Dit is een exclusief oefententamen van het vak Retailmarketing. De antwoorden zijn ook bijgevoegd. Het hoort bij het boek retailmarketing van Frank Quiz.
Waaruit bestaat het tactisch retailmarketingbeleid?
A uit assortimentsbeleid, prijss- en promotiebeleid, communicatiebeleid, presentatiebeleid en
personeelsbeleid
B uit doelgroepheid, brandingbeleid, kanaalbeleid en locatiebeleid
C uit het inrichten van de retail monitor formule
D het houvast dat retailers hebben aan de P’s van retailmarketingmix
Hoe worden koopkrachtgebieden ook wel genoemd?
A winkelcentra
B Verzorgingsgebieden
C Winkelgebieden
D Verzorgingscentra
Wat is retail?
A de directe afzet van goederen en consumenten, voor zover deze goederen worden betaald uit het
netto-inkomen van de consumenten
B de directe afzet van goederen en diensten aan consumenten, voor zover deze goederen en
diensten worden betaald uit het brutto-inkomen van de consumenten.
C de directe afzet van goederen en diensten aan consumenten, voor zover deze goederen en
diensten worden betaald uit het netto-inkomen van de consumenten.
D de indirecte afzet van goederen en diensten aan consumenten, voor zover deze goederen en
diensten worden betaald uit het netto-inkomen van de consumenten.
In retail is sprake van zowel een technische levensduur als van een economische levensduur van
zaken zoals bijv. de inventaris van een winkel. Welke stelling is juist?
A doordat retail een dynamische branche is, is de economische levensduur van de inventaris vaak
korter dan de technische levensduur.
B doordat retail steeds meer wordt gestuurd door de vraag is de technische levensduur van de
inventaris korter dan de economische levensduur.
C doordat retail erg complex is dienen zoel de technische als economische levensduur van de
inventaris lang te zijn.
Een concurrentieanalyse kun je op 3 niveaus doen. Welke stelling is juist?
A een totale concurrentieveld is mesoniveau
B de huidige relevante concurrenten vallen onder microniveau
C de belangrijkste concurrent is macroniveau
D de huidige relevante concurrenten zijn mesoniveau
Volgens porter zijn er 3 algemene concurrentiestrategieën: cost leadership, differentiation
leadership en focusstrategieën. Wat is een kenmerk van een focusstrategie?
A smalle marktbenadering
B brede marktbenadering
C diep assortiment
D ondiep assortiment
Wat is de juiste definitie van lost sales?
A de consument had een koopintentie maar heeft tijdens zijn winkelbezoek niets gekocht
, B de consument had geen koopintentie en heeft tijdens zijn winkelbezoek niets gekocht
C de consument had een koopbereidheid maar heeft tijdens zijn winkelbezoek alleen een
kassakoopje gekocht
D de consument had geen koopintentie en heeft online toch iets gekocht
De retailwaterval geeft aan hoe de grootte van de populatie wijzigt naarmate je van attractie naar
transactie werkt. Welke stelling is juist?
A het aantal consumenten dat valt onder het verzorgingsgebied is kleiner dan het aantal
consumenten dat valt onder klanten
B het aantal consumenten dat valt onder het verzorgingsgebied is groter dan het aantal
consumenten dat valt onder klanten
C het aantal consumenten dat valt onder het verzorgingsgebied is gelijk aan het aantal consumenten
dat valt onder klanten
D geen van bovenstaande stellingen is juist
De assortimentsdominantiematrix (ADM) kijkt naar twee waarden, welke zijn dit?
A grootte van de markt en conversie
B grootte van de markt en verzorgingsgebied
C grootte van de markt en marktaandeel
D grootte van de markt en assortiment
In de retail is lange termijn een periode van:
A circa 10 jaar
B circa 20 jaar
C circa 1 jaar
D circa 4 jaar
Wat is de correcte weergave van de retailfunctie?
AR=OxM–K
BR=KXM–O
CR=KXO–M
DO=MXK–R
Wanneer een retailer op korte termijn zijn omzet wil verhogen spreken we volgens de frictiematrix
van:
A strategische marktpositie
B tactische kostenverlaging
C tactische verkoopinspanningen
D strategische efficiency
Het fenomeen de schaar wordt het best uitgelegd als:
A de prijzen dalen sneller dan het aantal verkochte producten
B de kosten van de arbeid stijgen sneller dan de prijzen
C de kosten van inkoop stijgen sneller dan de omzet
D de prijzen van producten stijgen sneller dan het aantal personeelsleden
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jessiewilms. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,74. Je zit daarna nergens aan vast.