syllabus
Collegereeks
Introductie Kunstgeschiedenis
,Introductie
Collegereeks
Introductie
Introductie Kunstgeschiedenis
Kunstgeschiedenis
Kunstgeschiedenis
Van de Griekse oudheid
oudheid
Van de Griekse tot Moderne
Moderne Kunst
totKunst
oudheid tot Moderne Kunst
Vincent van
Vincentvan Gogh,
vanGogh, Amandelbloesem,
Gogh,Amandelbloesem,
Amandelbloesem, 1890,
1890, Van
Van Gogh
Gogh Museum
Museum (Vincent
(Vincentvan Gogh Stichting)
Vincent 1890, Van Gogh Museum (Vincent vanvan Gogh
Gogh Stichting)
Stichting)
2 Introductie Kunstgeschiedenis | Vrije Academie
,inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Pre-griekse en griekse kunst p. 4
Hoofdstuk 2: Etruskische en romeinse kunst p. 6
Hoofdstuk 3: Vroegchristelijke en byzantijnse kunst p. 9
Hoofdstuk 4: Kunst van de vroege middeleeuwen p. 12
Hoofdstuk 5: Gotiek p. 15
Hoofdstuk 6: Renaissance en maniërisme p. 18
Hoofdstuk 7: Barok en rococo p. 22
Hoofdstuk 8: Romantiek p. 25
Hoofdstuk 9: Kunst na 1850 p. 28
Hoofdstuk 10: Twintigste-eeuwse kunst en architectuur p. 32
bijlagen: Literatuurlijst p. 37
C O LO FON
Uitgave: Vrije Academie | Kunst & Cultuur
© copyright Juni 2011
Disclaimer: informatie en afbeeldingen uit deze uitgave mogen niet zonder
toestemming van de Vrije Academie gebruikt of verspreid worden.
www.vrijeacademie.nl
3 Introductie Kunstgeschiedenis | Vrije Academie
, Hoofdstuk 1: Pre-Griekse en Griekse kunst
Inleiding
De Europese cultuur heeft haar belangrijkste wortels in de Griekse en Romeinse beschaving. Deze
invloed is tot op de dag van vandaag merkbaar in de politiek, rechtspraak, wetenschap en de kunst.
De Griekse beschaving laat men over het algemeen beginnen rond het jaar 1000 v.Chr. Lang
voor die tijd leefden er echter al mensen in dit gebied rond de Aegeïsche zee die sporen van een
zekere beschavingsvorm hebben achtergelaten.
Pre-Griekse beschavingen
Op de Cycladische eilanden vestigde zich van 2600 tot 1100 jaar v.Chr. (van het begin van de
bronstijd tot in de vroege ijzertijd) een eenvoudige gemeenschap die leefde van de zeehandel.
Zij maakte uitzonderlijke marmeren beelden, in grootte variërend van circa 10 centimeter tot
levensgroot. Deze beelden stelden vermoedelijk vruchtbaarheidsgodinnen voor.
Knossos
Op Kreta is sprake van een hoogstaande cultuur vanaf circa 2000 tot 1300 v.Chr. Deze minoïsche
cultuur is genoemd naar koning Minos van Kreta. De Kretenzers bouwden hun steden rond een
paleisachtig complex met meerdere verdiepingen, waarvan Knossos het bekendst is. Blijkbaar
vreesdemengeengevaarvanbuitenaf,wantdestedenenpaleizenhaddengeenverdedigingswerken.
De minoïsche kunst maakt een speelse en vrolijke indruk. Vazen zijn met plant- en diermotieven
versierd en op de paleismuren zijn scènes van optochten en acrobaten aangebracht.
Op het Griekse vasteland bestaat van circa 1600 tot 1100 v.Chr. de Myceense cultuur, genoemd
naar de eerste vindplaats Mycene (Peloponnesos). Deze cultuur vertoont overeenkomsten met
de minoïsche, maar ook opvallende verschillen. Men woonde in goed verdedigbare burchten
met een paleiscomplex in het centrum. Ook Myceense gebruiksvoorwerpen zijn versierd met
plant- en diermotieven, maar deze hebben een agressiever karakter dan de minoïsche.
GRIEKSE KUNST (1000- ca. 150 v.Chr.)
Inleiding
Tegen 1100 v. Chr. trekt een aantal stammen, waaronder Doriërs en Ioniërs vanuit het noorden
het Griekse schiereiland binnen. Zij maken een eind aan de Myceense cultuur. De Doriërs
4 Introductie Kunstgeschiedenis | Vrije Academie