De maatschappelijke context van sociaal werk
ISBN nummer: 978-90-01-87565-7
Geschreven door Galina van der Weert Met teksten van Edwin Woerdman.
1e druk.
De maatschappelijke context van sociaal werk – Galina Van der
Weert - 1e druk
Inhoud
Hoofdstuk 1 Werken in het sociale domein............................................................................................2
Hoofdstuk 2 Actoren in het sociale domein............................................................................................7
Hoofdstuk 3 Thema’s in het sociale domein.........................................................................................11
Hoofdstuk 4 Financiering van het sociale domein................................................................................14
Hoofdstuk 5 Politiek en beleid in het sociale domein...........................................................................17
Hoofdstuk 6 Politieke ideologie en besluitvorming in het sociale domein...........................................20
Hoofdstuk 7 De beleidscyclus in het sociale domein............................................................................24
Hoofdstuk 8 De historische context van sociaal beleid.........................................................................28
Hoofdstuk 9 Sociaal werk in internationaal perspectief.......................................................................32
,Hoofdstuk 1 Werken in het sociale domein
1.1 Wie is de sociaal werker?
De missie van het (sociaal-)maatschappelijk werk is: te bevorderen dat mensen in onze
samenleving tot hun recht komen als mens en als burger. Het sociaal werk richt zich daarbij
op participatie, autonomie en zelfredzaamheid.
Het werk van de sociaal werker vindt plaats op de scheidslijn van het persoonlijke en de
sociale omgeving. Dat kan heel kleinschalig zijn, maar ook op grotere schaal. Om die reden
bestaat er ook niet een eenduidig profiel van dé sociaal werker.
De meeste van de opleidingen rond sociaal werk zijn aangesloten bij het landelijk
opleidingsoverleg. De inhoud verschillende eerst nog weleens per opleiding, maar het is nu
meer op elkaar afgestemd. De meeste opleidingsinstituten zijn overeengekomen dat zij nog
maar 1 brede bachelor Social Work zullen aanbieden. Deze mondt dan uit in drie
zogenoemde uitstroomprofielen Sociaal Werk: welzijn en samenleving, zorg, en sociaal werk
en jeugd.
Competentieprofiel van de sociaal werker
Het werk van de sociaal werker speelt zich af op drie niveaus:
1. Directe leefomgeving.
-mensen waar sociaal weker mee werkt leven alleenstaand of in gezin, in een woongroep of
in een residentiële setting.
2. Netwerk. Zowel formeel als informeel.
-Informele netwerk> familie, vrienden, buren, verenigingen en buurtnetwerken.
-Formeel> netwerk van professionele hulp- en dienstverleners.
3. Gemeenschap.
-De lokale omgeving, wijk of buurt, waarin mensen wonen.
-Mensen functioneren dagelijks in deze drie sociale contexten en deze sociale contexten
hebben vervolgens ook invloed op het functioneren van mensen.
In het Landelijke opleidingsdocument sociaal werk zijn ook de kerntaken en kwalificaties van
de sociaal werker opgenomen. 3 Kerntaken van de sociaal werker:
1. Het bevorderen van het sociale functioneren van mensen en hun sociale context.
-De 1e kerntaak raakt het meest aan de kern van het dagelijks werk van de sociale
professional.
-Mensen beleven in hun sociale context allerlei zaken die van invloed zijn op hun gedrag en
functioneren. Sociale professionals richten zich erop dat mensen in hun sociale context
relaties kunnen aangaan en onderhouden.
-sociaal werker moet hiervoor open staan voor contacten en vooral kunnen
signaleren waar de behoeften liggen van mensen.
2. Het versterken van organisatorische banden waarbinnen het sociaal werk plaatsvindt.
-Het werk van de sociaal werker bevindt zich steeds meer buiten de contouren van de
organisatie waar de sociaal werker al dan niet in dienst is. De sociaal werker moet
tegenwoordig dan ook samenwerken:
-met andere disciplines (schuldhulpverlener)
-mensen die verder buiten het sociale domein staan (ergotherapeuten).
-andere (soorten) organisaties.
, -sinds transitie in 2015 heeft sociaal netwerk groter rol gekregen. Daardoor zal de
sociaal werker zich moeten verhouden tot familie, vrienden, buren en ander
betrokkenen.
3. Het bevorderen van de eigen professionaliteit en de ontwikkeling van het beroep.
-Sociaal werkers staan midden in het sociale leven en vormen op die manier een voorbeeld
voor anderen. Het is dus van groot belang dat de sociaal werker reflectief is en blijft, dat wil
zeggen dat het eigen sociale handelen overdacht wordt en voorzien wordt van een analyse.
-De sociaal werker wordt bij ethische kwesties ondersteund door de beroepscode, maar het
is ook de bedoeling dat de sociaal werker altijd het eigen handelen kan verantwoorden
binnen een ethisch en moreel kader.
-voor dilemma’s hierin heeft de sociaal werker een ethisch waardenkader nodig dat
ontwikkeld wordt door ervaring, studie en discussies met collega’s en anderen.
-Vaak hebben organisaties wel protocollen over hoe ze met verschillende situaties zullen
omgaan. De sociaal werker moet wel altijd alert blijven op de kwaliteit van het protocol.
Eigenschappen van de sociaal werker
1. Benaderen en benaderbaar zijn.
-Bij luisteren gaat het niet alleen om wat iemand vertelt, maar soms ook om wat iemand niet
vertelt.
2. Onderzoekend zijn.
-Twee stappen: 1e stap is goed luisteren, 2e stap is analyseren en onderzoeken.
-Het onderzoekend vermogen van de sociaal werker speelt zich af op verschillende niveaus.
3. Kunnen coördineren, organiseren en mensen samenbrengen om tot een oplossing te
komen.
-Dit is nodig zodat een sociaal werker kan samenwerken met anderen om oplossingen te
kunnen uitvoeren.
4. Ondernemend zijn.
5. Goed kunnen rapporteren en (schriftelijk) verantwoording kunnen afleggen over zijn
taken.
-Dit is nodig om het geld goed te kunnen verdienen (met financiering).
1.2 Wat behelst het sociale domein
Binnen het sociale domein vallen alle organisaties die op een manier met mensen werken
die gericht is op het verbeteren van een ongewenste situatie. Het sociale domein is dus een
brede categorie, waarbinnen het sociaal werk plaatsvindt. De sociaal werker lost sociale
vraagstukken op.
Het werk van de sociaal werker bevindt zich dus vooral in de categorieën welzijn, werk en
inkomen, jeugd en volksgezondheid en wordt vaak kort weergegeven als ‘zorg en welzijn’.
, 1.3 Wat betekent werken in het sociale domein?
De huidige functie van de sociaal werker heeft de afgelopen eeuwen een sterke ontwikkeling
doorgemaakt.
Ontwikkeling van de functie ‘sociaal werk’ door de eeuwen heen
•In de 19e eeuw was het liefdadigheidswerk vooral gericht op armenzorg.
-Sterk paternalistisch karakter.
-Voornamelijk door vrijwilligers.
•Na de 2e wereldoorlog bestond het maatschappelijk werk vooral uit wederopbouw.
-ontstaan formele regelingen, wat aantoont dat het maatschappelijk werk meer uit de
vrijwilligerszone en meer in de professionele sector getrokken werd.
•1965-1980 staan in het teken van emancipatie van groepen in achterstandposities.
•1990-2005 is er een periode van outreachende hulpverlening.
-Tot 2005 wordt vooral gekeken naar de behoefte van de cliënt> een maatschappelijk of
sociaal werker bekijkt de situatie en bepaalt wat er aan hulp beschikbaar is om de cliënt te
ondersteunen.
•Vanaf 2005 meer vraaggericht werken.
-Er wordt niet zozeer gekeken naar wat een professional iemand in een bepaalde situatie
kan bieden, maar naar wat de specifieke vraag van die persoon is.
Het zelforganiserend vermogen van de burger
Door de hiervoor beschreven loop van de geschiedenis is het vraaggericht werken centraal
komen te staan. Het gaat erom de burger, klant of cliënt vooral veel zelf te laten doen. Het
zelforganiserend vermogen en de zelfredzaamheid van burgers wordt meer aangesproken
en de van oudsher geboden hulpverlening verandert steeds meer in dienstverlening.
Het onderscheid tussen formele en informele zorg is hiermee ook belangrijk geworden.
-Informele zorg> zorg door sociale netwerk buiten het professionele kader.
-Formele zorg> zorg door professionals.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen nuldelijns-, eerstelijns-, en tweedelijnszorg. Dit is een
verschil in de stappen die gezet worden in ‘zorgzwaarte’.
-Nuldelijnszorg> geen professionele zorg.
-Eerstelijnszorg> huisarts en andere ‘vrij’ toegankelijke zorg. Wordt eerste lijn genoemd,
omdat dit de eerste stap is naar professionele zorg wanneer mensen het zelf of met behulp
van hun netwerk niet weten op te lossen.
-Tweedelijnszorg> specialisten waar je niet ‘zomaar’ naartoe kun maar waarvoor je een
verwijzing nodig hebt.
In de zorg wordt vaak onderscheid gemaakt tussen intramurale en extramurale zorg.
-Intramurale zorg> zorg die wordt verleend binnen een instelling.
-Extramurale zorg> zorg die wordt geleverd buiten de muren van de instelling (ambulante
zorg).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nynkepost. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.