Samenvatting
Ethiek de basis 3e druk, Hoofdstuk 1 t/m 8.
Ethiek Hoofdstuk 1. Moraal, een kwestie van oordelen.
1.1Het intuïtief moreel oordeel
Moreel oordeel: wanneer een oordeel gaat over gedrag van mensen en hoe ze met elkaar
omgaan. Je geeft aan hoe je verwacht dat die ander met jou of met anderen om zou
moeten gaan.
Intuïtief moreel oordeel: moreel oordeel dat kant en klaar ontstaat in je bewustzijn
zonder dat je erover na hoeft te denken en voordat je erover nagedacht hebt.
Als iemand dezelfde mening deelt, valt het al helemaal niet op. Maar als de ander het niet
met je eens is vaak wel. Je wordt je er dan bewust van dat je oordeelt op gedrag etc.
Als je intuïtieve morele oordeel bewust wordt, zijn er drie verschillende processen die
zich in je bewustzijn afspelen:
1. Je oordeelt dat iets goed of slecht is. Je vindt iets.
2. Je kent je oordeel. Je weet dat het je mening is en je kent standpunt van ander.
3. Je voelt dat je het oneens bent met ander. Oordeel brengt bepaald gevoel mee.
John Dewey: ‘ Je voelt wie je bent, je weet wie je bent, en je kiest ervoor wie je bent.
1.2Het verschil tussen kennen, oordelen en voelen
Objectiveren: Als je de wereld kent, plaats je dat wat er gebeurt buiten jezelf en beschrijft
het vervolgens. Resultaat van dit proces (objectiveren) is kennis van de buitenwereld
(objectief domein). Kenmerk kennis: makkelijk uitwisselbaar tussen mensen.
Subjectiveren: Als je de wereld beleeft, richt je je op wat er innerlijk met je gebeurd. Je
voelt wat je meemaakt alsof de wereld zich in jou zelf afspeelt. (proces subjectiveren)
Resultaat: een gevoel in je binnenwereld (een subjectief domein). Gevoelens niet
uitwisselbaar.
Normeren: Als je de wereld beoordeeld richt je je op het gedrag van mensen en wat je
hiervan vindt. Je verbindt gedrag aan je eigen oordeel; goed of slecht. (proces
normeren). Resultaat: verbinding van jezelf met anderen ofwel een tussenwereld. Beter
uitwisselbaar dan gevoelens, minder goed dan kennis.
1.3Waaraan herken je een moreel oordeel?
Moreel oordeel is resultaat van een bepaalde manier van kijken naar de wereld.
Vijf kenmerken van morele oordelen:
, 1. gaat over menselijk gedrag.
2. overstijgt het individuele (is veralgemeniseerbaar): ‘Het gedrag dat ik van jou
afkeur, kan ik zelf ook niet maken’ bijv. Oordelen over één situatie betekend
automatisch ook oordelen over alle andere in zelfde situatie.
universaliteitsprincipe. Inherent veralgemeniseerbaar.
3. is normatief (schrijft voor hoe het moet): Gaat erom hoe je behoort te handelen.
Gaat niet om hoe de wereld is (kennis), maar hoe hij zou moeten zijn.
4. is gericht op het goede: Gericht op zaken die op zichzelf goed of
nastrevenswaardig zijn. moreel uitganspunt: omschrijving van iets dat op
zichzelf nastrevenswaardig is betreffende menselijk samenleven. (voorbeelden:
eerlijk zijn, inzet, vriendschap, de wet niet willen overtreden, respectvol zijn).
5. kan morele verontwaardiging veroorzaken: Kan heel specifiek soort emotie,
morele verontwaardiging, los maken. Verontwaardiging is het gevolg van het
oordeel en niet het oordeel zelf.
Definitie moreel oordeel: een waardering van menselijk gedrag aan de hand van morele
uitgangspunten.
Morele oordelen zijn aan personen gebonden maar niet persoonlijk.
1.4 Ethiek, moraal en het moreel vertoog
Moraal: het geheel van gedeelde morele oordelen van een groep dat ontstaat in een
gesprek. De moraal (de verzameling morele oordelen in concrete situaties) kan dus
verschillen tussen groepen mensen en in de wereld.
Ethiek: de wetenschap die moraal bestudeert en die tracht de moraal verder te helpen
door nieuwe argumenten te ontwikkelen en te gebruiken in afwegingen.
Normen en waarden: universeel. Iedereen is voor respect, vrijheid etc. Het is de afweging
tussen verschillende normen en waarden in specifieke situaties, die kan verschillen
tussen groepen mensen.
Moraal is het resultaat van een gesprek
Over morele oordelen ontstaat heel snel een moreel gesprek. Moreel oordeel nodigt
sterk uit te reageren, om gesprek aan te gaan. Dat komt doordat de uitspraak ook voor
jou geldt, er wordt uitgesproken wat jij behoort te doen, als laatste nodigt een moreel
oordeel sterk uit te reageren omdat vaak de emotie ‘morele verontwaardiging’ van pas
komt. Als mensen verontwaardigd zijn is het moeilijker stil te blijven.
Nieuw woord voor dit verschijnsel: Moreel vertoog. geheel aan communicatie en
interactie waarin mensen hun morele oordelen, en daarmee hun moraal, vormen en op
elkaar afstemmen.
Vorm van moreel vertoog veranderd, informatie- en communicatierevolutie.
1.5Morele competenties
, Om een volwaardig gesprekspartner te kunnen zijn in een moreel vertoog moet je zelf
moreel na kunnen denken en redelijke argumenten geven. Je moet je morele intuïtie (is
als een automatische piloot) de baas worden.
Van morele intuïtie naar weloverwogen oordeel.
Als er een situatie is waarin een moreel oordeel mogelijk is komt dit vaak vanzelf,
meteen. Iedereen heeft een morele intuïtie waarmee hij zonder veel nadenken kan
oordelen over een situatie.
Drie redenen waarom dit oordelen met behulp van je morele intuïtie tekortschiet in het
functioneren van een professional:
1. Je morele intuïtie is niet uit te leggen aan anderen. Het oordeel onttrekt zich
namelijk aan je bewuste overwegingen. Het is er al voor je heb nagedacht.
2. Als je alleen intuïtief oordeelt, kun je niet leren van je fouten en successen. Je kunt er
moelijker op terugkijken. Er is geen mogelijkheid om je moreel functioneren
systematisch te verbeteren.
3. Je intuïtie bereidt je niet voor op nieuwe situaties. Morele intuïtie vormt zich door
levenservaringen. Professionals worden opgeleid voor taken waar ze nog geen
ervaring mee hebben.
Het vinden van redelijke argumenten
Morele vraag moet een onderzoek op gang brengen dat je verder brengt in het begrijpen
van een morele kwestie.
Als je weet welke vraag je belangrijk vindt kun je opzoek gaan naar redelijke
argumenten. Op zoek naar redenen waarom je vindt wat je vindt.
Verzamelnaam morele redenen: morele uitgangspunten.
Denkschema van het boek:
1. Om onze morele competentie te verhogen, moeten we onze morele oordelen
beter kunnen onderbouwen.
2. Hiertoe formuleren we een morele vraag, waarop ons intuïtief moreel oordeel
een antwoord kan zijn.
3. Deze vraag gaan we vervolgens systematisch beantwoorden.
4. In het proces van het systematisch beantwoorden van de vraag komen dan
vanzelf de relevante morele argumenten bovendrijven.
Ehiek, H. 2. Normen, waarden en deugden.
2.1 Normen
- Norm: Een argument in de vorm van een regel waar je je aan moet houden.
- Morele norm: Een regel over hoe mensen met elkaar om moeten gaan. Zelf opgelegde
regel die gedrag voorschrijft over goed samenleven.