Strafprocesrecht Rechtsmiddelen Hoorcolleges
HC1 inleiding
Onderwerpen college 1
- Inleiding
- Verdragsrechtelijk kader
- Rechtsmiddelenbedeling
- Beginselen
- Competentie in appel en cassatie
Jurisprudentie:
EHRM 13 februari 2001, appl. nr. 29731/96 (Krombach /Frankrijk)
EHRM 21 september 1993, appl. nr. 12350/86 (Kremzow/Oostenrijk)
EHRM 18 oktober 2006, appl. nr. 18114/02 (Hermi/Italië)
Vakinfo
- Bereikbaarheid zowel organisatorisch als inhoudelijk: r.robroek@rug.nl
- Klapper én digitale klapper (let op: Van Dorst)
- Info op nestor inclusief weekprogramma
- Hofbezoek Zwolle (5 december 9-11.20 uur, drie zaken, aanmelden uiterlijk 25
november)
- Gastcollege (19 december)over modernisering sv, hebben we nog niks mee nodig
dit vak.
- Video colleges staan meteen online op nestor.
Tentamenstof
– B.F. Keulen en G. Knigge, m.m.v. D.H. de Jong, Strafprocesrecht, dertiende druk, Kluwer,
Deventer 2016, gedeelten (als vermeld in de digitale klapper)
– G.J.M. Corstens, Het Nederlands strafprocesrecht, 9e druk, bewerkt door M.J. Borgers en T.
Kooijmans, Kluwer, Deventer 2018, gedeelten (als vermeld in de digitale klapper)
– de rechterlijke uitspraken en de literatuur opgenomen in de klapper
– de rechterlijke uitspraken en de literatuur die overigens op Nestor in de digitale klapper zijn
vermeld (deels te vinden in de map Cursusmateriaal, deels door u zelf te ontsluiten)
– de op het hoorcollege behandelde stof
Inleiding
› Wat zijn rechtsmiddelen?
› Waarom zijn rechtsmiddelen open gesteld?
› Recht op een rechtsmiddel?
› Procedurele randvoorwaarden
Drie beginselen:
› Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen
› Niet twee beslissingen in een zaak
› Concentratiebeginsel
, › Volgende twee colleges: waar en hoe
Wat zijn rechtsmiddelen?
Rechtsmiddelen; 3e boek Sv
› A Gewone rechtsmiddelen: (art. 557 Sv/6:1:16)
Titel I-III verzet (vervallen), hoger beroep en beroep in cassatie van uitspraken (138
Sv).
Titel IV hoger beroep/beroep in cassatie beschikkingen. Bezwaarschriften.
Titel V-VI aanwenden, intrekking en afstand gewone rechtsmiddelen.
› B Buitengewone rechtsmiddelen:
Titel VII Cassatie ‘in het belang der wet’;
Titel VIII Herziening arresten/vonnissen.
kenmerk: wanneer buitengewoon rechtsmiddel? Als er geen rechtsmiddel meer openstaat.
456/457sv.
Verschil tussen buitengewone en gewone rechtsmiddelen: 557 sv: instellen gewoon rechtsmiddel
schorst de tenuitvoerlegging.
Inhoudelijke omschrijving rechtsmiddel
› De Hullu (1989): Wettelijke mogelijkheid voor procespartijen om beslissing strafrechter ter
toetsing voor te leggen aan rechterlijke instantie die bevoegdheid heeft om deze beslissing te
niet te doen.
Daar vallen gratie (college 10) en verzet tegen strafbeschikking (college 4) buiten.
gratie valt er niet onder, omdat strafrechter slechts advies geeft bij een gratie.
Strafbeschikking valt er buiten, omdat het geen beslissing is van de strafrechter.
› Kern vak:
1. door het recht genormeerde mogelijkheid om
2. beslissing strafrechtelijke instantie
3. voor te leggen aan rechter
4. wiens oordeel beslissing of tul daarvan kan beïnvloeden.
Waarom zijn rechtsmiddelen open gesteld?
› C/B citeert De Hullu:
1. Vergroten kans op een juiste en beter aanvaardbare einduitspraak; wil niet
zeggen dat je altijd een betere uitspraak krijgt.
2. Behoefte aan rechtseenheid en controle op juist verloop procedure;
3. Behoefte aan herstel aperte onjuistheden.
› Sporen met drie rechtsmiddelen: hoger beroep (1), cassatie (2) en herziening (3).
› Tegenover voordelen rechtsmiddelen ook nadelen:
1. uitstel van executie duurt langer voordate r een definitieve uitspraak komt
2. doorlooptijden
(en 3. niet altijd beter). Soms anders wegen…. rechtsmiddel is niet vanzelfsprekend
Soms anders wegen…
- Artikel 557a Wet dadelijke tenuitvoerlegging van gevangenisstraffen (niet verder dan consultatie?)
,1. Rechterlijke beslissingen waarbij ten minste één jaar gevangenisstraf is opgelegd, zijn dadelijk
uitvoerbaar. De eerste volzin is niet van toepassing indien minder dan twee jaar gevangenisstraf is
opgelegd en er geen sprake is van een slachtoffer
- Bepalingen die nog langs zullen komen: beperkingen op rechtsmiddelen: 410a (verlofstelsel),
416 (voorbouwend appel) , 80a RO (mogelijkheid die HR heeft om zaken in cassatie niet te
behandelen, omdat er geen belang is), 404/2, 427/2 Sv (appel en cassatiegrenzen)
- 14e/1 (dadelijke uitvoerbaarheid van voorwaarden, bijv. reclasseringstoezicht), 38v/4 Sr
(vrijheidsbeperkende maatregelen: contactsverbod, gebiedsverbod/gebod, dat dadelijk
uitvoerbaar kan worden verklaard en direct ten uitvoer kan worden gelegd voordat zaak
onherroepelijk is)
Rechtsmiddelen passen bij doelstellingen Sv
› Juiste toepassing materiële strafrecht;
› Eerbiediging rechten verdachte (vgl. verzet: art. 6 EVRM biedt recht toegang rechter);
› Eerbiediging rechten anderen (vgl. hoger beroep benadeelde partij, art. 421 Sv);
› Procedurele rechtvaardigheid (wordt nog een keer goed naar gekeken). Noopt niet tot alles
overdoen: voortbouwend appel;
› Afweging van kosten en baten zijn de kosten het wel waard wat het oplevert? Elk
rechtsmiddel kost geld. Sv regelt de afweging die wetgever gewenst acht.
Recht op een rechtsmiddel?
› Bestaat er zoiets als een Noodzaak ‘rechtsmiddel’ tegen strafbeschikking?
strafbeschikking is geen rechterlijk oordeel, dus geen rechtsmiddel, maar misschien wel een
juridische toets. is dit een juridische noodzaak? Ja:
Vloeit voort uit art. 6 EVRM (recht op rechter). recht op rechterlijke toets bij
criminal charge. Art. 6 gaat niet over recht op een hoger beroep. Art 6 is van
toepassing omdat er nog geen rechter bij betrokken is, dus wel mogelijk dat die
verzetsmogelijkheid er is.
› Art. 2/1 7e Protocol EVRM geeft een recht op rechtsmiddel tegen veroordeling door rechter.
Maar exercise (..) shall be governed by law. En 2e lid staat exceptions toe bij (onder meer)
offences of a minor character, as prescribed by law . geeft wel recht op rechtsmiddel.
Wettelijk kan dit worden beperkt, die beperkingen kunnen zich onder meer richten op kleine
overtredingen. Moet wettelijk zijn vastgelegd. Probleem met dit protocol:
› Niet geratificeerd door Nederland. dus protocol geldt niet in Nederland. Maar
jurisprudentie eromheen is wel van belang op oordeel op wijze waarop nederland het heeft
ingevuld.
› Schending vastgesteld in Krombach v. France. mogen die beperkingen die worden
aangelegd wel?
Krombach v. France
› K. koos ervoor in 1e aanleg niet te verschijnen. Daarom advocaten niet aan het woord
gelaten. Manifestly disproportionate (par. 90).
› Review may be confined solely to points of law. Maar restrictions on the right to a review
must pursue a legitimate aim and not infringe the very essence (par. 96). Hier kon K. geen
, review krijgen van de beslissing om te weigeren zijn advocaten aan het woord te laten (par.
100). Schending.
› Vgl. NL: anonieme verdachten (K/K 17.3.2) en Papon v. France (EHRM 25 juli 2002)
uit jurisprudentie volgt in welke opzichten wel of niet beperkt mag worden. Krombach:
schending werd aangenomen. Was een Duitse arts die zou in Duitsland zijn Franse stiefdochter
om het leven hebben gebracht. Hij werd vervolgd in Frankrijk, maar hij verscheen nooit in
Frankrijk. Omdat hij niet verscheen mocht hij niet het woord voeren. Vervolgens werd hij
veroordeeld, cassatie was uitgesloten omdat hij niet verschenen was. Dus hij kon niet klagen
over gevolgen van zijn afwezigheid. EHRM gaat twee vragen onderscheiden:
1. Is er wel sprake van een fair trial? Omdat hij niet mocht verschijnen, advocaat niet woord
mag voeren, in strijd met eerlijk proces.
2. Was in cassatie schending in hoger beroep? EHRM: Review mag, hoeft geen volledige
herbeoordeling te zijn. Mag beperkt worden tot juridische geschilpunten, maar moeten wel
een legitiem doel hebben en mogen geen inbreuk vormen op de essentie van het recht in
hoger beroep. Daar was hier wat mee mis, want hij mocht in zijn geheel niet klagen waarom
hij niet woord mocht voeren in eerste aanleg. Dat is een beperking die niet mag.
EHRM je mag beperken als je maar niet de essentie van het hoger beroep teniet doet.
Hoe zit het met andere beperkingen? Wijze waarop we in nl omgaan met anonieme verdachten. In nl
moet je al je identiteit bekend maken om hoger beroep in te stellen, als je dit niet doet kun je niet
worden ontvangen in hoger beroep. Is deze beperking in strijd met rechtsregels uit 7 e protocol? Is dat
een beperking die de essentie van het rechtsmiddel teniet doet? Je kunt wel klagen over het feit dat
je niet mag klagen. Dat ging mis in Krombach, hij mocht niet klagen over de reden dat hij niet mocht
klagen. Hij mocht in cassatie er niks tegen in brengen dat hem geen hoger beroepsmogelijkheid werd
geboden.
Zaak: verdachte die niet in zijn aanwezigheid kan worden berecht. Omdat hij zich niet overgaf. EHRM
zei hier dat art. 6 evrm niet geschonden was omdat hij wel zijn verhaal mocht doen. en stap 2: recht
op hoger beroep of niet? strandde omdat in cassatie wel een review is geweest of die eis gesteld is,
wel schending art. 6 omdat recht op hoger beroep (verdediging) wordt verbonden aan zijn overgave
(mag alleen verdedigen als je je overgeeft). Geen schending recht op hoger beroep, dus geen
ontoelaatbare beperking.
Art. 14/5 IVBPR
› Iedereen heeft het recht to his conviction and sentence being reviewed by a higher tribunal
according to law.
› Ook bij deze verdragsbepaling uitzonderingen mogelijk, o.m. voor bagateldelicten.
› En review hoeft geen recht op hoger beroep te zijn, mag ook rechttoets zijn in cassatie.
› En zelfs een verlofregeling mag , in principe. Vgl. art. 410a Sv (Lalmahomed, college 6).
› Rechtstreekse toepassing deze verdragsbepaling? Ten dele: NJ 1996, 584: 407 Sv en NJ
2013,533: 416/2 Sv creëert geen hoger beroepsmogelijkheid als die er niets is en wel had
moeten zijn. Maar rechter heeft wel aantal keren situatie getoetst aan verdrag. Twee
voorbeelden: vraag aan de orde als iemand voor een deel wordt vrijgesproken van de tll en in
hoger beroep gaat voor waarvoor hij wel veroordeeld is, of dat bewezen verklaard mag
worden in hoger beroep. Belemmering toezicht opsporingsambtenaren,