Samenvatting Supply Chain
Management
Daan Drogtrop
Hoofdstuk 1 Op weg naar supply chain management
1.1 wat is een supply chain
Defenitie supply chain:
Chopra en meindl, 2003: een supply chain bestaat uit alle betrokken fases, direct of indirect, in een
verzoek van de klant. De supply chain bestaat niet alleen uit de producent en leverancier, maar ook
vervoerders, warenhuizen, retailers en de klant zelf
Christopher, 1998: een supply chain is een netwerk van organisaties die zijn betrokken, door
opwaartse stroom en neerwaartse informatie, in de verschillende processen en activiteiten die
waarde creëren in de vorm van producten en services voor de uiteindelijke klant.
Minimaal 2 interfaces voor een supply chain. Dus drie zelfstandige organisaties. Mentzer maakt
onderscheid tussen
- de korte supply chain: een onderneming, leverancier en klant
- een uitgebreide supply chain: hier zijn ook leveranciers van leveranciers en klanten van
klanten
- de ultieme supply chain: die uit alle organisaties bestaat die betrokken zijn bij de upstream
en of downstream flows of products, services, finance and or information from de supplier
tot he ultimate customer.
Value chain
Elke schakel voeg waarde toe. Er word net zo lang waarde toegevoegd totdat er een eindgebruiker is.
Daarom word soms gesproken van een value chain i.p.v. een supply chain.
Demand chain
Bij een supply chain draait alles om de behoeftebevrediging van de uiteindelijke afnemer, dus om de
vraag in plaats van het aanbod. Een demand chain is: een supply chain die nadruk legt de markt
bemiddelingssystemen op een hoger niveau dan alleen het efficiënt leveren van het product. Een
demand chain is sterk pull gericht en supply chain sterk push.
Supply network
Visser en van goor zeggen dat het alleen push denken bij de supply chain en het alleen pull denken
bij de demand chain te eenvoudig is. Een combinatie is het best in de praktijk.
Hoekstra en Romme zeggen dat je niet moet focussen op de besturing van de keten maar op de
grondvorm.
1.2 actoren in de supply chain
1.2.1 oer producenten en toeleveranciers
1
,Elke keten begint met een oer producent van raw materials. Meestal zijn oer producten geen
eindproduct en worden ze dus geleverd aan fabrikanten. Dat zijn dan dus toe leveranciers. Dit kan op
3 niveaus.
- Tier 1 leveranciers: direct leveren aan fabrikanten van het eindproduct
- Tier 2 leveranciers: de leveranciers van de tier 1 leverancier
- Tier 3 leveranciers: de leveranciers van tier 2 leveranciers
- Materiaal leveranciers:
1.2.2 fabrikanten
fabrikanten worden steeds groter. Steeds minder maar grotere spelers. Hierdoor steeds meer
internationalisering en globalisering. Dit vergroot wel de druk van marges op fabrikanten.
1.2.3 groothandelaren
Handel waarbij van de producent betrokken waar aan detaillisten doorverkocht worden. De
groothandel verhandelt voor eigen risico en rekening goederen die buiten de eigen onderneming zijn
vervaardigt.
Groothandels kunnen naast verkopen en inkopen ook andere functies hebben. Ze kunnen
bijvoorbeeld waarde toevoegen door eerst groot in te kopen en daarna te verdelen en samen te
stellen in kleinere en deze verdelen over klanten. Ook het overbruggen van tijdsverschil kan een
functie zijn. Daarnaast kunnen groothandelaren plaatsverschillen overbruggen. Tot slot kunnen ze
hoedanigheidsverschillen overbruggen. Dit word ook vaak VAL (Value-added- logistics) genoemd. Bij
VAL word een bewerking uitgesteld tot de fysieke distributie. Denk aan verpakking, samenstelling,
opschriften enz.
1.2.4 detaillisten
detaillisten/retailers/kleinhandelaren zijn distribuanten die hun producten aan de consument
leveren. Ze zijn dus de op een naar laatste schakel in de supply chain. Hoge concurrentie door
buitenlandse bedrijven en internet. Sanering: het aantal ondernemingen en vestigingen in de
detailhandel is flink afgenomen
1.2.5 logistiek dienstverleners
Naast transport vaak ook warehousing, verpakking, etiketteren en displays samenstellen. Ook
kunnen ze uitvoerende taken als transportplanning en voorraadbeheer uitvoeren.
Logsitiek dienstverleners worden ook wel aangeduid als third party logistic, omdat ze als derden
worden ingehuurd door verladers. Het word een fourth party logistic als ze de touwtjes zelf in
handen nemen. Hierbij doen ze niet gewoon wat de opdrachtgever zegt maar worden ze zelf
ketenregiseur. Tegenwoordig heb je ook fith party logistics. Dit is gekomen met de e-commerce en
hierbij worden de aanvoernetwerken ontwikkeld en geïmplementeerd.
1.3 Invloeden op de supply chain
De 12 trends volgens Capgemini en Shopping 2020.
1. De macht in de wereld verschuift.
2. Vooral in deze zich ontwikkelende landen ontstaat een grote middenklasse, de flink zal
consumeren.
3. Bovendien zullen de natuurlijke hulpbronnen schaarst worden omdat het aanbod geen pas
houdt met de groeiende vraag
2
, 4. In de ontwikkelde economieën, maar ook in de zich ontwikkelde landen, vergrijst de
bevolking.
5. Het consumentengedrag verandert niet alleen door de vergrijzing. Algemeen kan gesteld
worden dat de consument steeds veeleisender wordt.
6. De consument zal meer en sneller gebruik gaan maken van nieuwe technologieën.
7. Gezondheid, veiligheid en welbevinden worden hoe langer hoe boe belangrijker.
8. Een volgende trend betreft de zorg voor milieu. De klimaatverandering baart zorgen en in het
verlengde daarvan de CO2 uitstoot en andere emissies.
9. De zorg voor het milieu word versterkt door de verwachte toename in verstedelijking over de
gehele wereld.
10. De druk op bedrijven en consumenten door wet en regelgeving zal toenemen.
11. De laatste twee trends betreffen heel direct op het onderwerp van dit boek. Technologische
mogelijkheden zullen tot grote veranderingen in supply chains.
12. De ICT-mogelijkheden zullen een vergroting van zichtbaarheid / transparantie en
traceerbaarheid faciliteren.
1.4 de noodzaak tot samenwerking
Samenwerken omdat de consument veranderd
De vraag van de consument in service en kwaliteit blijft toenemen. Om als onderneming hier aan te
voldoen moet er heel veel worden aangepast en blijven worden aangepast. Voor dit alles is een
samenwerking tussen ondernemingen nodig in een supply chain. Daarnaast moet er ook worden
samengewerkt met de consument.
Hoofdstuk 2 Supply chain management
2.1 De essentie van Supply Chain Management
Managers have come to realize that they cannot do it alone. Rather, they must work together on a
cooperative basis with the best organizations in their supply chains in order to succeed. – Handfield
en Nichols 1999.
Bedrijfsoverstijgend
Bij bedrijfskunde word gekeken naar integratie van verschillende functionele gebieden binnen een
onderneming. Supply chain management gaat een stap verder en kijkt naar de integratie van de
functionele gebieden binnen EN tussen verschillend ondernemingen.
Meer dan logistiek
Vaak word Supply chain management (vanaf nu SCM) vergeleken met logistiek. Het gaat echter veel
verder dan de coördinatie van alleen logistiek. Bij SCM gaat het over integratie van functionele
gebieden binnen EN buiten een organisatie. Denk naast logistiek aan marketing,
productontwikkeling, financiering, en customer service
Overige kenmerken
Overige kenmerken van SCM:
3
, 1. Het gaat bij SCM om het tegelijkertijd effectief bedienen en efficiënt bedienen van de klant.
Door een goed SCM ontstaat kostenbesparing én waarde toevoeging.
2. bij SCM worden de verschillende partijen in de Supply chain of het supply network als één
beschouwd. Het gaat om de prestatie van de keten, niet van een individueel bedrijf.
3. SCM is gebaseerd op een vrijwillige samenwerking. Het moet vrijwillig zijn, we spreken dus
niet van SCM bij fusies en overnames. (wel van voorwaartse of achterwaartse integratie)
4. Bij SCM word een inkoopvisie (aanbod gestuurd) gecombineerd met een marketingvisie
(vraag gestuurd). In SCM is een combinatie noodzakelijk.
Superieur samenspel
‘om te kunnen winnen heeft een voetbalteam goede spelers nodig op alle posities. Stuk voor stuk
specialisten die ieder uitblinken in een bepaald onderdeel van het voetbalspel. De spitsen moeten
kunnen scoren en de keeper moet ballen kunnen tegenhouden. Maar dat is niet genoeg. Met elf
topspelers heb je nog geen topteam. De spelers moeten elkaar aanvoelen, moeten weten hoe de
ander speelt, moeten elkaar iets gunnen, moeten een gezamenlijk doel hebben en moeten samen
afspraken maken en zich daaraan houden.’
2.2 voorwaarden voor Supply chain management
Uit literatuur blijkt dat SCM een aantal voorwaarden heeft. Deze worden in deze paragraaf
besproken:
1. Er moet sprake zijn van interne integratie
Veel auteurs geven aan dat ondernemingen eerst hun eigen processen op orde moeten hebben, met
andere woorden intern geïntegreerd moeten zijn, voordat ze in staat zijn tot superieur samenspel
met externe partijen. Dus: eerst bedrijfskunde, dan SCM.
2. Vertrouwen
Ketenpartners moeten elkaar vertrouwen. Het gaat over vrijwillige integratie en coördinatie. Met
andere woorden: supply chain partners moeten willen samenwerken om hun doelen en activiteiten
onderling af te stemmen. Hiervoor is vertrouwen nodig
Weliswaar menen sommigen dat het gebruiken van macht de enige reële manier is om ketens te
coördineren, maar machtsmisbruik door de dominante schakel is niet uit te sluiten.
Van der veen geeft aan det er bij ketensamenwerking kernwaarden horen, die hij samenvat met de
term EBITO: eerlijk, betrouwbaar, integer, transparant en open.
Om SCM tot een succes te laten komen moeten bedrijven hun eigen prestaties ondergeschikt stellen
aan de ketenprestaties. Praktijk is echter dat partijen van het perspectief van de eigen onderneming
zullen blijven denken. Winst voor het totaal en winst voor alle betrokken partijen is mogelijk. Er kan
namelijk sprake zijn van pie-growing in plaats van pie-sharing. Pie sharing staat symbool voor de
situatie waarin toeleverancier, fabrikant en retailer elkaar beconcurreren om een zo groot mogelijk
gedeelte van de koek te krijgen. In deze visie draait het om powerplay: wees zo machtig mogelijk en
leg op grond daarvan de andere partijen in de keten jouw wil op. Pie growing is te zien als symbool
voor de houding van samenwerking: men streeft naar optimalisatie, niet zozeer van de eigen
operaties, maar naar die van de keten als geheel. Daardoor krijgt iedereen een groter deel.
4
