‘Zuigeling
Groei
In de eerste levensweek vallen alle pasgeborene af, doordat ze nog weinig voeding krijgen en vocht
verliezen. Tien tot veertend dagen na de geboorte horen ze weer op het geboortegewicht te zijn
(gemiddeld 3300 gram). In de eerste maanden neemt het gewicht met 150 tot 200 gram per week
toe. De groeisnelheid is in deze periode enorm. Na ongeveer 4 maanden weegt de zuigeling ongeveer
6 kilo. In de loop van het eerste levensjaar neemt de groeisnelheid geleidelijk af tot 100 tot 150 gram
per week. Als de zuigeling 1 jaar oud is, weegt hij ongeveer 10 kilo. Na een jaar is de zuigeling
ongeveer 75 cm lang.
Micte en defecate
Na het meconium is het uiterlijk van de ontlastng afankelijk van de voeding; de borst gevoede baby
heef zachtere, zoet ruikende ontlastng. Het defecatepatroon varieert van een paar keer per dag tot
eens in de paar dagen. Het ziet er heldergeel uit met vlokjes. De fes gevoede zuigeling heef wat
vaker iets vastere ontlastng die sterker ruikt doordat fesvoeding niet helemaal wordt verteerd. De
ontlastng ziet er geelbrui uit. Als de baby overgaat op vast voedsel, neemt de frequente af en de
geur en samenstelling worden anders. De ontlastng krijgt een vaste vorm. Een gezonde pasgeborene
plast ongeveer 6 keer per dag. Het is een teken dat hij genoeg vocht binnenkrijgt. Meisjes kunnen
door de invloed van moederlijke hormonen licht bloedverlies, een pseudomenstruate, hebben.
Slapen
In de eerste maanden slaapt een zuigeling ongeveer 16 uur per dag. Hij wordt wakker voor een
voeding en valt kort daarna weer in slaap. Na 3 tot 4 maanden slapen de meeste kinderen ’s nachts
door. Overdag heef het dan nog 3 slaapperioden. Vanaf 6 maanden slaapt het kind overdag twee
keer. De duur van de slaapjes overdag wisselt per kind, maar wordt korter naarmate het kind ouder
wordt. In de leefijd van 1 jaar slaapt een kind gemiddeld ongeveer 13 uur, waarvan tweemaal 1 uur
overdag. In vergelijking met volwassenen heef een zuigeling een korte slaapcyclus, waardoor hij
lichter slaapt en gemakkelijker wakker wordt.
Gebit
De eerste tanden komen door tussen 5 en 6 maanden. Als eerste breken de snijtanden door, eerst
onder, een maand later boven. Er er een tand doorkomt, bijt het kind meer op zijn bijtring, speeltjes
of handjes. Ook neetm de speekselproducte fink toe, waardoor het veel meer kwijlt. Het kind heef
vuurrode wangen en kan zich onpretg voelen. Na de centrale snijtanden komen de naastgelegen
snijtanden door; eerst onder daarna boven.
Schedel
De schedel van een zuigeling bestaat uit een aantal schedelbeenderen die door kraakbeen met elkaar
zijn verbonden. Deze verbindingen zijn voelbaar als de schedelnaden. Daartussen bevinden zich de
fontanellen die bij elk kind verschillend van afmetng zijn. De kleine fontanel is 6 tot 8 weken na de
geboorte meestal niet meer te voelden. De grote fontanel sluit meestal tussen de 10 en 14 maanden.
Om ervoor te zorgen dat de schedel symmetrisch groeit, moet een voorkeurshouding worden
voorkomen.
,Fijne motoriek, adaptate, persoonlijkheid en sociaal gedrag
Voordat een kind een voorwerp kan vastpakken en loslaten, moet de primiteve grijprefee
verdwijnen. Dit gebeurt na 3 tot 6 maanden. In rugligging kijkt het kind dan naar zijn handen en
speelt ermee. 1 maand later probeert hij een voorwerp te pakken. Dit gaat nog ongecontroleerd.
Felgekleurde voorwerpen trekken gemakkelijk zijn aandacht. Weer een maand later grijpt het kind
gericht naar wat hij ziet. Vanaf 8 tot 9 maanden kan hij een voorwerp vasthouden. Een kind van 7
maanden of ouder volgt een speeltje dat op de grond valt. Een kind besef dat een voorwerp blijf
bestaan als hij het niet ziet. Vanaf 10 maanden gebruikt hij het de pincetgreep. Tot de leefijd van 1
jaar stopt het alle dingen in de mond. De persoonlijkheid wordt deels bepaald door het temperament
van het kind.
In het tweede halfaar wordt de zuigeling zich bewuster van zijn eigen gedrag en de eigen reactes
daarop. In het eerste halfaar reageert de zuigeling positef op aandacht van alle personen in zijn
omgeving. In de volgende periode houdt hij contact met vreemde personen steeds meer af. Deze
eenkennigheid begint als het kind ongeveer 8 maanden oud is en is een uitng van scheidingsangst.
Communicate
Het eerste levensjaar wordt wel de voortalige periode genoemd, omdat het kind nog niet praat. Toch
is er communicatee ouder en kind kijken naar elkaar en reageren op elkaar. Het kind communiceert
non-verbaal. Het gehoor functoneert al voor de geboorte. Een kind herkent al in de eerste weken de
stem van zijn moeder. Bij 2 maanden lacht het kindje naar de ouder, vanaf 3 maanden draait de
zuigeling het hoofd naar geluid. Rond 6 weken maakt de zuigeling zelf geluidjes.
Grove motoriek
De motoriek van een pasgeborene kent zogenheten primiteve refeeen, onwikkelkeurige
bewegingspatronen. De moro-refee is een schrikreacte die wordt uitgelokt door het hoof van het
kin plotseling te laten zakken, als het goed is open het kind zijn arme en benen als reacte. De
grijprefee kan worden opgewekt door een vinger in de hand van het kind te leggen. De zoek- en
haprefee is zichtbaar als de wang van de baby wordt aangeraakt. Als een pasgeborene rechtop
wordt gehouden, heef hij moeite met zijn hoofdbalans. Vanuit een liggende houding leert het kind
het hoofdje op plaatsen. Vanaf zes maanden kan het kind ziten, na 8 maanden zonder hulp. Van 9
tot 10 maanden leert een kindje zich te verplaatsen. Aan het eind van het eerste levensjaar leert het
kind te gaan staan.
Verzorginge lichamelijke zorg, psychosociale zorg, voeding van de zuigeling
Zuigelingen brengen hun eerste levensjaar voor een groot deel in bed door. De zuigeling hoef niet
elke dag in bad, dit kan voor een droge huid zorgen. Het gebruik van zeep is niet nodig. Observates
die je tjdens de verzorging kunt doen zijne
Huilen
Bewegingen
Reacte op geluid
Uitscheiding
Temperatuur
Huid
, Juist in het 1e levensjaar ontstaat een bad met de verzorg, wat een basis vormt voor de rest van zijn
leven.
Een pasgeborene krijgt fes- of borstvoeding. De baby wordt binnen 1 uur na de geboorte aangelegd
om de borstvoeding te laten slagen. De borstvoeding wordt gestmuleer door het kind vaak en op
vraag te laten drinken. Een baby krijgt zo’n 6 á 8 voedingen per 24 uur. Tot de leefijd van 6 maanden
heef een kind alleen eetra vitamine en D nodig. Vanaf 4 maanden krijgt het kind vast voedsel,
vanaf 6 maanden werkt de slik- en kauwfuncte goed. Voor elke leefijdsgroep is er wel een speciale
kunstvoeding verkrijgbaar.
Effecten van opname voor de zuigeling
Een langdurige scheiding van een zuigeling van zijn ouders staat een goed hechtngsproces in de weg.
Daarom zijn ouders van jonge kinderen steeds vaker aanwezig bij een kind dat is opgenomen, dit
heet gezinsgerichte zorg. Pasgeborenen hebben baat bij huid-op-huidconatct, dit heet kangoeroeën.
Ook voor de integrate van de pasgeboren baby in het gezin werkt een opname verstorend.
Peuter
Groei
Nadat het gewicht in het eerste levensjaar is verdrievoudigd tot 10 kilo, komt er in de volgende jaren
2,5 kg per jaar bij. In de lente groeit de peuter tussen het eerste en tweede jaar 12,5 cm. Op het
consultatebureau wordt de groei bijgehouden en over een langere periode gevolgd. Bij ziekte, of als
een kind grote stappen in de psychomotorische ontwikkeling maakt, groeit hij minder snel. De
lichaamsbouw verandert. Hij is actever en verbruikt zijn baby vet; hij ziet er minder mollig uit.
Micte en defecate
De ontlastng verandert met het introduceren van andere, vaste voeding. De frequente is een tot
tweemaal per dag. Het aspect van de ontlastng is vaak brijachtg; dit is normaal. Een peuter plast
vaker dan een zuigeling. Vanaf 2,5 jaar kan een begin worden gemaakt met de zindelijkheidstraining.
Pas dan heet het kind controle over zijn sluitspier. Hij kan een redelijke hoeveelheid urine en
ontlastng ophouden aandrang voelen. Dat moment verschilt per kind. Een kind wordt eerst overdag
zindelijk voor urine, later voor de ontlastng en inde nacht. Rond 3 jaar zijn de meeste kinderen
overdag zindelijk.
Slapen
Geleidelijk neemt de behoefe aan slaap af. Een 3-jarige peuter gaat overdag nog een uurtjes naar
bed en slaapt ’s nachts ongeveer 11 uur. Hierin is de variate groot. Peuters willen niet altjd gaan
slapen en slapen minder goed door. Soms komt dit doorat ze angstg wakker worden na een droom,
soms doordat ze een drukke dag hebben gehad en daarvan ook ’s nachts nog onrustg zijn. Maar ook
een gevoel van alleen zij kan slaapproblemen veroorzaken, zoals bij een opname in het ziekenhuis.
Een knuffelbeest kan die troost bieden.
Gebit
Na de snijtanden komen op 2-jarige leefijd de hoektanden en kiezen van het melkgebit door. Bij een
kind van 2,5 is het melkgebit compleet. Een goed verzorgd gebit is de basis voor een gezond blijvend
gebit.
