NATIONAAL &
INTERNATIONAAL
PROCEDEREN
*LS = Lidstaat van de EU
*OVK = overeenkomst
*OD = onrechtmatige daad
*HFKV = Haags Forumkeuze Verdrag
*i.b. = in beginsel
*HvJ-EU = Hof van Justitie van de Europese Unie
*EVRM = Europees Verdrag van de Rechten van de Mens
*h.b. = hoger beroep
Week 4 – Rol van de rechter & partijen,
toepasselijk recht en de cassatieprocedure
Rechter partijen
1. Inleiding: De rechter en partijen hebben corresponderende plichten. Met de
(hopelijke) komst van KEI verandert de rol van de rechter qua regie en termijnen.
Qua bewijslevering verandert er iets, maar niet veel (ook al zonder
bewijsopdracht). De rechter is ook nu al steeds actiever en mag zelf
bewijslevering bevelen. KEI is deels gebaseerd op de verwachting van de
wetgever dat door een grotere regievoering van de rechter de doorlooptijden
zullen worden verkort en de tevredenheid van de rechtszoekende zullen worden
vergroot. Tot nu toe blijven art. 24 jo. 25 Rv ongewijzigd. N.B. Deze worden wel
gewijzigd bij het Wetsvoorstel Modernisering bewijsrecht, waarbij de rechter
actief op zoek gaat naar de waarheid.
2. Toepassing
Ow Partijen Rechter
Recht Bepalen omvang rechtsstrijd Gebonden aan rechtsstrijd (art. 23,
s- (art. 23, 24, 149 Rv) 24, 149 Rv), maar vult wel
strijd rechtsgronden aan (art. 25 Rv)
Waar- Waarheidsplicht (partijen Bevel overleveren stukken (art. 22 jo.
heids- moeten zaken niet 22 a-b = KEI vervroegd in werking)
plicht achterhouden, rechter moet
rechtspreken over hetgeen
daadwerkelijk gebeurd is) (art.
21 Rv)
Proce Vlot procederen: Regie door de rechter (KEI vervroegd
- - art. 20 Rv jo. 6 EVRM in werking):
deren - art. 113 Rv - art. 19 lid 2: beslissingen goed
- art. 111 lid 3 jo. 128 lid 5 Rv: verloop procedure
op tijd komen met bewijs en - art. 120 lid 4 jo. 128 lid 5 Rv:
, verweermiddelen (1 sanctie substantiëring bevel
schriftelijke ronde) aanvullende gegevens óf rechter
kiest zelf sanctie
Bewij Partijen stellen feiten en Rechter kan een bewijsbevel geven,
s leveren ook bewijs: medewerking van de rechter is dan
- schriftelijk bewijs zónder nodig:
medewerking rechter (art. 85 - getuigen, deskundigenbericht,
Rv) descente (artt. 166, 194, 201 Rv)
- op bevel rechter (art. 22 Rv, N.B. bij KEI: zónder bewijsopdracht
evt. 843a Rv) ná toestemming rechter getuigen of
deskundigen bij mondelinge
behandeling horen (art. 30k lid 2 KEI
Rv)
Huidig Rv KEI
Rechter bepaalt termijnen voor Termijnen in de wet (verschijnen,
conclusies (art. 133 Rv) verweer, vonnis (incl.
verlengingsmogelijkheid), maar de
rechter kan afwijking mogelijk maken
(artt. 30o jo. 19 Rv)
Uitwerking in procesreglement Uitwerking in procesreglement,
volgens huidige procesreglement
Procedureverloop: artt. 111 128 Basisprocedure: artt. 30a 30j 30k
131 132 Rv Rv, maar afwijking is mogelijk (art.
30o Rv)
3. Conclusie
De aanvullende rechter: een konijn uit een hoed
toveren
1. Inleiding: De rechter vult ambtshalve de rechtsgronden aan volgens art. 25
Rv, ténzij een partij er nadrukkelijk beroep op moet doen:
- art. 3:322 lid 1 BW: verjaring;
- art. 110 lid 1 BW: relatieve bevoegdheid (tenzij bij consument);
- art. 236 Rv: gezag van gewijsde.
Het is een balanceeract: de rechter moet wel binnen de rechtsstrijd van de
partijen blijven, o.g.v. door partijen aan de vordering/ het verweer ten grondslag
gelegde feiten (art. 24 Rv); de partijen de grenzen van het confict bepaald, de
lijnen van het confictveld getekend. Het is niet voldoende dat de feiten ten
processe zijn gebleken, tenzij het een recht van openbare orde betreft (bv. de
Richtlijn Oneerlijk Bezwarende Bedingen).
~Regiopolite/Hovax: HR: Eigen schuld ambtshalve aan de orde stellen mag
eigenlijk niet. Maar het is niet nimmer mogelijk, indien in het verloop van het
processuele debat voor de hand ligt dat er een beroep op wordt gedaan (i.c. de
aansprakelijkheid is vastgesteld, is het logisch dat het over eigen schuld zal
gaan). Het mag geen geheel nieuw verweer zijn = Het mag geen totaal
onverwachte konijn uit een hoge hoed zijn. (Volgens Lely-Van Dam is dit eigenlijk
al een toepassing van het nieuwe art. 24 lid 2 Rv).
2. Toepassing
3. Conclusie
, Verloop hoger beroep
1. Inleiding:: Het hoger beroep verloopt volgens een strak stramien.
2. Toepassing
# Wat
1 Dagvaarding
2 Betekening door geïntimeerde
3 Inschrijving op de rol
4 Geïntimeerde stelt zich
5 Evt. comparatie van partijen na aanbrengen
6 Memorie van Grieven (aanvechten dictum, argumenten appellant)
7 Memorie van Antwoord (evt. grieven in incidenteel appel)
N.B. Art. 347 Rv: twee conclusie-regel (streng nageleefd, maar
uitzondering mogelijk)
8 Evt. Memorie van Antwoord van het incidenteel appel
3. Conclusie
De aanvullende rechter in hoger beroep
1. Introductie: Een hoger beroep heeft devolutieve werking: na hoger beroep
wordt de zaak volledig overgeheveld van de rechter in eerste aanleg naar de
rechter in tweede aanleg, incl. alle juridische en feitelijke vragen die
samenhangen met de zaak. Hoger beroep heeft een herkansingsfunctie, een
partij krijgt een nieuwe kans. Ook in hoger beroep leidt partijautonomie ertoe dat
partijen de rechtsstrijd bepalen, ditmaal aan de hand van hun grieven. Het hoger
beroep gaat alleen over het deel van het dictum dat aan de orde is gesteld. Bij
een recht van openbare orde is ambtshalve toetsing mogelijk, bijvoorbeeld bij
een oneerlijk beding, maar alleen als dat betrekking heeft op het deel van het
dictum waartegen is gegriefd. Zie ~Heesakkers/Voets: De rechter moet
ambtshalve onderzoek doen bij een oneerlijk beding, want het is een (EU-) gelijk
aan een recht van openbare orde. De rechter moet onderzoek doen bij álle
instanties en ook bij verstekzaken. Ook moet de rechter instructiemaatregelen
nemen en moet het beding vernietigen als hij denkt dat het een oneerlijk beding
is. De rechter mag buiten de grieven treden, maar niet buiten de rechtsstrijd: hij
moet kijken tegen welk deel van het dictum gegriefd is.
Kort en krachtig: bij een recht van openbare orde mag de rechter wel buiten de
grieven treden (de partij hoeft er niet over te hebben gegriefd), maar niet buiten
de rechtsstrijd treden (de rechter mag niks zeggen over het deel van het dictum
waartegen niet is gegriefd).
Ook hier mag de rechter dus gronden aanvullen, maar het mag geen konijn uit
een hoge hoed zijn, dus een geheel nieuw verweer, zie ~Regiopolitie/Hovax. In
~Doornenbal/Van der Spek: Er werd geen beroep gedaan op het feit dat het
beding vernietigbaar is. De rechter mag daar niet ambtshalve een beroep op
doen, dat moet de partij zelf doen. De toets uit ~Regiopolite/Hovax werd
toegepast: het was een geheel nieuw verweer.
2. Toepassing
- Situatie 1: In dictum staat onderdeel A en B. Appellant grieft tegen A, gedaagde
verweert hiertegen. Mag de rechter oordelen over B?
- Nee, want dan zou de rechter buiten de rechtsstrijd treden. De eiser had ook