Juridische Vaardigheden
Hoofdstuk 1
In wettenbundels staan vooral wetten in formele zin (te herkennen aan ‘wet’ in de titel). Die
zijn gemaakt door de regering (Koning + een of meerdere ministers en/of
staatssecretarissen) en de Staten-Generaal (Eerste + Tweede kamer). Naast wetten in
formele zin staan er ook regels in.
Opbouw van een wet
Opschrift
Staat de officiële naam van de wet of regeling + datum van ondertekening. Daar
achter staan meestal wijzigingen, maar die horen niet bij het opschrift.
Aanhef
Volgt na opschrift en gaat vooraf aan de wet/regeling. Hieruit kun je
wetgevingsproces herleiden (of er bepaalde staatsorganen betrokken zijn geweest,
hieraan zie je dus ook of het een wet in formele zin is).
Considerans
Doel of reden in de aanhef van het opstellen van de wet/regeling.
Corpus
De kern van een wet/regeling bestaat uit wetsartikelen. Alle wetsartikelen bij elkaar is
het corpus.
Citeertitel
Staat de officiële naam van de wet of regeling, meestal in het laatste artikel.
Wetten/regelingen kunnen gestructureerd zijn met verschillende
indelingsinstrumenten:
Boeken
Hierdoor staan de wetsartikelen die qua inhoud vergelijkbaar zijn bij elkaar.
Titels
Verdiept verder in de boeken.
Hoofdstukken
Geven de onderwerpen aan die structuur geven.
Afdelingen
Onderverdeeld de titels.
Paragrafen
Onderverdeeld de hoofdstukken.
Wetsartikelen
Zijn genummerd en als ze andere wetsartikelen noemen zijn het verwijzingsartikelen.
Gelaagde structuur houdt in dat wetten en regelingen zijn opgebouwd in lagen (boeken,
titels, hoofdstukken, afdelingen en/of paragrafen) die gaan van algemeen naar bijzonder.
Hierdoor hoeven de algemene regels niet telkens worden herhaald. Als meerdere artikelen in
strijd met elkaar zijn, gaat de bijzondere regeling (bv. Boek 6 of 7) voor de algemene regeling
(bv. Boek 3).
Schakelbepalingen zijn wetsartikelen die ook voor een bepaalde gelaagdheid van een
wet/regeling zorgen. Het is een wetartikel dat andere wetartikelen van toepassing verklaren,
buiten een laag om. Dit artikel valt ook onder andere wetten.
, Citeerwijze:
Burgerlijk Wetboek (BW)
Boek 1, titel 4 van het BW: titel 1.4 BW
Boek 10, titel 3, afdeling 1 van het BW: afdeling 10.3.1 BW
Boek 4, titel 3, afdeling 1, artikel 13, lid 3, sub a van het BW:
artikel 4:13, lid 3, sub a, BW
Algemene Wetboek (Awb)
Hoofdstuk 4, titel 4.1, Awb: titel 4.1 Awb
Hoofdstuk 5, titel 5.4, afdeling 5.4.2: afdeling 5.4.2 Awb
Hoofdstuk 8, artikel 69, lid 1, Awb: artikel 8:69, lid 1, Awb
Wetboek van Strafrecht (Sr)
Tweede boek, titel II, Sr: titel II, Tweede boek, Sr
Eerste boek, titel IIA, Tweede afdeling, Sr: Tweede afdeling, titel IIA, Eerste boek,
Sr Derde boek, titel XIV, artikel 240, Sr: artikel 240 Sr
Afkortingenlijst staat voor het eerste wetboek in de wetbundel.
Registermethode:
Gebruik het trefwoordenregister achterin de wettenbundel.
Systematische methode:
Kijk naar de inhoudsopgave van de betreffende wet.
- Publiekrecht of privaatrecht
- Wetboek
- Boek
- Hoofdstuk
- Titel
- Artikel