Deze samenvatting heeft betrekking op de hoofdstukken 2 t/m 10 & 13 t/m 16 van Boekhouden Geboekstaafd deel 2. De samenvatting bevat naast de theorie ook de structuur van de vaste journaalposten, om het leren makkelijker te maken.
H.2 Fabrieksboekhouding
2.1 Eenvoudige fabrieksboekhouding
Bij een industriële onderneming worden ingekochte grondstoffen door een omgezet
in eindproducten door → transformatieproces: bewerkingen door arbeid of machines.
Het transformatieproces wordt verwerkt in de fabrieksboekhouding, waarbij de
volgende grootboekrekeningen nodig zijn:
- 300 voorraad grondstoffen
- 400 verbruik grondstoffen → kostenpost
- 700 voorraad gereed product
Wanneer alle geproduceerde producten in één jaar hetzelfde jaar zijn verkocht:
→ 700 voorraad gereed product = 0 dus staat niet op de balans
→ saldibalans & winst- en verliesrekening zijn hetzelfde
Wanneer niet alle geproduceerde producten in één jaar hetzelfde jaar zijn verkocht,
komen deze kosten niet ten laste van het resultaat. Kosten die niet tot dat jaar
behoren → via voorafgaande journaalpost overboeken van kostenrekening naar 700
voorraad gereed product.
Debet Credit
700 voorraad gereed product €…
Aan 400 verbruik grondstoffen €…
Aan 410 personeelskosten €…
Aan 430 afschrijvingskosten €…
Aan 470 interestkosten €…
Aan 490 overige kosten €…
Wanneer er aan het einde van het jaar nog een voorraad product in bewerking is,
komen deze kosten niet ten laste van het resultaat. Kosten die niet tot dat jaar
behoren → via voorafgaande journaalpost overboeken van kostenrekening naar 710
voorraad product in bewerking.
Debet Credit
710 voorraad product in bewerking €…
Aan 400 verbruik grondstoffen €…
Aan 410 personeelskosten €…
Aan 430 afschrijvingskosten €…
Aan 470 interestkosten €…
Aan 490 overige kosten €…
Saldibalans:
Debet: − totale kosten van het jaar,
− 700 voorraad gereed product &/of
− 710 voorraad product in bewerking
Credit: − 840 opbrengst verkopen,
− kosten niet verkochte producten &/of
− kosten voorraad product in bewerking
→
,Winst- en verliesrekening:
Debet: kosten die betrekking hebben op dat jaar → debet−credit op saldibalans
Credit: 840 opbrengst verkopen
→
Balans:
Debet: 700 voorraad gereed product &/of 710 voorraad product in bewerking
Winst: 840 opbrengst verkopen – alle kosten (rubriek 4)
→ Is er een voorraad aanwezig, is de winst met dat bedrag hoger dan wanneer er
geen voorraad aanwezig is.
*De kosten die betrekking hebben op dat jaar kunnen via voorafgaande journaalpost
worden overgeboekt naar 800 kostprijs verkopen:
Debet Credit
800 kostprijs verkopen €…
Aan 400 verbruik grondstoffen €…
Aan 410 personeelskosten €…
Aan 430 afschrijvingskosten €…
Aan 470 interestkosten €…
Aan 490 overige kosten €…
Gevolg saldibalans:
Debet: − totale kosten van het jaar,
− 700 voorraad gereed product &/of
− 710 voorraad product in bewerking
− 800 kostprijs verkopen
Credit: − 840 opbrengst verkopen,
− kosten niet verkochte producten &/of
− kosten voorraad product in bewerking
→
Winst- en verliesrekening:
Debet: kosten die betrekking hebben op dat jaar → 800 kostprijs verkopen
Credit: 840 opbrengst verkopen
→
Balans:
Debet: 700 voorraad gereed product &/of 710 voorraad product in bewerking
2.2 Rekeningenstelsel bij de fabrieksboekhouding
Rubriek 0 rekeningen van vaste activa, eigen vermogen, voorzieningen &
lang vreemd vermogen
Rubriek 1 financiële rekeningen
Rubriek 2 controlerende tussenrekeningen
Rubriek 3 rekeningen van voorraden grond- en hulpstoffen
Rubriek 4 kostenrekeningen
Rubriek 5 rekeningen van indirecte kosten
Rubriek 6 fabricagerekeningen
Rubriek 7 rekeningen van voorraad gereed product & product in
bewerking
,Rubriek 8 rekeningen voor verkoopresultaten
Rubriek 9 rekeningen voor de opstelling van de winst- en verliesrekening
Directe kosten: kosten waarvan rechtstreeks kan worden vastgesteld voor welk
product ze zijn gemaakt (grondstoffenverbruik, directe personeelskosten).
Indirecte kosten: kosten waarvan niet rechtstreeks kan worden vastgesteld voor welk
product ze zijn gemaakt (afschrijvingskosten, interestkosten, indirecte
personeelskosten).
Journaalpost verkoop productie onderneming: Debet Credit
130 debiteuren €…
Aan 840 opbrengst verkopen €…
Aan 181 te betalen OB €…
800 fabricagekostprijs verkopen €…
Aan 700 voorraad gereed product €…
800 fabricagekostprijs verkopen → fabricagekosten dus excl. verkoopkosten.
Fabricagekosten: kosten tot en met rubriek 7 exclusief verkoopkosten
- directe grondstofkosten
- directe loonkosten
- bedrag ter dekking van de indirecte kosten
Verkoopkosten: alle kosten die ontstaan vanaf de verkoop (rubriek 8)
Commerciële kosten: totaal van fabricagekosten & verkoopkosten van de verkochte
producten, het totaal van kosten in rubriek 8
→ de opbrengst verkopen – de commerciële kosten = totaalsaldo van rubriek 8
Functionele kostenindeling: indeling van kosten op basis van de functie in het bedrijf
(verdeling fabricage- en verkoopkosten)
Bedrijfsdrukte: wijzigingen in de productie- en verkoopomvang
Variabele kosten: kosten die reageren op wijzigingen in de bedrijfsdrukte
Constante kosten: kosten die ongewijzigd blijven, ondanks wijzigingen in de
bedrijfsdrukte
→ Interne tarieven berekenen
Werkelijke kosten / nagecalculeerde kosten:
werkelijke verbruikte hoeveelheid x werkelijke inkoopprijzen
Toegestane kosten / voorgecalculeerde kosten / standaard kosten:
toegestane hoeveelheid x standaard prijzen.
Standaard prijs = verwachte gemiddelde inkoopprijs
Toegestane hoeveelheid: hoeveelheid die nodig is bij de meest efficiënte
fabricagemethode.
→ hierdoor speelt de fabrieksboekhouding een rol in de planning & control-cyclus
Stukproductie: productiewijze waarbij het bedrijf uitgaat van de specifieke wensen
van individuele klanten
Massaproductie: productiewijze waarbij het bedrijf uitgaat van de doorsnee wensen
van een hele afnemersgroep
, → Bepaalt in grote maten de inrichting van de fabrieksboekhouding
2.3 Rubriek 9 als winst- en verliesrekening
Winst- en verliesrekening op korte termijn:
- resultatenoverzicht wat betrekking heeft op een periode korter dan één boekjaar
- overzicht dat kort na afloop van de betreffende periode gereed is
- overzicht dat de gewenste informatie bevat door de ondernemingsleiding
Om zo`n winst- en verliesrekening op korte termijn te kunnen samenstellen, moet er
in het grootboek gewerkt worden met zuivere grootboekrekeningen: saldo van een
grootboekrekening stelt een bezit, schuld of resultaat voor → permanence toepassen
→ De nettowinst kan als saldo van rubriek 9 tot uitdrukking worden gebracht, door
alle resultaten in deze rubriek te verzamelen ipv van alleen de overige resultaten.
Dit gebeurt aan het einde van elke maand, waarnaast ook de cumulatieve bedragen
kunnen worden berekend (voor hoever het jaar is verstreken).
Journaalpost resultaten van rubriek 4 en 8 overboeken naar rubriek 9:
Debet Credit
900 bedrijfskosten €…
Aan 499 overboekingsrekening €…
899 overboekingsrekening €…
Aan 940 brutowinst op verkopen €…
vervolgens →
Journaalpost saldo van rubriek 9 (credit – debet) overboeken naar het EV:
Debet Credit
999 overboekingsrekening €…
Aan 040 eigen vermogen €…
499, 899, 999 overboekingsrekeningen → collectieve overboekingsrekeningen
Hierdoor: - overboekingsrekening van betreffende rubriek gebruiken
- saldi van diverse grootboekrekeningen intact houden
- informatie over de periodekosten blijft intact
H.3 Categoriale kostenindeling in rubriek 4
3.1 Kosten en kostensoorten
Kosten in een industriële onderneming: geldwaarde van de productiemiddelen die
worden opgeofferd om eindproducten op de verkoopmarkt te kunnen aanbieden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper studentbedrijfseconomiee. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.