HC 1 – 4 februari 2019 – Verleden, heden, toekomst
Bron: OECD TP Guidelines
Intro BEPS is het antwoord op veranderende multinationals: globalisering. Global Business Models: je kan
mensen, geld en entiteiten plaatsen waar je wilt, aangestuurd vanuit concernbrede strategie.
TP kijkt naar economische realiteit, de wet loopt achter. Stap 1 is de business. Stap 2 is het TP model
ontwerpen. Stap 3 is transactiemodel (is het een royalty, goederenstroom of dienst?)
State Aid Ruling van Belastingdienst kan worden aangemerkt als illegale staatssteun. Vroemen vindt dat dit een
tool is van de EU in de handelsoorlog tegen VS (Bijv. NL ruling voor Amerikaanse Starbucks aangepakt)
omdat het allemaal VS multinationals zijn die profiteren van de ruling die worden aangevallen: level
playing field creëren: VS bedrijven betalen veel minder dan EU.
BEPS TP outcome should be in line with “value creation”
verschillende invalshoeken voor wat dit is en waar dit is:
o management and control functions: waar zit management
o location specific benefits: lage kosten landen
o contractual relations: veel VS
o capital: funding, investment management
o Global Formulary Apportionment Methods
deze zijn strijdig met elkaar qua winst locatie, daardoor is er niet 1 oplossing
Het ligt aan de business waar het belangrijkste winst creatie onderdeel zit:
R&D – Pharma
Supply chain – Zware industrie
Marketing – Auto’s, Coca Cola
Sales – Auto’s, Coca Cola
dit wordt ingewikkelder bij digitalized economy.
Het helpt om te vergelijken met concurrenten: waar zit het verschil in winstgevendheid in?
BEPS wil restored confidence in the system werkt 2 kanten op, burgers en MNE’s. MNE’s moet niet
alleen verliezen.
Arbitrage Arbitrage is verplicht wanneer je er niet uitkomt met een MAP (= Multilateral Advanced Pricing
Agreement: Multilateral ruling (TP). Waarom is er zo toch weinig arbitrage? Het is een onzekere uitkomst
en je geeft je soevereiniteit op.
, HC 2 en 3 – 11 en 18 februari 2019 – Basisprincipes
Art. 8b VPB is een codificering/verduidelijking van de TP praktijk, en maakt ook de taak van de
1. Wet en inspecteur makkelijker door de documentatieplicht en bewijslast.
regelgeving Art. 8c is een specialis hiervan: doorstroomactiviteiten worden hiermee ontmoedigd.
Art. 29b-g VPB gaat over transparency. Je moet ook een Masterfile aanhouden, een groepsdossier: alle
activiteiten/beloningen van de groep. (29g)
OECD modelverdrag (p. 1207 bundel)
- art. 7: bevoegdheid van landen om belasting te heffen van een vi (PE), art. 5 en 6 zeggen wanneer
sprake is van een vi
- art. 9: gelieerde lichamen, is een ander criterium dan 10a verbonden lichaam, en definitie van arms
length beginsel
- art. 25: multilateral agreement procedure
2. Arm’s Art. 9 OECD: je moet de groepsactiviteiten beschouwen alsof het onafhankelijke activiteiten zijn
length • Separate entity approach / zelfstandigheidsfictie / derdengedrag
beginsel • Profit of a group company should be equal to profit of a comparable company in comparable
(ALP) circumstances
• Compare prices and conditions as if independent parties
Toepassing:
1. Welke aard hebben de activiteiten en welke omstandigheden spelen een rol?
2. Zoeken naar vergelijkbare activiteiten, daar kan je een prijs aan hangen dit is best wel lastig want
concurrenten geven hun prijzen niet prijs.
3. Die prijs vervolgens toepassen op de activiteiten binnen de groep.
Wat zijn karakteristieken van een transactie? Product, prijs, garantie, levering
3. Art. 8b VPB: Indien een lichaam, onmiddellijk of middellijk, deelneemt aan de leiding van of toezicht
Gelieerdheid op, dan wel in het kapitaal van een ander lichaam. (lid 2: geld ook voor een persoon ipv dit heeft in
ene en andere lichaam).
Hoezo moet je ook in joint venture verhoudingen opletten? Twee derden zetten samen een onderneming
op. 1. Als A liever iets meer dividend wilt (want bijv. vrijgesteld) en de ander een royalty (want te
verrekenen verliezen), dan gaat het mis bij de titel: op welke titel ga je dit aan elkaar geven.
2. Samenspanning, als het bijv. 60/40 is verdeeld terwijl ze evenveel inbrengen. Dan hebben ze
waarschijnlijk ergens anders joint ventures waar ze het rechttrekken. Dit is bijna onmogelijk te bewijzen.
Indien er geen gelieerdheid is dan is het automatisch zakelijk.
4. Traditional transactional methods:
Verrekenprijs- Comparable Uncontrolled Price Method (CUP)
methoden Resale Price Method (RPM): kostplus van de omzet, ziet op de brutomarge
Cost Plus Method (CP)
Transactional profit methods:
Profit Split (PS)
Transactional Net Margin Method (TNMM), ziet op de nettomarge 99% van de gevallen. Komt
doordat een database beschikbaar is hiervoor. (Amadeus/Orbis/Osiris) Hierin staan de accounts
van bedrijven die in veel verschillende landen zitten. Deze landen hebben zoveel verschillende
accounting methodes, dat het niet mogelijk is over brutomarges iets te zeggen (alleen de
Amerikaanse database want daar hebben ze allemaal dezelfde methode). Dan passen ze de
, TNMM toe. Je kijkt dan naar de gemiddelde jaarwinst van vergelijkbare ondernemingen.
Laatste 2 zijn last resort, daar kom je pas aan toe indien de eerste 3 niet werken. Er is verder geen
dwingende volgorde.
CUP
Links: Je verkoopt hetzelfde product aan een internal office en aan een klant maar voor een andere prijs.
Dat is raar.
Rechts: Je verkoopt het aan een internal office en de concurrent verkoopt hetzelfde aan een klant voor
een andere prijs. Dit is theoretisch want de data is bijna nooit openbaar.
Profit Split Dit is gebaseerd op winst allocatie, op basis van sales, fixed assets, people IP etc. Waar hoort die winst
thuis?
Tool is de global business models, geintegreerd.
Deze methode is wel een beetje vaag, er zijn geen standaard beginselen voor.
Het is een soort sanity check: als je 80% van de winst alloceert aan Bermuda, waar geen substance zit
dan denk je van nehh, dit klopt niet.
Waarschijnlijk gaat de OECD wel richting deze methode omdat het het dichtst bij de economische
realiteit komt.
TNNM Last resort, maar 95% van de gevallen gebruikt deze methode. Dit komt door het gebrek aan
betrouwbare data. In Amerika wordt vaak wel gebruik gemaakt van andere methodes omdat ze een
database hebben waar wel veel data is, omdat ze ook dezelfde accounting principes is is het te
vergelijken.
Dit gebeurt op het niveau van EBIT: Earnings Before Interest and Tax.
Je test het jaarlijkse resultaat van een bedrijf op nettowinst niveau.
Bij TNNM stop je op operating income. Hier zitten bepaalde kosten nog niet bij zoals dividend of
bijzondere baten/lasten.
Het nadeel van de TNNM is dat je alle activiteiten van 1 vennootschap op een hoop gooit.
Welke Gelieerde transactie
methode kies 1. Wat is de minst complexe partij in een transactie? Die gaan we benchmarken. (Hiervoor is de
je? functionele analyse belangrijk.
2. De restwinst slaat automatisch neer bij de andere partij.
Getallenvoorbeeld: