Samenvatting theorie Politicologie
1 Problemen, politiek en politicologie
Waarom zijn politieke problemen interessant? Ten eerste omdat de politiek zich bezig houd
met het oplossen, voorkomen of verminderen van problemen. Ten tweede omdat diverse
politieke problemen invloed hebben op ons dagelijks leven. Ten derde omdat we meebetalen
aan de pogingen om politieke problemen op te lossen.
Politiek = een situatie waarbij de overheid betrokken is of zou moeten zijn (Van Deth en Vis).
Wat is een probleem? Een situatie is een probleem als aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
- Mensen beschouwen de situatie als ongewenst
- Mensen denken de situatie te moeten en te kunnen veranderen.
Problemen kennen twee aspecten: de feitelijke werkelijkheid (objectief aspect) en de
werkelijkheid zoals die ervaren wordt (subjectief aspect). Subjectieve beelden van de
werkelijkheid worden ook wel percepties genoemd.
Een politiek probleem is 'een als ongewenst en veranderbaar beschouwde situatie, waarbij
de overheid betrokken is of zou moeten zijn'(Van Deth en Vis).
Er bestaat onder mensen niet altijd overeenstemming over wat een politiek probleem is.
Deze onenigheid heeft drie oorzaken. Ten eerste hanteren mensen verschillende normen om
de werkelijkheid te beoordelen. Ten tweede ervaren mensen de objectieve werkelijkheid
verschillend; hun oordeel is subjectief. Ten derde zijn mensen het er niet over eens welke
problemen tot de politiek (moeten) behoren.
Waarom stappen mensen met hun problemen naar de overheid? De overheid is als enige
bevoegd om wetten en regels te maken. Bovendien kan de overheid oplossingen voor
problemen, desnoods met geweld, opleggen aan de ingezetenen van haar grondgebied.
Politiek = het overheidsbeleid, alsmede de totstandkoming en effecten ervan (Hoogerwerf).
In deze definitie wordt te veel nadruk op het feitelijke overheidsbeleid gelegd.
Politiek = elke mengeling van conflict en samenwerking (Laver).
In deze definitie ontbreekt de toevoeging politiek / overheid. Niet elk conflict is politiek.
Volgens diverse auteurs is het verdelingsvraagstuk de kern van de politiek.
Politiek = wie krijgt wat, wanneer en hoe? (Lasswell).
Deze definitief heeft als kanttekening: te ruim.
Politiek = het vormen en verdelen van macht (Lasswell en Kaplan).
Deze definitief heeft als kanttekening: te ruim (ieder sociaal systeem) en te beperkt (alleen
macht).
Politiek = de gezaghebbende toedeling van waarden voor een samenleving (Easton).
Deze definitief heeft als kanttekening: te ruim.
Waarden verwijzen naar alles wat mensen belangrijk vinden. Mensen streven twee soorten
waarden na:
1) materiële waarden, zoals voedsel en huisvesting
2) immateriële waarden, zoals vrijheid van meningsuiting en een gevoel van veiligheid op
straat.
Het is vooral de samenleving die waarden vormt en onderhoudt.
Politiek gaat onder meer over verdelingsvraagstukken, bijv. de verdeling van geld, macht en
waarden.
,In een collectieve-actieprobleem conflicteert het eigenbelang van elk individu in een
bepaalde mate met het eigenbelang van ieder ander individu. Collectieve-actieproblemen
kunnen zich voordoen bij vrij toegankelijke goederen en bij publieke goederen.
Publieke goederen, ook wel collectieve goederen genoemd, worden gekenmerkt door;
- ondeelbaarheid
- niet uitsluitbaarheid
De ondeelbaarheid van publieke goederen houdt in dat de hoeveelheid van een goed niet
vermindert als iemand het consumeert. De niet-uitsluitbaarheid van publieke goederen
betekent dat niemand van de consumptie van het goed kan worden uitgesloten als het goed
eenmaal tot stand is gebracht.
Waarom zou ik betalen als ik er niet van kan worden uitgesloten? Zo redeneert iedereen en
daarom worden publieke goederen niet door de markt tot stand gebracht. Mensen zijn het
liefst profiteurs, ofwel free-riders.
Politiek = het oplossen van collectieve-actieproblemen (Taylor).
Er zijn drie manieren om collectieve-actieproblemen op te lossen:
1) overheidsingrijpen
2) de verleiding om te 'free-riden' verkleinen
3) moraal
Kritiek: Ten eerste zijn diverse problemen die door sommigen als politieke kwesties worden
beschouwd, geen collectieve-actieproblemen. Ten tweede kunnen diverse problemen die
door niemand politiek genoemd worden, als collectieve-actieproblemen worden aangemerkt.
Politiek beperkt zich niet tot het oplossen van collectieve-actieproblemen. Politiek doet meer,
zoals het verdelen van waarden.
Politiek heeft onder meer betrekking op:
- de overheid (Van Deth en Vis, Hoogerwerf).
- conflict en samenwerking (Laver)
- de verdeling van geld (Lasswell)
- de verdeling van macht (Kaplan)
- de verdeling van waarden (Easton).
- collectieve-actieproblemen (Taylor)
Politiek heeft ook betrekking op besluitvormingsprocedures en instituties, markt en handel,
opvattingen, geschiedenis, machtsverschillen tussen mannen en vrouwen, en de
internationale relaties tussen staten.
Politicologen bestuderen de politiek.
,De politicologie kan omschreven worden door middel van vier centrale vragen.
Politicologie
Vier centrale vragen:
Vraag omtrent het object
Vraag omtrent de centrale begrippen
(staat en overheid, macht en invloed, democratie en vrijheid, rechten en plichten).
Vraag omtrent de wetenschappelijk strategieën
(welke theorie, welk model en welke methode van onderzoek kunnen gebruikt worden).
Vraag omtrent de wetenschappelijke benderingen:
Theoretische Empirische Normatieve Vergelijkende
politicologie politicologie politicologie politicologie
Kenmerk: Kenmerk: het Kenmerk: Het Kenmerk:
Zuivere toetsen van vraagstuk van de vergelijken naar
theorieën theorieën aan gewenste tijd en/of plaats.
feitelijke politieke orde
vereenvoudiging gegevens Tijd: diachrone
abstrahering begrippen democratie, methode
generalisatie rechtvaardigheid, vrijheid,
cyclisch gelijkheid en rechten en
Plaats: synchrone
plichten een cruciale rol. methode
Voorbeeld Voorbeeld Voorbeeld Voorbeeld
Theorie van Rechtvaardig- Veranderlijkheid
Nationale kiezers-
machtenscheiding heidstheorie van van verkiezingen
onderzoeken
van Montesquieu Rawls in Europa
De benadering van de theoretische politicologie wordt gekenmerkt door zogenoemde zuivere
theorieën van politieke verschijnselen. Een zuivere theorie kent de volgende elementen;
1) Vereenvoudiging
2) Abstrahering
3) Generalisatie
Een voorbeeld is de zuivere theorie van de trias politica van Montesquieu 1748. Hij
onderscheidt drie functies van de staat: wetgeving, uitvoering en rechtspraak.
De benadering van de empirische politicologie behelst het toetsen van theorie aan feitelijke
gegevens. Met andere woorden: klopt de theorie in de praktijk? Het proces in empirisch
onderzoek is cyclisch.
Start
Bijstelling theorie Probleemstelling
Conclusie Theorie
Gegevensanalys Operationaliserin
e g
Gegevensverza
meling
Empirische cyclus
, De normatieve politicologie richt zich op het vraagstuk van de gewenste politieke orde. Hoe
moet een stabiele en rechtvaardige samenleving eruitzien en met welke middelen kan deze
bereikt worden? Normatieve politicologie staat gelijk aan politieke filosofie. Politiek filosofen
beredeneren de principes van 'goed' en 'slecht' in de politiek. In deze principes spelen onder
meer de begrippen democratie, rechtvaardigheid, vrijheid, gelijkheid en rechten en plichten
een cruciale rol.
Een voorbeeld van politieke filosofie is de twintigste-eeuwse rechtvaardigheidstheorie van
Rawls (1971). Hij wordt de aanhanger van de procedurele rechtvaardigheid genoemd.
Volgens Rawls zullen mensen in zijn gedachte-experiment kiezen voor de volgende
rechtvaardigheidsprincipes:
1) De vrijheidsrechten van alle individuen dienen gegarandeerd te worden.
2) Banen en functies moeten voor iedereen toegankelijk zijn
3) De samenleving mag sociale en economische ongelijkheiden kennen. Maar de armsten
moeten zo rijk mogelijk zijn.
Trickle-downeffect: volgens deze economische theorie komt het bestaan van rijken ten
goede aan de armen. Een ongelijke inkomensverdeling zou als economische prikkel werken,
waardoor de totale welvaart zou toenemen.
De vergelijkende politicologie analyseert politieke verschijnselen door vergelijkingen naar tijd
(diachrone methode) en/of plaats (synchrone methode).