Alle benodigde stof voor deeltentamen 2 van het van sociale problemen aan de Universiteit Utrecht. Inclusief de artikelen en een herhaling van de benodigde stof uit hoorcollege 1 van het vak. Zie de eerste pagina voor de concretere inhoud van de samenvatting.
Hoorcolleges.
Sociale staat:
o H4.
o H6.
o H10-12.
Artikelen:
o Schuyt.
o Hemerijck.
o De Cuyper et al.
o Overig:
Coleman.
Pollis en Schwab.
Kymlicka.
Bovenkerk.
Durkheim.
Merton.
Bonger.
Van Dijk.
Hirschi.
Weber.
Marx.
Bourdieu.
Van de Graaf en Hoppe.
Leerdoelen:
1. Het verkrijgen van kennis en inzicht in sociale problemen in Nederland, wat betreft:
a. De huidige stand van zaken.
b. De ontwikkelingen.
c. De verklaringen ervoor.
d. En de mogelijkheden om via beleid invloed uit te oefenen.
2. Zelfstandig informatie over sociale problemen kunnen verzamelen, verwerken en presenteren.
3. Op basis van cijfers en ander wetenschappelijk materiaal leren reflecteren op de standpunten
van politieke partijen en opiniemakers.
,Hoorcolleges
(HERHALING) COLLEGE 1: INLEIDING IN SOCIALE PROBLEMEN.
Hoe moet je cijfers interpreteren? Hoe betrouwbaar zijn deze statistieken? Hoe ontstaan
maatschappelijke problemen hierover? In hoeverre sluit overheidsbeleid aan op de oorzaken van de
problemen?
PTOB = Problemen, Theorieën, Onderzoek en Beleid.
Je hebt hierbij dus:
Beschrijvende vragen.
Trendvragen (hoe is het veranderd over tijd?).
Verklarende vragen.
Beleidsvragen.
Wanneer is iets een sociaal probleem?
Verschillende maatstaven.
o Hangt af van de context en tijd.
o Individu of systeem.
o De norm is belangrijk.
Objectief en subjectief.
o Discrepantie tussen gewenste en bestaande of verwachte situatie.
o Moeilijkheden bij bepalen sociaal probleem:
Wie bepaalt wat gewenst is?
Wie bepaalt wat de feitelijke situatie is?
Wat als er verschillende percepties van feitelijke situaties zijn?
o Hoe kan je een sociaal probleem oplossen?
Feitelijke situatie veranderen.
Gewenste situatie veranderen.
De zes criteria van Schuyt waaraan een sociaal probleem te herkennen is:
o 1: Aanzienlijk aantal getroffenen.
o 2: Particuliere overlast en schade.
o 3: Relaties met andere problemen.
o 4: Geen tijdelijk probleem / zelfs intergenerationeel overdraagbaar.
o 5: Bovenpersoonlijke oorzaken.
o 6: Serieuze waarden.
Voor wie is het een probleem en wat voor soort probleem is het dan?
o Sociaal probleem: zowel voor de samenleving als voor een groep/individu.
o Verwaarlozing: niet voor de samenleving, wel voor een groep/individu.
o Paternalisme: niet voor een individu/groep, wel voor de samenleving.
, Paternalisme is een bepaalde houding of een aanpak waarbij er een sterk
hiërarchische structuur wordt aangehouden. Paternalisme verwijst dan ook naar
de vader, die als hoofd van de familie alle beslissingen omtrent het gezin en de
gezinsleden maakt. Dit is altijd in, wat wordt aangenomen, de eigen bestwil van
de persoon/groep.
o Culturele bias/onderdrukking: niet voor de samenleving of voor een individu/groep.
Sociale problemen zijn collectieve kwaden. Hier tegenover staan collectieve ‘goeden’ of collectief goede
toestanden.
Normen zijn collectieve verschijnselen (eigenlijk een vorm van collectieve goederen = alle leden hebben
er voordeel aan, Coleman).
In een samenleving heb je veel individuen met uiteenlopende belangen en een verscheidenheid aan
opvattingen. Hoe ontstaan gemeenschappelijke normen en waarden? Hoe komen mensen tot
overeenstemming over collectieve principes?
Mensenrechten verklaringen:
o Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring (1776) recht op: “life, liberty and the persuit
of happiness”.
o Franse revolutie (1789): verklaring van de rechten van de mens en de burger: mensen
zijn vrij geboren en hebben gelijke rechten.
o Universele verklaring rechten van de mens (VN 1948):
Mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren (anti
discriminatie).
Rechten en vrijheden:
Vrijheid van godsdienst.
Vrijheid van denken en geweten.
Vrijheid van mening en meningsuiting.
Vrijwaring van dwang en onderdrukking.
Recht op leven.
Persoonlijke onschendbaarheid.
o Kritiek van cultuurrelativisten:
Dit zijn rechten van individuen, afkomstig uit de westerse culturele en
filosofische traditie; andere culturen verschillen hier misschien in (Pollis en
Schwab).
Dit zijn individuele rechten, die gaan voorbij aan de rechten van
gemeenschappen (Kymlicka).
o Kritiek vanuit de islamitische wereld:
Rechtsprincipes zijn gegeven door Allah, vastgelegd in de Koran; kunnen niet
vastgesteld worden door mensen.
Traditie van individuele rechten wortelt in het proces van secularisering.
o Kritiek vanuit Aziatische landen:
Westerse ideeën over individualisme zijn in strijd met ‘Aziatische waarden’, die
de gemeenschap en het gezin bovenaan plaatsen (principe van collectivisme)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper loislandman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.