Aantekeningen K&A 1300 tot 1550
College 1 – introductiecollege
Er was een Renaissance, maar ook een duidelijke tegenbeweging.
De Renaissance begon in Florence, maar op andere plekken begon het pas later.
Het begrip renaissance en de historiografische traditie
Wat is de Renaissance?
- Een wedergeboorte van de Klassieke idealen. Dit wordt ook duidelijk gemaakt
in overzichtswerken zoals Gardner. Men wordt meer geïnteresseerd in de
natuur, zichzelf als individu en de rest van de wereld. Identiteit wordt
belangrijk, men schrijft dagboeken, er verschijnen portretten etc.
- De datering is onduidelijk
- Sociaal en economisch is er eigenlijk geen renaissance?
Zeitgeist van Jacob Burckhardt:
= Een tijdgeest die het leven stuurde in een tijdperk, het kenmerken gaf. Zorgde in de
tijd van de Renaissance voor:
- Wedergeboorte van de klassieke oudheid
- Ontdekking van de wereld en de mens
Nadruk op individualisme en moderniteit.
Burckhardts werk was zeer invloedrijk voor latere literatuur.
Zijn ideeën geven een raamwerk voor de interpretatie van de Italiaanse kunst uit de
Renaissance, maar in zijn boek schrijft hij helemaal niet over kunst. Burckhardt
baseert zich vooral op bestaande bronnen → dit geschepte beeld past vooral bij de
elite cultuur.
Kunstenaars in deze periode werkten zich op naar figuren met een hoge status, ipv
werkmannen → de kunsten werden een middel om zichzelf te verheffen. De
kunstenaars hadden zelf ook door dat zij in een ‘nieuwe’ tijd leefden en ze
onderscheidden zich van de donkere middeleeuwen.
Petrarca: Zijn eigen tijd was een tussenperiode, een donkere tijd, die gevolgd zou
worden door de herleving van de Romeinse oudheid → een nieuwe tijd. Hij begint
met het idee van de wedergeboorte.
Boccaccio: Giotto had volgens hem de kunst weer aan het licht gebracht, na de
donkere middeleeuwen.
Lorenzo Valla: humanist. Hij schrijft ook over een opleving van de kunsten.
De humanistische literatuur gebruikt vaak terminologie zoals heropleving, ontwaken,
wedergeboorte etc. Deze terminologie speelde nadrukkelijk zin op het Heilige Schrift
en de geschriften van de Kerkvaders. De kritiek op de ordening van de kerk groeide
namelijk. Daarnaast hadden ze ook verklaringen voor de duistere tijden van de
middeleeuwen:
- Theorie van de externe verwoesting: door vandalisme van woeste
veroveraars.
, ➔ Ze willen terug naar de gouden periode tussen de geboorte van Christus
en de kerstening van Constantijn.
- Theorie van de interne onderdrukking: door iconoclastisch fanatisme van de
kerk. Hierbij raakte ook de kennis van de vervaardiging verloren. De
byzantijnse/Griekse kunst was (volgens Ghiberti) onhandig en grof.
➔ De Maniera greca: de byzantijnse iconenkunst werd met deze term
afgeschoten. Er was geen innovatie: de essentie lag in devotie,
contemplatie, exactie kopieën. Geestelijke kunst doet de kunsten teniet →
gedachtegang van Luther en Calvijn
➔ Giotto bracht hier dus volgens de humanisten als eerste nieuw leven in.
Grondbeginselen van de wedergeboorte:
- Terugkeer naar de klassieke oudheid: ze baseren zich o.a. op Plinius, maar
verder was er weinig overgebleven.
Dus:
- Terugkeer naar de natuur (ad nature similitudinem)
Giorgio Vasari:
Rinascità, bestaande uit 3 fasen:
1. Kindertijd: 14e eeuw: Giotto, Pisaro familie (Beeldhouwkunst), Arnolfo di
Cambio
2. Adolescentie: 15e eeuw: Masaccio, Donatello
3. Wasdom: 16e eeuw: perfecte balans tussen mens en natuur, kunstenaars die
alles kunnen: door Leonardo, Da Vinci en Michelangelo.
Florence was de bakermat van de Renaissance. Venetië werd ondergeschikt.
Sommige kunstenaars worden ‘afgezeikt’, anderen verheerlijkt of realistisch
beschreven.
Concurrerende origin stories
1. De competitie voor de bronzen
deuren van het baptiserium:
Lorenzo Ghiberti vs Filippo
Brunelleschi. Er was al een (gotisch,
met vierpas) deurpaneel, maar er
moest een nieuwe komen. Ze
moesten een paneel maken over het
offer van Isaak. Deze
competitiemodellen zijn bewaard
gebleven. Ghiberti wint. Beide panelen kennen in de voorstelling ook gotische
elementen, maar de (herleving van de) oudheid was ook een belangrijke
inspiratiebron.
➔ Spinario was een bekend voorbeeld uit de oudheid
De panelen die door Ghiberti gemaakt moesten
worden betroffen 30 scènes uit het nieuwe testament,
4 evangelisten en 4 kerkvaders.
➔ Nieuw en onderscheidend beeldhouwwerk
2. De Brancacci-kapel in Florence: een Petrus-cyclus
in de Santa Maria del Carmine. De kapel was namelijk
gewijd aan Petrus. Masaccio (R) en Masolino (L)
, krijgen de opdracht, maar werkten beide in een andere schilderstijl. Toch was
de locatie, tijd en opdrachtgever hetzelfde.
Masolino: lange lichamen, lieflijk.
Masaccio: emotioneel anders (rouwend, schuldbewust), dynamisch lijf,
anatomisch correcter. Hij gebruikt ook voorbeelden uit de oudheid zelf. Het
was choquerend dat Adam en Eva naakt zijn afgebeeld terwijl ze al uit het
paradijs zijn.
➔ Wat zegt dit over de historiografie? De werkelijkheid is complexer dan de
historiografische modellen suggereren. Periodisering is een construct. Men
moet naar de kunst kijken met een blik uit de tijd zelf, zonder onze kennis
van nu.
In de periode van de Renaissance werden er passiespelen gespeeld, o.a. in kerken.
Deze werden ook geridiculiseerd (ook kritiek richting clerici, satire was kenmerkend
voor de renaissance), maar konden ook als doel ridiculisering hebben.
➔ In de Renaissance was de cultuur levendig, rumoerig en vies.
➔ Het stond in verbinding met de gehele wereld: er was bv. handel. Deze
‘internationale stijl’ was ook erg nieuw in deze tijd.
Terug naar de historiografische traditie
Johan Huizinga: Ziet de 14e en 15e eeuw als periodes van stagnatie, culturele
uitputting en nostalgie. Dit maakte echter ruimte voor een nieuw tijdperk van
individualisme, humanisme en moderne wetenschap: de renaissance.
Ars Nova: de kunst van de noordelijke renaissance:
- Nieuwe technieken → olieverf
- Nieuwe onderwerpen → portretten, alledaagse voorstellingen, interieurs
- Artistieke uitwisseling tussen Nederlanden en Italië.
Chaucer: The Wife of Bath is tegen de authoriteit en misogynie van de kerk. Er is ook
een vergelijking met Aesopos’ fabel over de leeuw en de man die samen naar een
schilderij kijken → het is belangrijk wie de geschiedenis schrijft → de canon is niet vrij
van oordelen.
Zienswijzen
Wat zagen de mensen in hun eigen tijd?
Iedere blik is cultureel bepaald en afhankelijk van specifieke voorkennis en
standplaatsgebondenheid.
➔ Kijken met het period eye: kijken met de blik van tijdgenoten naar objecten
en gebeurtenissen om de kunst te interpreteren, maar ook om te begrijpen
hoe een bepaalde stijl tot bloei kon komen.
College 2 – de erfenis van het Trecento
Kunst van de 14e eeuw = Trecento
Politieke landschap en kunst
Bestuursvormen Italië, circa 1300:
, - Signorie/signoria (heerschappen): Verona, Milaan, Piacenza, Parma,
Ferrara, Rimini.
Heersers, tirannen: niet negatief destijds. Het waren hertogdommen,
prinsdommen.
Verona: eerst een commune, er was een ‘sheriff’ (meneer Podestà) die orde
hield, wordt later alleenheerser. Ze bouwen in een soort Gotische stijl.
Voorbeeld: grafmonument voor de heersende familie → deze grootse
grafmonumenten waren kenmerkend, laten dynastieke trots zien → doen ze
ook via paleizen en kastelen.
- Comuni/comune (gemeenschappen): Venetië, Bologna, Genua, Florence,
Siena, Pisa.
Een bestuur waarin een gemeenschap zichzelf regeert, de macht is verdeeld
over groepen mensen, er is een kiessysteem. Republiek-achtige besturen. Er
wordt belasting afgedragen.
Siena: stadspaleis. Er worden geen gesloten kastelen gebouwd als in Verona,
maar gemeenschappelijke, open gebouwen met grote vensters. Er was een
loggia (=open ruimte, door zuilen of pilaren gedragen), dat aangeeft dat er ook
ceremonies buiten werden gehouden. Harmonie en saamhorigheid staan
centraal. In het stadspaleis zijn
beroemde fresco’s te zien:
1. Allegorie van een goed bestuur:
deugden, Justitia, gevolgen te
zien in een stad en op het
platteland. Er is rust, kalmte, geen
bandieten, handel, veiligheid
(personificatie) → goed voor de
samenleving. Degene die zich niet
aan de wetten houden, worden
gestraft.
2. Allegorie van een slecht
bestuur: een
tiran/alleenheerser, raadslieden
die niks te zeggen
hebben/ondeugden, Justitia
gekneveld, tiran omgeven door
zonden. Gevolgen van het
slecht bestuur: lijdende stad,
vervallen architectuur, mensen
geknuppeld, geen veiligheid
maar angst (personificatie)
Er was rivaliteit tussen Florence en Siena.
Maatschappelijke ontwikkelingen
Opkomst van bedelorden:
Ontstaan in de 13e eeuw onder invloed van maatschappelijke ontwikkelingen die
samenhangen met de signorie, er is armoede, verwijdering van de kerk. In
tegenstelling tot de monastieke kloosterorden (monniken), leefden de leden van
bedelorden (fraters) niet afgezonderd van de samenleving.
Kenmerken: