=>
·
Het is zaak de deelnemingsvormen go
genoemde kenmerken van de deelnem
,S
Plaats in het strafrecht
Binnen het recht kan men verschillende rechtsgebieden onderscheiden, waarbij elk rechtsgebied een min of meer afgebakende werkingssfeer heeft.
-
Voor het strafrecht geldt, eenvoudig gezegd, dat het zich bezighoudt met het bestraffen van personen die een strafbaar feit hebben gepleegd. Deze simpele karakterisering doet natuurlijk geen recht
aan de complexiteit van dit rechtsgebied, maar geeft wel aan waar het in de kern om gaat. Het strafrecht regelt wie straf kan krijgen en waarvoor.
Het straffen gebeurt niet door de burgers zelf, maar door de overheid.
De Staat heeft het monopolie op straffen.
O Als een burger een strafbaar feit pleegt, moet hij verantwoording afleggen aan
de overheid, die hem namens de samenleving straf kan opleggen.
⑳
het civielrechtelijke rechtsgebied.
Dat is een kenmerkend verschil met bijvoorbeeld het civielrechtelijke rechtsgebied. Het civiele, of burgerlijke, recht
regelt (wederom enigszins simpel gesteld) de verhouding tussen bur- gers onderling. Het regelt bijvoorbeeld de
verhouding tussen burgers als zij overeenkomsten met elkaar sluiten. Als een van de twee partijen zijn deel van een
overeenkomst niet nakomt, dan regelt het burgerlijke recht wie waarop recht heeft en op welke wijze dat recht
geëffectueerd kan worden.
De Staat blijft hier in principe buiten. Als twee burgers een civielrechtelijk geschil hebben, dan is dat hun zaak,
en niet een zaak van de overheid. Schematisch weergegeven:
Strafrecht
&
&
I
Staat
&
Burger Civiel recht
* Burger
Bestuursrecht
Daarmee is overigens niet gezegd dat strafrecht het enige rechtsgebied is dat de verhouding tussen de burgers en de Staat
regelt. Deze verhouding wordt zelfs voor een groot gedeelte beheerst door het bestuursrecht. Dit rechtsgebied regelt onder
meer de wijze waarop het openbaar bestuur moet functioneren bij het nemen van beslissingen die de burger direct of indi- rect
raken. Men kan dan bijvoorbeeld denken aan het afgeven van een ho- recavergunning door de gemeente of de beslissing van
de centrale overheid tot de aanleg van een nieuwe spoorlijn. Algemene regels op het gebied van het bestuursrecht vindt men in
de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De verhouding tussen het bestuursrecht en het strafrecht is vrij complex. Zo kunnen
soms bestuurlijke sancties worden opgelegd door een bestuursor- gaan voor gedragingen die vroeger strafrechtelijk werden
afgedaan. Onder andere worden voor een groot deel van de verkeersdelicten, zoals snel- heidsovertredingen, bestuurlijke
sancties opgelegd.
I
In civielrechtelijke zin M
In civielrechtelijke zin staat het burgers vrij elkaar voor de (burgerlijke) rechter te 'slepen'. De burger die een civielrechtelijk
geschil heeft met een andere burger, kan deze door een advocaat een dagvaarding laten sturen, om zo de kwestie voor te
leggen aan een onafhankelijke rechter die een bindende beslissing neemt. In strafrechtelijke zin is dit anders geregeld. Burgers
kunnen elkaar niet dagvaarden voor gepleegde strafbare feiten. De enige die een verdachte van een strafbaar feit voor de
(straf) rechter kan brengen is een officier van justitie. Hij is een vertegenwoordiger van het staatsorgaan dat belast is met de
vervolging van verdachten (het openbaar ministerie). Hij kan een verdachte dagvaarden, waardoor deze voor zijn da- den
verantwoording moet afleggen ten overstaan van een rechter.
=
-
,-
Dagvaardingen
Civielrechtelijke dagvaardingen Een voorbeeld:
Paul snijdt met zijn auto op een smalle gracht een fietser. De fietser, Wouter, schreeuwt: 'Kijk
worden verstuurd door de ene burger aan de andere om een
uit, klootzak!' en steekt zijn middelvinger op. Paul ontsteekt hierdoor in woede, trapt op de
rem en springt uit zijn auto. Hij rent naar Wouter toe en slaat hem met de vuist keihard in het
gezicht. Wouter verliest daardoor een van zijn voortanden. Terwijl Wouter totaal verbluft op de
civielrechtelijk geschil uit te vechten ten overstaan van de
grond ligt, stapt Paul in zijn auto en scheurt weg.
Het is goed mogelijk dat Wouter de drang voelt om Paul eigenhandig te straffen voor het feit
burgerlijke rechter
dat deze hem een tand uit zijn mond heeft geslagen. Hij zou bijvoorbeeld kunnen uitzoeken
waar Paul woont en met een paar vrienden naar het huis van Paul kunnen gaan om wraak te
nemen, om hem zo te straffen voor wat hij hem heeft aangedaan. Eigenrichting (het recht in
eigen hand nemen) is echter verboden en daarom zal Wouter zich moeten wenden tot de
overheid, zodat deze Paul kan straffen. Ook zon- der juridische kennis is het wel duidelijk wat
hier moet gebeuren: Wouter moet bij de politie aangifte doen van mishandeling (art. 300 Sr).
strafrechtelijke dagvaardingen De politie zal de zaak onderzoeken en na verloop van tijd zullen de resultaten van dit
onderzoek terechtkomen op het bureau van een officier van justitie. Deze kan dan besluiten
om Paul een (uiteraard strafrechtelijke) dagvaarding te sturen om hem te laten verschijnen
worden verzonden door een officier van justitie om een voor een (straf)rechter. De rechter kan dan uiteindelijk straf opleggen aan Paul. Dit
strafrechtelijke traject kan worden gevolgd, omdat hier sprake is van verdenking van een
strafbaar feit, te weten mishandeling.
verdachte terecht te laten staan voor de strafrechter. Stel nu dat Paul inderdaad voor de strafrechter moet verschijnen en door hem wordt
veroordeeld. Hij krijgt voor het plegen van de mishan- deling van Wouter een geldboete
opgelegd van € 1000 en een voorwaar- delijke gevangenisstraf van twee weken. De straf die
Paul krijgt, kan een zekere morele genoegdoening verschaffen aan Wouter, maar daarmee is
de schade die hij daardoor geleden heeft, nog niet vergoed. Wouter is niet verzekerd voor
Nu is civielrechtelijk procederen een ingewikkelde, tijdrovende
tandheelkundige hulp en ontvangt van zijn tandarts een re- kening van € 1500. Bovendien
heeft Wouter veel pijn gehad aan zijn mond en tanden; een immateriële schadepost die wordt
begroot op € 500. Verder heeft hij de trui die hij aanhad tijdens de mishandeling, in de
en geldverslindende aangelegenheid. Daarom bestaat er binnen
vuilnisbak moeten gooien, omdat deze onder het bloed zat. Goed voor € 100. In totaal komt
de schade derhalve op € 2100. Wat moet daar nu mee gebeuren? De € 1000 geldboete die
Paul heeft betaald, zijn verdwenen in de staatskas; daar ziet Wouter niets van. Die boete is
het strafrech- telijke systeem een mogelijkheid voor slachtoffers
bedoeld als straf en heeft niets te maken met de schade die is aangericht. Hoe komt hij nu
aan het geld waarop hij recht heeft?
van strafbare feiten om als 'benadeelde partij' schadevergoeding Het staat Wouter vrij om, los van de strafrechtelijke veroordeling, zijn schade te verhalen op
Paul. Als Paul niet vrijwillig betaalt, kan Wouter hem laten dagvaarden, nu niet door de officier
van justitie, maar namens hemzelf. Wouter moet dan gebruikmaken van een advocaat die
te verzoeken aan de strafrechter. Deze wettelijke voorziening Paul, in civielrechtelijke zin, zal dagvaarden voor de (burgerlijke) rechter.
zorgt ervoor dat slachtoffers van strafbare fei- ten op een relatief
eenvoudige manier hun schade kunnen verhalen op de dader.
&
I
M
=
-
, -
Doelen van straffen
Het opleggen van een straf dient voornamelijk twee doelen:
O
G
Vergelding Preventie
Vergelding
Het kwaad dat de dader van een strafbaar feit veroorzaakt bij het slachtoffer of aan de
maatschappij als geheel, wordt door het opleggen van straf in de eerste plaats vergolden
door leedtoevoeging.
Dit vergeldings- aspect kan zorgen voor een morele genoegdoening:
de dader heeft kwaad afgeroepen over de samenleving en daarom roept de samenleving
kwaad af over hem.
De boete die Paul opgelegd heeft gekregen, maakt het voor hem
voelbaar dat hij een strafrechtelijke norm heeft overschreden.
Preventie
De preventiegedachte wordt minder intuïtief aangevoeld.
Deze gaat uit van een eenvoudig principe:
mensen willen geen straf krijgen, dus zullen zij gedrag dat mogelijk tot straf leidt, zoveel mogelijk proberen
te voorkomen.
Het opleggen van straf zou er zo toe moeten leiden dat minder mensen strafbare feiten plegen.
Men onderscheidt twee soorten preventie:
· ⑧
speciale preventie
generale preventie
De gedachte achter de speciale preventie is dat een De leer van de generale preventie
dader die in aanraking is gekomen met de gevolgen heeft als uitgangspunt dat ook
van het overschrijden van een strafrechtelijke norm, de anderen dan de gestrafte lering
volgende keer wel twee keer zal nadenken, voordat hij trekken uit het feit dat er voor het
nog eens iets dergelijks doet. Speciale preventie moet plegen van een strafbaar feit straf
dus voorkomen, of ontmoedigen, dat de gestrafte opgelegd kan worden. De gestrafte
wederom in de fout gaat. Het opleggen van moet een voorbeeld zijn dat
voorwaardelijke straffen – deze worden niet ten uit- potentiële wetsovertreders afschrikt.
voer gelegd op voorwaarde dat de veroordeelde zich
gedurende de proeftijd niet opnieuw aan een strafbaar
feit schuldig maakt - leunt zwaar op dit principe.