Samenvatting De maatschappelijke context van sociaal werk
Weert, G. van der (2018) Maatschappelijke context van sociaal werk. Groningen: Noordhoff
uitgeverij. ISBN: 9789001875671.
Hoofdstuk 1 t/m 9 (hele boek)
Hoofdstuk 1 Werken in het sociale domein
1.1 Wie is de sociaal werker?
De missie van het maatschappelijk werk is: het bevorderen dat mensen in onze samenleving tot hun
recht komen als mens en als burger.
Daarbij richten ze zich op: participatie, autonomie en zelfredzaamheid. Ze stimuleren actief
burgerschap, vormen het middelpunt tussen formele en informele netwerken, leggen verbindingen
tussen mensen/organisaties, schakelen hulp in als het nodig is.
Het werk vindt plaats op de grens van het persoonlijke en de sociale omgeving.
Competentieprofiel van de sociaal werker
Het werk van de sociaal werker speelt zich af op 3 niveaus:
1 Directe leefomgeving
De mensen waarmee de sociaal werker werkt, leven alleenstaand of in een gezin, in een woongroep
of in een residentiële setting.
2 Netwerk
-Het formele netwerk: het netwerk van professionele hulp- en dienstverleners, zoals jongerenwerker
of medewerker van een sociaal wijkteam.
-Het informele netwerk: familie, vrienden, buren, verenigingen etc.
3 Gemeenschap
De lokale omgeving, wijk of buurt, waarin mensen wonen.
Mensen functioneren dagelijks in deze 3 sociale contexten, dit heeft ook invloed op het functioneren
van mensen.
Sociaal functioneren bevorderen
Mensen beleven in hun sociale context allerlei zaken die van invloed zijn op hun gedrag en
functioneren. Sociale professionals richten zich erop dat mensen in hun sociale context relaties
kunnen aangaan en onderhouden. Open staan voor contact, maar vooral kunnen signaleren waar de
behoeften liggen van de mensen.
Interventie: bemiddeling, een actieve handeling om een probleem op te lossen.
Bijv. om ervoor te zorgen dat het sociaal functioneren van oudere kan verbeteren, om sociaal
isolement te voorkomen. Weinig contact, niet mobiel -> koffiemoment voor ouderen in buurthuis.
Versterken van organisatorische banden
Tegenwoordig zijn er meer interdisciplinaire banden. De sociale professional dienst dus samen te
werken met – en zich te verhouden tot – andere disciplines, zoals schuldhulpverlener,
jeugdzorgwerker. Ook met disciplines iets verder buiten het sociale domein, zoals artsen,
verpleegkundigen. Ook samenwerking met andere organisaties.