Samenvatting van Methoden Cognitieve Neurowetenschappen uit jaar 3 op Maastricht University (). Inclusief de wetenschappelijke artikelen die relevant waren en ook enkele lectures zijn erin verwerkt.
Artikelen:
-Taak 1: Gazzaniga M., Ivry, R.B & Mangun, R.M. (Eds) (2009). Cognitive Neuroscience ...
Lecture 1 Reaction time
Donders’ Substraction method
Instructions
• Task A: simple reaction time (RT): 1 button; hit it when you see a stimulus.
• Task B: 2‐choice RT: 2 buttons; hit left when you see one stimulus; right when
you see the other.
• Task C: go‐no/go (disjunctive‐) RT: 1 button; hit it when you see one stimulus;
withhold when you see the other.
Processes (assumed)
• Task A: sensory + motor (e.g. 200 ms)
• Task B: sensory + discrimination + response selection + motor (e.g. 450 ms)
• Task C: sensory + discrimination + motor (e.g. 350 ms)
Compute
• RT(C) – RT(A) = discrimination time (=150 ms)
• RT(B) – RT(C) = response selection time (=100 ms)
Kritiek: sterke assumpties (werkt alleen als de stages successive zijn, we weten de volgorde van de
stages, gaat ervan uit dat als we een stage toevoegen, dat de rest niet verandert (pure insertion)),
logische/intuïtieve argumenten (niet empirisch), inconsistente resultaten, negatieve reactietijden
gevonden, taak C is te langzaam, minder voorbereid.
Oplossing:
Sternberg memory search paradigm
• Repeated substraction.
• Task: memorize a set of letters on the screen- blank screen- target letter on screen, decide if
it is a member of the set.
• Verschillende grootte van het set.
• Duration of scanning in memory, per item.
How do we search:
• target present (pos.) vs. absent (neg.)
• self‐terminating search (is not the case)
• stop search when item found
• RT(pos.) < RT(neg.)
• slope(pos.)= 0.5 * slope(neg.)
• exhaustive search
• no stop of search when item found
• RT(pos.) = RT(neg.)
• slope(pos.)=slope(neg.)
Additive Factor method
• Suppose stages:
Encoding- identification- reponse selection- motor execution
Encoding---- identification- reponse selection- motor execution
• if a sequence of stages,
• each stage does some operations, then passes output to next.
• manipulations affect duration, not quality of output.
• independence (if one takes longer, the next starts later but does not take
longer).
, • then if 2 manipulations affect different stages, the effects of one manipulation will not
depend on the other: additive effects.
• and if 2 manipulations modify each other's effect (interact), they must affect a stage in
common.
Additive Factor Method vs Subtraction method
Subtraction Method
• assumes successive stages
• assumes pure insertion
• yields duration of a stage
Additive Factor Method
• assumes successive stages
• does not assume pure insertion want je kijkt alleen naar de duration, telt niks op of trekt af.
Betekent niet dat de stage niets veranderen of de output.
• discovery of independent stages
Oefenen
-intercept: reduced; slope: no change
-memory comparison: no change with practice
-Conclusie: 'probably because it is a function also in daily life'!!
-ecological validity!
Problemen
-RT definitie: minimum tijd nodig voor het correcte respons.
-Mensen maken fouten.
-Speed-accuracy tradeoff.
, -Verwijderen van error-RTs: not the processes of interest.
-Outliers.
Taak 1
Leerdoelen
1.Wat is de substraction method en AFM? →assumpties, nadelen.
2. Wat zijn de stages van reactietijd?
3. Waarom gebruiken we reactietijd als variabel?
4. Wat is speed-accuracy trade-off en hoe beïnvloeden serial en parallel het onderzoek?
5. Wat is het effect van outliers op reactietijd en wat kun je hieraan doen?
Bij AFM: H0: moet als geaccepteerd worden als je het onderzoek wilt doen.
Gazzaniga M., Ivry, R.B & Mangun, R.M. Cognitive Neuroscience. Chapter 4
• Cognitieve psychologie: ziet mentale activiteit als een informatie-verwerkingsprobleem.
Relateert gedrag (psychologie) aan hersenactiviteit (neuroscience).
- Assumptie: we nemen de wereld niet direct waar→perceptie, gedachten en acties
hangen af van interne transformaties/computaties.
• 2 hoofdconcepten van cognitieve psychologie:
- Informatieverwerking hangt af van interne representaties (bv.
concepten/definities)
- Mentale representaties ondergaan veranderingen/transformaties (geheugen kan
veranderen hoe we iets waarnemen en informatieverwerking te veranderen door
aandacht te verschuiven).
• Posner letter matching taak: participanten reageren ‘hetzelfde’ als beide letters die ze zien
een klinker of een medeklinker zijn en ‘anders’ als ze van verschillende categorieën zijn. De
reactietijden verschillen significant per conditie. Hieruit heeft men geconcludeerd dat eerst
fysieke processen plaatsvinden, dan fonetisch en dan de categorie identificeren.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ActUM. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.