Samenvatting van hoofdstuk 1 t/m 12 en een stuk hoofdstuk 13 van het boek: Nederlands Vermogensrecht bij Scheiding, deel A. Voor het vak Relatievermogensrecht.
Hoofdstuk 1: Inleiding, het huwelijk en de ontbinding daarvan
Het huwelijk is een geïnstitutionaliseerde relatievorm. Een definitie van huwelijk
ontbreekt in de wet, omdat ieder huwelijk andere afspraken en intenties kent. Het
huwelijk is geen overeenkomst in vermogensrechtelijke zin.
Aan het institutionaliseren van een relatie zijn nadelen verbonden. Zo kan het zijn dat
het instituut de relatie overleeft. Je kunt een huwelijk in stand laten, ondanks dat er
geen sprake meer is van een relatie, omdat je de gevolgen van ontbinding van het
huwelijk te groot vindt. Denk hierbij aan alimentatie en de rechterlijke tussenkomst.
Hoofdstuk 2: Wat zijn de algemene kenmerken van huwelijksvermogensrecht?
Men kan aan de hand van verschillende criteria onderscheid aanbrengen in de regels
van huwelijksvermogensrecht.
Dwingende bepalingen en vorm vrije bepalingen.
Regels die extern (hoofdelijke aansprakelijkheid voor de ten behoeve van de
huishouding aangegane verbintenissen) werken en regels die intern
(verplichting tot getrouwheid) werken.
Wetshervormingen
Invoering BW in 1838 tot invoering Lex van Oven 1957;
Tot Lex van Oven: man had bestuur, een gehuwde vrouw was
handelingsonbekwaam
Lex van Oven: mogelijkheid huwelijk huwelijkse voorwaarden aan te gaan en
opheffing handelingsonbekwaamheid van de vrouw;
Invoering Lex van Oven 1957 tot invoering Boek 1 nieuw BW op 1-1-1970;
Invoering Boek 1 nieuw BW op 1-1-1970 tot aanpassing BW 1 en 2 op 1-1-
1992;
Art. 1:130 BW is ook van toepassing op huwelijkse voorwaarden die al tot
stand zijn gekomen voor de invoering van het Boek 1 nieuw BW.
1992: obligatoire rechtshandelingen worden niet meer als
bestuurshandelingen aangemerkt.
Vanaf 1-1-1992 tot invoering geregistreerd partnerschap 1-1-1998;
Invoering geregistreerd partnerschap en openstelling van het huwelijk vanaf 1-
1-1998. Sinds 2001 staat het huwelijk open voor personen van gelijk geslacht.
Dit was één van de redenen om het huwelijksvermogensrecht te
moderniseren.
1. 2001: eerste tranche. Afschaffing samenwoonplicht echtgenoten, een
‘lathuwelijk’ is toegestaan. vereenvoudiging procedure wijziging huwelijkse
voorwaarden staande huwelijk (geen advocaat meer nodig; geen advertenties
meer plaatsen, geen afwijzing door rechter als redelijke grond ontbreekt;
rechterlijke goedkeuring mag alleen nog worden afgewezen bij benadeling
schuldeisers of strijd met dwingend recht/goede zeden/openbare orde.))
, 2. 2002: tweede tranche. Verrekenbedingen in de wet opgenomen. Deze
bepalingen zijn regelend recht, het is geen limitatieve opsomming van
mogelijke verrekenbedingen.
3. 2012: derde tranche. Overgang van algehele gemeenschap van goederen
naar beperkte gemeenschap van goederen.
Al het voorhuwelijks vermogen en alle erfrechtelijke verkrijgingen vallen in het
Nederlandse stelsel van algehele gemeenschap van goederen in beginsel in de
gemeenschap. Er zijn voor en tegenstander van de algehele gemeenschap van
goederen. Volgens de voorstanders is de wettelijke algehele gemeenschap van
goederen het meest in overeenstemming met de ware aard van het huwelijk en is het
door haar eenvoud het meest geschikt en begrijpelijk voor het volk.
Op dit onderdeel is de wet gebleven zoals deze was, maar de wettelijke algehele
gemeenschap van goederen is niet meer het meest voor de hand liggende stelsel, nu
echtscheidingen etc. steeds vaker voorkomen.
Bezwaren tegen het huidige stelsel van de wettelijke algehele gemeenschap van
goederen:
Wat van nature privé is, valt nu wel in de gemeenschap. Denk aan erfenissen,
giften en voorhuwelijks vermogen. Dit is niet een resultaat van beide
echtelieden tijdens het huwelijk verkregen. Nederland is het enige land waar
dit stelsel zo werkt met voorhuwelijks vermogen.
Ook schulden vallen in de gemeenschap. Dit kan negatief uitpakken voor de
echtgenoot die hier niet van op de hoogte is.
Binnen een huwelijk kan, naast het huwelijksvermogensrechtelijke gemeenschap,
een eenvoudige gemeenschap bestaan. Zo’n gemeenschap bestaat vaak wanneer
echtgenoten huwelijkse voorwaarden hebben opgesteld met een verrekenbeding. Op
een eenvoudige gemeenschap is de regeling van titel 7 boek 3 BW van toepassing.
Dit betekent dat er andere regels dan de wettelijke gemeenschap van goederen van
toepassing zijn.
Aansprakelijkheid: hij die aangesproken kan worden tot het verrichten van de
prestatie. Meestal is dit de contractspartij, maar soms kan er ook sprake zijn van
wettelijke aansprakelijkheid. Denk hierbij aan de verplichting tot schadevergoeding
vanwege een onrechtmatige daad. Tussen schuldeiser en schuldenaar, dus tussen
personen.
Draagplicht: voor wiens rekening komt de prestatie uiteindelijk. Bij algehele
gemeenschap van goederen is dit doorgaans 50-50. Ten laste van wiens vermogen
komt uiteindelijk de schuld.
Verhaalbaarheid: waarop de vordering verhaalbaar is. Vermogen uitwinnen, dus
tussen vermogens.
Als uitgangspunt geldt dat een schuldeiser zijn vordering op alle goederen van de
schuldenaar kan verhalen. (art. 3:276 BW)
, Het nominaliteitsbeginsel houdt in dat verplichting tot betaling van een geldsom wordt
voldaan door betaling van het nominale bedrag. Er wordt dus geen rekening
gehouden met waarde stijging of waarde daling. Slechts in bijzondere gevallen
kunnen de redelijkheid en billijkheid leiden tot een correctie.
Hoofdstuk 3: Welke rechten en plichten kennen echtgenoten?
Titel 6 boek 1 BW is dwingend recht. Met uitzondering van art. 1:84 lid 1 en 2 BW en
art. 1:87 BW. Deze titel is niet van toepassing op de van tafel en bed gescheiden
echtgenoten.
Het Nederlands internationaal privaatrecht is gecodificeerd in boek 10 BW.
Art. 10:35 BW: persoonlijke rechtsbetrekkingen tussen echtgenoten onderling
worden beheerst door het recht dat echtgenoten hebben aangewezen. Echtgenoten
kunnen slecht aanwijzen: het recht van de staat van een gemeenschappelijke
nationaliteit of het recht van de staat waar zij hun gewone verblijfplaats hebben. Het
kan voorkomen dat echtgenoten geen recht aanwijzen. Dan worden de
rechtsbetrekking beheerst door: het recht van de staat van de gemeenschappelijke
nationaliteit, bij gebreke daarvan het recht van de staat van hun verblijfplaats, bij
gebreke daarvan het recht van de staat waarmee ze het nauwst verbonden zijn.
Als een van de echtgenoten, of beide echtgenoten, meerdere nationaliteiten
bezit(ten) dan wordt geen van deze nationaliteiten als gemeenschappelijk
aangemerkt.
Art. 1:81 BW: in dit artikel staat de kern van de zorgrelatie tussen echtgenoten,
namelijk getrouwheid en het nodige verschaffen in financieel en geestelijk opzicht.
‘Het nodige verschaffen’ is een onduidelijk zinsdeel, dit moet worden ingevuld. Je
moet onderscheid maken tussen de inkomsten sfeer en de vermogenssfeer.
Art. 1:82 BW: verzorging en opvoeding van de kinderen. Dit artikel heeft alleen
betrekking op de minderjarige kinderen, gedurende het huwelijk. De verplichting
eindigt dus als het huwelijk eindigt.
Art. 1:83 BW: het recht op informatie. Echtgenoten moeten elkaar desgevraagd
inlichtingen verstrekken over het gevoerde bestuur, maar ook over de stand van hun
schulden. Dit is dwingend recht, dus verplicht. Dit artikel is niet bedoeld als algemene
verplichting om verantwoording af te leggen of het bestuur. Als een van de
echtgenoten voor het huwelijk weigert de inlichtingen te verschaffen, is het aan de
andere aanstaande echtgenoot om hieruit conclusies te trekken en een beslissing te
maken.
Art. 1:84 BW: kosten van de huishouding. Lid 1: draagplicht. Lid 2: bijdrageplicht.
Kosten van de huishouding omvatten kosten die worden gemaakt ter bevrediging van
de normale behoefte van het gezin. De bijdrageplicht en draagplicht worden
evenredig verdeeld. Afrekening moet periodiek plaatsvinden, omdat van deze kosten
veelal geen nauwkeurige administratie wordt bijgehouden. Geschillen over dit artikel
kunnen op verzoek van beide echtgenoten of één van hun aan de rechtbank worden
voorgelegd.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Annemarieworst. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.