Operationele hulpverlening
Jaarlijks vinden vele kleine en grote incidenten plaats in Nederland. Aan al deze incidenten gaan
rampenplannen, protocollen en voorbereidende werkzaamheden vooraf teneinde de verschillende
hulpdiensten zo gestructureerd en zorgvuldig mogelijk hun taken uit te laten voeren. Aangezien er
met verschillende hulpdiensten samengewerkt zal moeten worden is een hiërarchische
bevelstructuur en een strikte naleving van procedures van groot belang. De afgelopen jaren is
binnen het domein van operationele hulpverlening de focus komen te liggen op multidisciplinaire
samenwerking. Hulpdiensten worden geacht zowel in de voorbereidende, uitvoerende en
evaluerende fase steeds nauwer en meer gestructureerd samen te werken. De veiligheidsregio is het
meest zichtbare product van deze focus op multidisciplinaire samenwerking.
In deze module zullen de belangrijkste hulpdiensten worden behandeld. Met name de Brandweer,
de GHOR-organisatie en Nationale Politie spelen een belangrijke rol met betrekking tot
rampenbestrijding en crisisbeheersing. Aan de hand van het Basisboek Integrale Veiligheid en een
reconstructie van de Moerdijkbrand zal stilgestaan worden bij de bestuurlijke organisatie tijdens
crisissituaties, de opschaling van GRIP niveaus en het nut en de noodzaak van veiligheidsregio’s.
De risicokaart geeft ons een beeld van de risico’s die er zoal zijn in een provincie en de impact van
dit risico als het tot een crisis of ramp komt. Aan de hand van deze risicokaart kunnen bestuurders
geadviseerd worden proactief de preparatie op crises ter hand te nemen.
Tot slot zal gekeken worden naar de keuzes in de doorontwikkeling die de Veiligheidsregio’s op dit
moment maken of op korte termijn zullen maken. Marco Zannoni, directeur van het COT Instituut
voor Veiligheids- en Crisismanagement, kijkt in een open brief aan de Veiligheidsregio’s naar acht
ontwikkelingen die volgens hem staan te gebeuren.
Samenvatting Basisboek Integrale veiligheid
14 De veiligheidsregio, brandweer en GHOR
Sinds 2010 kennen we in NL veiligheidsregio's, ingesteld met de Wet veiligheidsregio's
(Wvr). Ons land kent 25 veiligheidsregio's (destijds aangesloten bij de 25 politieregio's, niet
ondenkbaar is dat de veiligheidsregio's ook worden gewijzigd naar 10 regio's nu dat bij de
politie ook is veranderd).
De veiligheidsregio is een openbaar lichaam voor veiligheidszorg waarvan het bestuur wordt
gevormd door de burgemeesters van de deelnemende gemeenten en dat belast is met de
taken genoemd in artikel 10 Wvr (box 14.1). Hoofdtaken zijn volgens dat artikel o.a.: het
instellen van een brandweer, een GHOR en een meldkamerfunctie, het aanschaffen en
beheren van materieel, inventariseren van risico's, adviseren, inrichten van
informatievoorziening en preparatie inzake rampenbestrijding en de crisisbeheersing.
Belangrijkste gedachte achter de veiligheidsregio is een betere samenwerking tussen deze
diensten, beter afgestemde beleidsprioriteiten en een meer integrale aanpak van de
voorbereiding op de bestrijding van rampen en crises in een regio. Aanleiding hiervoor waren
de rampen in Enschede (vuurwerkramp 2000) en Volendam (cafébrand, 2001). Hoewel de
veiligheidsregio dus vele rollen vervult, is het belangrijk te weten dat meer dan 80% van de
uitgaven van de veiligheidsregio's brandweer-gerelateerd zijn.
,De brandweer is van oudsher een sterk hiërarchisch ingestelde organisatie. Eenhoofdige
leiding past bij het soort werk. De brandweer is een 'spullenorganisatie'. De opleiding is er
dan ook vooral op gericht brandweer mensen te leren werken met deze materialen. Ook voor
de komende jaren is een verdere afname van het aantal uitrukken te verwachten, vanwege
een andere visie op het brandweervak: van repressie naar preventie en naar een meer
gedeelde verantwoordelijkheid. Vrijwilligers spelen bij de brandweer nog steeds een
hoofdrol. Artikel 25 van de Wet veiligheidsregio's (Wvr) regelt welke taken de brandweer in
ieder geval uitvoert. De eerste twee taken zijn brandbestrijding en hulpverlening.
Van alle meldingen was ongeveer 37% loos.
Met de komst van de veiligheidsregio's is de brede rol die de brandweer in het verleen had
op het gebied van rampenbestrijding wat smaller geworden. Om te beginnen heeft de
brandweer niet meer zoals voorheen de operationele leiding bij de rampenbestrijding. Deze
rol is overgenomen door de veiligheidsregio's, waarbinnen de brandweer natuurlijk wel een
dominante speler is.
Er is meer aandacht gekomen voor de voorkant van de veiligheidsketen (proactie en
preventie). Dit heeft ook te maken met het feit dat de klassieke brandbestrijdingstaak is
veranderd. Veel (binnen)branden ontwikkelen zich tegenwoordig als gevolg van het gebruik
van andere stoffen vaak veel sneller dan in het verleden waardoor bij aankomst al sprake is
van een onbeheersbare brand. Het voorkomen van brand wordt dan steeds belangrijker om
mensenlevens te sparen. Hierdoor is er ook aandacht gekomen voor andere blustechnieken.
GHOR; Geneeskundige hulpverlening bij Ongevallen en Rampen, ook wel geneeskundige
hulpverleningsorganisatie in de regio (Ghor) genoemd, coördineert de inzet van de
geneeskundige diensten binnen de witte kolom. De GHOR valt onder de veiligheidsregio en
maakt organisatorisch deel uit van de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD). De
GHOR is, in tegenstelling tot brandweer en politie, geen grote eigenstandige organisatie,
maar meer een netwerkstructuur die bij opgeschaalde zorg (in bijzondere, rampenachtige
situaties) andere medische hulporganisaties aanstuurt en verbindt. De GHOR heeft buiten
rampen en crises een adviserende rol aan de 'voorkant van de veiligheidsketen' (proactie en
preventie). De GHOR heeft haar juridische grondslag in de Wvr. De GHOR is in 1999 in het
leven geroepen omdat er in geval van een ramp nogal wat schortte aan de samenwerking
tussen de medische hulpverleningsdiensten binnen de witte kolom.
De GHOR heeft buiten het geval van een ramp of crisis een belangrijke rol in de
voorbereiding op rampenbestrijding. De organisaties uit de witte kolom werken samen met
partners uit andere kolommen, met name de brandweer, politie en gemeente. Deze
samenwerkingspartners schakelen in het geval van een ramp of crisis op tot één
geneeskundige hulpverleningsketen onder de operationele leiding van de GHOR.
Artikel 16Wvr bepaalt dat het bestuur van de veiligheidsregio - dat bestaat uit de
burgemeesters van de deelnemende gemeenten - een crisisplan vaststelt. Dat betreft één
plan voor alle gemeenten binnen die regio. Een crisisplan is een organisatieoverzicht dat de
verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken ten tijde van de rampenbestrijding en
crisisbeheersing regelt. Daarnaast dient de veiligheidsregio eens in de vier jaar een
beleidsplan te maken. Daarin staat onder ander een inventarisatie van de gevaren die in de
gemeenten een ramp kunnen veroorzaken. Op basis van dat risicoprofiel kan het bestuur
van de veiligheidsregio een rampenbestrijdingsplan opstellen. Dat is een voorbereid
(aanvalsplan)voor situaties waarin een ramp naar plaats en aard voorzienbaar is.
, Met de komst van de Wvr is veel verantwoordelijkheid van de gemeente naar het bestuur
van de veiligheidsregio overgegaan. Tijdens een ramp heeft de burgemeester het
opperbevel. Simpel gesteld betekent het dat hij/zij dan de baas is voor zover het de
rampenbestrijding betreft. De toevoeging 'voor zover dat rapenbestrijding betreft' staat er niet
voor niets. Het betekent dat een burgemeester rekening moet blijven houden met andere
belangen (bijv. een milieu belang, veterinair belang).
Formele verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken in de rampenbestrijding
Burgemeester en wethouder (B&W):
- De burgemeester mag alle bevelen en regel geven die hij nodig acht in geval van een
ramp of zwaar ongeval (art. 175 en 176 Gemeentewet).
- De burgemeester heeft het opperbevel in de gemeente (art. 5 Wvr).
De voorzitter van de veiligheidsregio:
- Indien naar het oordeel van de voorzitter van de veiligheidsregio een ramp
gemeentegrensoverschrijdend is, roept hij het RBT bijeen en krijgt hij de bevoegdheid om
namens de gemeenten voor het hele gebied besluiten te nemen (art. 39 Wvr).
Het bestuur van de veiligheidsregio (veiligheidsbestuur).
- Is belast met de voorbereiding van de bestrijding van rampen en crisissituaties (art. 18
Wvr).
- Stelt voor het hele gebied van de regio een crisisplan vast: een organisatieoverzicht dat
de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken ten tijde van de rampenbestrijding en
crisisbeheersing regelt.
- Stelt een beleidsplan vast voor de hele regio op basis van een inventarisatie van de
risico's (risicoprofiel).
- Stelt een rampenbestrijdingsplan op voor elke ramp waarvan de plaats, de aard en de
gevolgen voorzienbaar zijn.
De commissaris der Koning (CdK):
- Kan namens de minister beleidsaanwijzigingen geven aan burgemeesters (art. 42 Wvr).
- Beschikt niet over een parate operationele organisatie en heeft geen bevelslijn met de
operationeel leider (OL).
Minister van Justitie en Veiligheid (J&V)
- Kan beleidsaanwijzingen geven aan de voorzitter van de veiligheidsregio via de CdK (art.
42 Wvr).
- Stelt in overleg met betrokken ambtgenoten het beleid vast; de coördinatie geschiedt in
dat geval vanuit het Nationaal Crisiscentrum van J&V (NCC).