Postsynaptische receptoren voor neurotransmitters
kanaal uit ansmit
ers postsyn breekt blokkeren
open, cytoplas ers aan
komen aptsch neurotr
ionen ma natriu
vrij ? ansmit Analgetisch, Antiflogistisch, Antipyreptisch
synaps verwijder mkana
(exocyt signaal er af
knop in en al
ose) ontvan Sterkwerkend opioïde Zelfde mechanisme, maar nog sterker. Heeft dus
gen ook meer bijwerkingen. Is voor de ernstige pijn na
bijvoorbeeld een aanrijding, amputatie, etc.
Neurotransmitters signaleren: synthese, opslag, afgifte, heropname, afbraak. Analgetisch, Antiflogistisch, Antipyreptisch
Plaats in het lichaam bepaald in grote mate het effect er van. Bekende
neurotransmitters: dopamine, noradrenaline, serotine, GABA. Bij chronische pijn vaak een sterwerkende pijnstiller geïnjecteerd, maar dit
kan ook eer niet te lang (verlsaving, constante aanmaak dopamine, GABA
Pathologie: Nociceptieve pijn, hoort bij nociceptoren of schakelcellen niet geremd)
1. Activatie : waarneming
2. Transductie : pijninformatie geleiding naar CZS (afferent)
3. Perceptie: in de hersenen aangekomen. Bewustwording van pijn.
4. Modulatie : vrijzetten endorfine (lichaamseigen opioïde achtige peptide)
Betrokken zijn enzymen COX-I en COX-II (cyclo-oxigenase I en II)