Prehonours programma technische verpleegkunde
Geneeskunde: Farmacotherapie bij hart- en vaataandoeningen
Je kunt uitleg geven over de werking, indicaties, belangrijkste bijwerkingen,
toedieningswijzen en eventuele gevaren of bijzonderheden, zoals bekende contra-
indicaties en interacties, van de volgende farmaca:
Diuretica
Werking = verhoging diurese (urineproductie) → vergroten uitscheiding van natriumchloride
(zouten) en water door vermindering van de terugresorptie in de nieren (in de tubulus).
Verschillende soorten → iedere soort oefent zijn werking in verschillende delen van de nier uit:
- Osmotische diuretica = indirect werkend, bv. Mannitol. Verhogen osmotische druk van het
plasma en het interstitium → water wordt onttrokken aan de intercellulaire ruimte. Wordt
niet gebruikt bij hart- en vaatstoornissen.
- Lisdiuretica
• Werkingsmechanisme: Lis van Henle
o Remming Na+/K+/2Cl--co-transport → remming passieve transport van Na+ (en
passieve resorptie van Ca2+)→ verlaging van toniciteit van medulla → verminderd
vermogen van nier tot urineconcentratie.
o Hoger aanbod van Na+ in distale tubulus en 1e deel van verzamelbuis activeert het
Na+/K+-countertransport met een verhoogde K+-uitscheiding.
o Krachtig/snelwerkend. Remming resorptie van natrium/chloride in (opstijgende
been) lis van Henle. → osmotische waarde van urine blijft hoog en van interstitium
van nier relatief laag. → minder water aan urine onttrokken, diurese neemt toe.
• Werking: Sterk diuretisch en natriuretisch, matig kaliuretisch en calciuretisch, licht
antihypertensief
• Verschillende soorten: Bumetanide, Furosemide
• Indicaties:
o Overvulling → er wordt meer water dan natrium uitgescheiden
▪ Oedeem door hartfalen, nefrotisch syndroom, levercirrose
▪ Oedeem of hypertensie bij chronische nierinsufficiëntie
o Acute hypercalciëmie
o Intoxicaties (zelden nog gebruikt hiervoor)
• Bijwerkingen: vermindering effectief circulerend volume, hypokaliëmie, hyponatriëmie,
hypomagnesiëmie, hypochloremische alkalose, verhoging urinezuurspiegel, ototoxiteit
- Thiazidediuretica
• Werkingsmechanisme: Distale tubulus
o Remming van Na+/2Cl--co-transport → remming passieve transport van Na+ →
verminderde lokale resorptie van Na+ en water.
o Hoger aanbod van Na+ in distale tubulus en 1e deel van verzamelbuis activeert het
Na+/K+-countertransport met verhoogde K+-uitscheiding.
o Calciumretentie en verlaging perifere weerstand (mechanisme hiervan onbekend).
o Vermindering resoprtie van natrium/chloride uit de distale tubulus. Effect
zwakker dan lisdiuretica. De resorptie van Ca2+ uit de urine wordt gestimuleerd.
• Werking: Matig diuretisch, natriuretisch en kaliuretisch, calciumretentie bevorderend
en antihypertensief.
• Verschillende soorten: Hydrochloorthiazide, Chloortalidon, Indapamide
• Indicaties:
o Hypertensie → er wordt meer natrium dan water uitgescheiden.
o Oedeem door hartfalen, nefrotisch syndroom, levercirrose (Oedemen)
o Renale diabetes insipidus
o Idiopathische (hyper)calciurie, profylaxe en kalkhoudende nierstenen
• Bijwerkingen: hypokaliëmie, hyponatriëmie, hypomagnesiëmie, hypochloremische
alkalose, verhoging urinezuurspiegel
, Prehonours programma technische verpleegkunde
- Kaliumsparende diuretica
• Werkingsmechanisme: corticale verzamelbuis
o Remming van actieve Na+/2Cl-/K+/NH4+-co-transport zonder tussenkomst van
aldosteron (amiloride en triamtereen) en via blokkade van de aldosteronreceptor
(eplerenon, spironolacton). Aldosteronantagonist die natrium-kaliumuitwisseling
in de nieren verhindert, zodat kalium verminderd wordt uitgescheiden.
• Werking: Licht diuretisch en natriuretisch.
• Verschillende soorten: Amiloride, Triamtereen, aldosteron-antagonisten; eplerenon,
spironolacton
• Indicaties:
o Oedeem en ascites door hartfalen of levercirrose
o Aldosteron-antagonisten worden in lage dosering toegepast om de negatieve
effecten van aldosteron op hart- en vaatsysteem tegen te gaan
• Bijwerkingen: hyperkaliëmie, zeker als ook andere geneesmiddelen worden gebruikt
die de kaliumspiegel verhogen, bv. ACE-remmers, AT1-antagonisten en β-blokkers
• Eventuele gevaren of bijzonderheden:
o I.c.m. thiazidediureticum indien kaliumdepletie te verwachten is
o Spironolacton kan bij ca. 9% van de mannen gynaecomastie veroorzaken
Indicaties:
- Oedemen → lokaal/systemisch ontstaat een grote hoeveelheid interstitieel vocht (oedeem)
- Hypertensie → hoeveelheid extracellulair volume (ECV) is doorgaans normaal. De door een
diureticum initieel ontstane vermindering van intravasale volume en de daarmee gepaard
gaande bloeddrukdaling, wordt door fysiologische mechanismen snel tenietgedaan. De anti-
hypertensieve werking komt niet voort uit diuretische werking, maar door natriuretische
werking en bij thiazidediuretica ook door vermindering van perifere weerstand.
- Idiopathische calciurie, kalkhoudende nierstenen → proximale calciumresorptie wordt
gestimuleerd = preventieve werking op vorming van calciumhoudende nierstenen.
- Hypercalciëmie
- Geforceerde diurese bij intoxicaties
Belangrijkste bijwerkingen → beperken zich doorgaans tot verstoringen van de water- en
elektrolytenbalans:
- Vermindering effectief circulerend volume → dehydratie en vermindering circulerend
volume. Symptomen; slapte, malaise, orthostatische hypotensie en spierkrampen. Te
voorkomen door voldoende te drinken, maar niet teveel (kan leiden tot hyponatriëmie) →
regelmatige controle van hydratietoestand en elektrolyten.
- Hypokaliëmie → remming van natriumresorptie leidt tot verhoogde beschikbaarheid van
natrium in distale segmenten van tubuli → verhoogde actieve uitwisseling van natrium
tegen kalium → meer dan normale uitscheiding van kalium.
- Andere bijwerkingen op de water-/elektrolytenbalans:
• Hyponatriëmie
• Hypomagnesiëmie
• Hypochloremische alkalose → verhoogde uitwisseling van Na+/K+ in distale tubulus en
verzamelbuis bevordert lokaal het countertransport K+/H+.
• Hyperkaliëmie → risico hierop wordt verhoogd door bestaande diabetes mellitus of
een verminderde nierfunctie (cave NSAID's).
- Overige bijwerkingen:
• Verhoging van serumlipiden → toename LDL, VLDL, totaalcholesterol en triglyceriden
• Verhoging urinezuurspiegel → kan bij gepredisponeerde personen jichtaanvallen
provoceren
• Ototoxiteit → symptomen; oorsuizen, doofheid, duizeligheid, vol gevoel in de oren.
Toedieningswijzen: oraal, intraveneus infuus
Eventuele gevaren of bijzonderheden: