samenvatting van ALLE tentamenstof Burgerlijk Procesrecht gegeven aan de Universiteit van Amsterdam (derdejaarsvak), geschreven door honoursstudent met GPA 8.4.
De meeste geschillen tussen natuurlijke personen zijn niet juridisch, of
worden niet civiel beslecht.
Veelal kiest men voor onderhandelingen of slechts juridisch advies –
met juridische procedures zijn immers hoge kosten en veel tijd
gemoeid.
→ In 90% van de gevallen onderneemt men helemaal niets.
→ Rechtspersonen komen net iets vaker bij de civiele rechter, al
scheelt dit een nagenoeg nihil percentage.
Functies van de civiele geschilbeslechting:
i. Conflictoplossing;
ii. Juridische geschilbeslechting → vaststellen feiten en
rechtsposities;
- De dagvaardingsprocedure (art. 78 Rv jo. 3:296 BW).
o Open systeem.
o In arbeids- en huurzaken alsnog verzoekschriftprocedure
(v.).
iii. Rechtshandhaving en rechtsuitlegging (het uitstralingseffect) →
‘de schaduw van het recht’;
iv. Titelverkrijging → gedwongen executie en het geweldsmonopolie;
v. Administratieve en toezichtsfunctie (voluntaire functie) →
wetstoepassing en bescherming.
- De verzoekschriftprocedure (art. 261 Rv).
o Specifieke wettelijke basis.
o Gesloten systeem → toepasselijkheid van de derde titel.
De effecten van het procesrecht:
i. Vertaalt een situatie in de werkelijkheid naar een juridische
aanspraak.
ii. Structureert het debat.
Met als doel het bereiken van een einduitspraak (of andere
oplossing) binnen een redelijke termijn.
iii. ‘Recht doen’ aan partijen.
Het betreft niet enkel het weergeven van de beleefde waarheid
door de partijen.
iv. Op het recht gebaseerde beslissing in het juridische geschil.
Het betreft niet een creatieve oplossing voor het onderliggende
conflict → dient grond in de wet te vinden (administratieve
functie).
De rechter heeft de regie: over de procedure en de uitkomst.
↔️Spanningen die hierdoor ontstaan:
, - Waarheidsvinding en rechtshandhaving (actieve rechter) ↔️
autonomie van partijen en grenzen aan de actieve rol van de
rechter.
o De rechter vult ambtshalve rechtsgronden aan (art. 25 Rv).
Geen aanvulling van de feiten dienend tot het bewijs van
stellingen (art. 149 Rv).
Geen aanvulling rechtsfeiten (art. 24 Rv) – stelt een
partij met het oog op een door haar gewenst
rechtsgevolg.
Kan dit mondeling aan de orde stellen indien dit
zeer voor de hand ligt (HR Hovax).
o Rechter kan:
Partijen bevelen stellingen toe te lichten (artt. 22-22b
Rv).
Vormen van bewijslevering ambtshalve gelasten (art.
166 lid 1 Rv).
Getuigenverhoor leiden (art. 179 Rv).
- Grondigheid of uitputten van procedurele mogelijkheden ↔️snelheid
en tijdigheid.
- Rechtszekerheid en voorspelbaarheid ↔️flexibiliteit en geschiktheid
voor het concrete geval.
o Veel aan veranderingen onderhavig.
Engelstalig procederen voor commerciële partijen.
- Prijs-kwaliteitverhouding.
Laagdrempelige voorzingingen.
Gecombineerde aanpakken.
Het procesrecht is gebonden aan enkele beginselen:
i. 6 EVRM:
Bij het vaststellen van burgerlijke rechten en verplichtingen –
behoudens ontbreken voldoende belang (art. 3:303 BW) of
misbruik van bevoegdheid (art. 3:13 BW).
o Eerlijk en openbaar.
Eis aan de procedure zelf.
Hoor en wederhoor (art. 19 Rv), equality of arms,
openbaarheid (artt. 27 jo. 28 Rv), termijn (art. 20
Rv).
o Eventueel vernietigen bindende uitspraak
(art. 6:248 jo. 7:904 BW).
o Geanonimiseerd (art. 29 lid 2 Rv).
o Personele eenheid van de rechter (art. 155
Rv).
Toegankelijk.
, o Gefinancierde rechtsbijstand (art. 18 lid 2
Gw).
Rechtseenheid.
Eisen aan de partijen (artt. 23 jo. 24 en 20 Rv).
Soms verplichte procesvertegenwoordiging (art. 79
lid 2 Rv).
o Geldt voor de eiser – niet de gedaagde (art.
255 Rv).
o Niet voor gedingen ten overstaan van de
kantonrechter (art. 79 lid 1 Rv).
o Binnen een redelijke termijn.
Eis aan daadwerkelijke tenuitvoerlegging.
o Door een onafhankelijk en onpartijdig gerecht.
Eis aan de structuur van de rechterlijke macht (art. 116
Gw);
Gemotiveerde uitspraak (artt. 121 Gw jo. 30jo. 230
jo. 287 Rv).
en de persoon van de rechter (artt. 36-39 Rv jo. 118
Gw).
De rechter kan om verschoning verzoeken (artt. 36
jo. 40 Rv).
De belanghebbende kan wraking instellen (artt. 37
jo. 39 Rv).
o Bij de wet ingesteld (art. 116 Gw).
Nationale beginselen:
i. Volledigheids- en waarheidsplicht:
o Plicht partijen (art. 21 Rv).
o Bevoegdheid van de rechter (art. 22 Rv).
→ Anders herroeping uitspraak met kracht van gewijsde (art.
382 Rv).
ii. Zeggenschap in de procedure:
o Voortgang (art. 20 Rv).
o Inhoud (artt. 23-26 Rv).
iii. Goede procesorde:
Samenwerkingsmodel tussen de rechter en partijen aan de hand
van de redelijkheid en billijkheid.
M v. Malta (r.o. 74)
Verbod op uit het raam hangen van was is een voorlopige maatregel
(1985) – gedaagde was hier niet van op de hoogte. De zitting op
bezwaar was bovendien verplaatst zonder dat de gedaagde hiermee
bekend was (door overleg tussen de rechter en advocaat wederpartij
die familie waren).
, → Schending hoor en wederhoor; onpartijdigheid;
equality of arms.
Bodemprocedure afgerond in 1992, waarna in 2006 procedure in
Straatsburg gestart.
↔️Maar voorlopige voorziening onvoldoende voor toegang art. 6 EVRM.
Bepaalt in beginsel de inhoud van het recht niet, dit moet nog
komen.
→ Nu verandering: maatregelen blijken van groot belang,
vaak voor een lange periode (r.o. 79).
→ Zowel in bodemprocedure als in voorlopig voorziening
– indien deze in feite het recht of verplichting voor partij
bepaald - zolang een burgerlijk recht in het geding is.
Alternatieven voor de rechter (ADR).
a. Tussen partijen zelf.
De partijen bepalen zelf de uitkomst.
o (Her)onderhandelen.
o Mediation.
Hij beslist zelf niets.
Hij helpt partijen zelf tot een beslissing te komen.
De waarheid geldt zoals deze in de
vaststellingsovereenkomst is vastgelegd (art.
7:900 e.v. BW).
De juridische waarheid doet er hierbij niet toe.
→ Hierna alsnog rechtspraak mogelijk (het voorkomt de
rechtspraak).
b. Boven partijen.
De partijen wordt de uitkomst door een derde partij opgelegd.
o Bindend advies (art. 7:900 e.v. BW).
Bindende beslissing door een derde.
Basis van bevoegdheid is overeenkomst tussen
partijen.
Uitkomst is de beslissing met de status van een
vaststellingsovereenkomst.
Vormen:
i. ‘Zuiver’ bindend advies.
o Geen geschilbeslechting (aanvulling van
overeenkomst).
ii. ‘Onzuiver’ bindend advies.
o Geschilbeslechting.
Toetsing van de beslissing op:
Vrijwilligheid (zwarte lijst (art. 6:236 sub n BW)).
Proces en inhoud (art. 7:904 BW).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bettemaxim. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,36. Je zit daarna nergens aan vast.