a) Beschrijf de mogelijke stelsels in de vennootschapsbelasting
met betrekking tot de relatie tussen de Vpb en de IB. Welk stelsel
hanteert Nederland?
Er bestaat een zekere samenhang tussen de IB en de Vpb. Wil je wachten met belasting heffen
tot het geld bij de mens komt of wil je dat al eerder doen, bijvoorbeeld bij het bedrijf? Bij de
IB kan men zich makkelijk voorstellen wie er belast wordt, namelijk ‘mensen’. In de Vpb is
dat iets lastiger voor te stellen. Aan de ene kant kan je zeggen dat het lichaam zelfstandig is en
daarom ook belast moet worden ongeacht wie de aandeelhouder is (klassieke stelsel). Bedrijf
en persoon worden dus gescheiden gehouden. Anderzijds kan je het lichaam zien als een soort
verlengstuk van de aandeelhouder. In dit geval wacht je tot het geld bij de persoon
terechtkomt en belast je rechtstreeks en onmiddellijk via de IB (stelsel van volledige
integratie). Het verrekenstelsel houdt in dat er een soort korting wordt gegeven in de IB omdat
er al Vpb is geheven.
Nederland hanteert een ‘verzacht klassiek stelsel’. Er wordt geheel zelfstandig Vpb geheven.
Ook wordt er IB geheven bij de aandeelhouder op het moment dat hij/zij dividend ontvangt.
Afhankelijk van de positie van de aandelen bij de aandeelhouder (natuurlijk persoon) wordt er
in box 1, 2 of 3 IB geheven. In box 2 is het ab-tarief 25%, terwijl het reguliere tarief in de
inkomstenbelasting rond de 50% ligt. Dit is het verzachtende element, ook wel een soort
korting in de IB omdat er al Vpb is geheven. De tweede verzachting blijkt uit de
deelnemingsvrijstelling een keten van aandeelhouderschap leidt niet tot elke keer Vpb.
Het globale evenwicht houdt in dat de Vpb + de Ab bij de IB ongeveer hetzelfde is als de
52% bij de IB-ondernemer t.o.v. 87% van de winst.
b) Beschrijf in het algemeen de belastingplicht voor fondsen voor
gemene rekening.
Uit art. 2 lid 1 sub f Vpb volgt dat fondsen voor gemene rekening die in Nederland zijn
gevestigd als binnenlandse belastingplichtigen aan belasting zijn onderworpen. Een fonds
voor gemene rekening heeft een afgescheiden vermogen zonder rechtspersoonlijkheid en
heeft verhandelbare bewijzen van deelgerechtigheid krachtens art. 2 lid 3 Vpb. Uit ditzelfde
artikel volgt dat een dergelijk fonds onbeperkt belastingplichtig is. Enkel ‘open’ fondsen zijn
belastingplichtig. Je spreekt van een open fonds indien het mogelijk is participaties te
verkopen aan andere participanten, of aan het fonds zelf, zonder toestemming van de andere
participanten. Een open fonds is geen rechtspersoon.
1
, Bron: §2.3.2.7 Compendium
c) Beschrijf de fiscale gevolgen voor een vpb-plichtige
commanditaire vennoot in een open cv indien er een
winstuitkering wordt gedaan aan alle beherende en
commanditaire vennoten.
Art. 2 lid 1 sub a Vpb bestempelt ook open commanditaire vennootschappen als binnenlands
belastingplichtigen. Blijkens art. 2 lid 3 sub c AWR wordt voor de heffing van inkomsten- en
vennootschapsbelasting een open cv gedefinieerd als een cv waarbij toetreding of vervanging
van commanditaire vennoten kan plaats hebben zonder toestemming van alle vennoten,
beherende zowel als commanditaire. Uit HR 27 februari 2009, BNB 2009/120 volgt dat alleen
geen sprake is van een open cv, indien alle vennoten toestemming moeten geven voor
toetreding of vervanging van een commanditaire vennoot.
Een open cv is op grond van art. 2 lid 5 Vpb onbeperkt subjectief belastingplichtig. In HR 7
juli 1982, BNB 1982/268 oordeelde de Hoge Raad dat de open cv subjectief belastingplichtig
is voor het commanditaire gedeelte, hetgeen in de wet tot uitdrukking komt in art. 9 lid 1 sub
e Vpb. Op grond van deze bepaling komt bij het bepalen van de winst van de open cv
namelijk in aftrek het gedeelte van de winst dat toekomt aan de beherende vennoten. Voor het
niet commanditaire gedeelte is de open cv fiscaal transparant, hetgeen betekent dat de winst
rechtstreeks toekomt aan de beherende vennoten en rechtstreeks bij hen wordt belast. vennoot.
Bron: §2.3.2.2 Compendium
Juist of onjuist en beargumenteer:
d) Indien alle vennoten toestemming moeten geven voor de
toetreding of vervanging van een beherende vennoot is er sprake
van een gesloten cv.
Uit art. 2 lid 3 sub c AWR en HR 27 februari 2009, BNB 2009/120 volgt dat er alleen geen
sprake is van een open cv indien alle vennoten toestemming moeten geven voor toetreding of
vervanging van een commanditaire vennoot. De stelling is juist.
Bron: Compendium §2.3.2.2
e) Een woningbouwcoöperatie is altijd onbeperkt
belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting.
Ingevolge art. 2 lid 1 sub en art. 2 lid 5 Vpb worden woningbouwcoöperaties geacht hun
onderneming te drijven met hun gehele vermogen. Er geldt dus een onbeperkte
belastingplicht en de stelling is dan ook juist. Let wel op de subjectieve vrijstelling van art. 5
en 6 Vpb. Als die niet van toepassing zijn, kijk je vervolgens naar de objectieve vrijstelling
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper stuviafiscaal. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.