SAMENVATTING LKT REKENEN
priemgetallen
Pythagoras
breuken boxplot
GGD
centrummaten
KGV
repetendum
inhoudsmaten
stambreuken
Elise van der Stelt
, INHOUDSOPGAVE
Domein Subdomein pagina
Eigenschapsreken
priemgetallen en ontbinden in priemfactoren
Kleinst Gemene Veelvoud
Hele getallen 3 t/m 9
Groots Gemene Deler
Getallenstelsel omrekenen
Kans berekenen (permutatie / combinatie)
Verhoudingen
Procenten
VPBK Breuken
verhoudingen, procenten, Kommagetallen
10 t/m 15
breuken en Deelbaarheid
kommagetallen Repeterende breuk / kommagetallen
Egyptische breuken (stambreuken)
Breuken positioneren
Meetriekstelsel
Inhouden, lengte en oppervlakte
Meten / meetkunde 16 en 17
Formules
Stelling van Pythagoras.
Verbanden
Verbanden Grafieken 18
Boxplot
Bij (bijna) ieder onderdeel zitten een aantal oefenvragen en antwoorden.
Met deze vragen kun je je kennis testen. Zo weet je welke onderdelen
nog eens extra geoefend moeten worden
Elise van der Stelt
, Eigenschap rekenen (reken trucjes
Eigenschapsrekenen
Wordt gebruikt om bewerkingen (+ - : x) makkelijker te maken.
1.Termen veranderen: Je vereenvoudigt een optelsom door bij het ene getal iets erbij te doen en
het er bij het andere getal eraf te halen. Je verandert dus aan beide kanten van de som het getal.
let op! bij een aftrek som haal je aan beide kanten hetzelfde eraf, of tel je aan beide kanten
hetzelfde erbij op.
voorbeeld: 297+456 = bij 297 tel je er 3 bij op en bij 456 haal je er 3 af 300+453=753
497-345= bij 497 tel je er 3 bij op dus bij 345 ook 500-348=152
2. Compenseren: Je vereenvoudigt de som door aan één kant van de som, het getal makkelijker te
maken. Het verschil haal je later van de uitkomst af.
voorbeeld: 59+25= 59 ligt dicht bij 60 dus je doet +1 60+25=85 van 85 haal je nog 1 af = 84
3. Wisselen: Wisselen noemen we ook wel de commutatieve wet. Het houdt in dat we de volgorde
van de berekening veranderen. Soms is het makkelijker om het grote getal aan het begin van de
som te zetten.
voorbeeld: 25+72= wordt 72+25= 97
4. Schakelen: Schakelen noemen we ook wel de associatieve wet. Bij schakelen geef je met
haakjes aan welke getallen je in de som eerst wilt samenvoegen, voordat je de gehele som oplost.
voorbeeld: 26+27+14= 26 en 14 kan makkelijk samen, deze zet je dus tussen haakjes (26+14)+27=
5. GEK regel: Dit is de groter en kleiner regel. Deze pas je toe bij de vermenigvuldigingssommen.
Maak je het ene getal groter, dan maak je het andere getal kleiner.
voorbeeld: 8x2,5 = 2,5 verdubbel je en 8 doe je door de helft 5x4=20
voorbeeld: 2,25x12= 2,25x4= 9 en 12:4=3 9x3=27
6.GOK regel: Dit is de groter of kleiner regel. Deze pas je toe op deelsommen. Maak je het ene
getal groter, dan maak je het andere getal ook groter.
voorbeeld: 25:1,25 1,25x4=5 25x4=100 100:5=20
7. Samen nemen: Samen nemen is alleen van toepassing bij erbij- en afsommen. Je neemt de
getallen samen, om de som gemakkelijker te maken.
voorbeeld: (4x12) + (6x12) = je hebt aan beide kanten x12 staan, dus nemen we 4 en 6 samen. Dit
is 10 dus de nieuwe som wordt dan 10x12
oefenvragen
Reken uit door:
(6x14) + (4x14)= 10 x 14 = 140 (49:7) - (35:7) = 14 : 7 = 2
24:0,25= 48 : 0,5 = 96 : 1 = 96 25:1,25= 50 : 2,5 = 100 : 5 = 20
Termen veranderen: 489+213= 123-46= 55x26= 110 x 13 = 1430 2,5x88= 5 x 44 = 10 x 22 = 220
Compenseren: 87+46= 423-117= 66+37+13= 66 + (37 + 13) = 66 + 50 = 116
Wisselen: 13+68= 26+113= 37+24+33 = (37+33)+24 = 70+24 = 94
13+68= 68 + 13 = 81 26+113= 113 + 26 = 139
Schakelen: 37+24+33 = 66+37+13= 423-117= 400 – 117 + 23 OF 423 – 120 + 3 = 306
Groter en kleiner: 55x26= 2,5x88= 87+46= 100 + 46 - 13 OF 87 + 50 – 4 = 133
Groter of kleiner: 24:0,25= 25:1,25= 498+213= 500+202=702 123-46= 127-50=77
Samen nemen: (6x14) + (4x14)=
(49:7) - (35:7)= antwoorden
Elise van der Stelt