Geschiedenis VWO
Samenvatting Historische Context ‘Koude Oorlog’
HISTORISCHE CONTEXT 4 – ‘KOUDE OORLOG’
SAMENVATTING GESCHIEDENIS 6 VWO
Methode: “Feniks”
Introductie
Deze samenvatting is een samenvatting in chronologische volgorde van de Koude Oorlog in de periode
1945-1991. In de tekst worden een aantal verwijzingen en verbanden naar andere tekstdelen
aangegeven, omdat het niet mogelijk is de geschiedenis enkel chronologisch samen te vatten.
In deze samenvatting zijn tevens de volgende paragrafen uit ‘Feniks, Overzicht van de
Geschiedenis’ opgenomen: H9 §3, H9 §8, H10 §1, H10 §2, H10 §3
Paragraaf 0 – De oprichting van de Sovjet-Unie (H9 §3 overzicht van de Geschiedenis): Deze
paragraaf behoort nog niet tot de H.C., wel tot de Kenmerkende Aspecten. Globaal kennen volstaat.
In Rusland leefde men voor de Eerste Wereldoorlog nog in een samenleving die leek op de
Middeleeuwse feodale samenleving. De meeste mensen leefden als boeren en zij produceerden
voedsel voor hun eigen levensonderhoud. Aanvankelijk wilde Tsaar Nicolaas II niet deelnemen aan de
Eerste Wereldoorlog (mede omdat hij een nederlaag tegen Japan had geleden), maar onder druk van
zijn bondgenoten besloot hij toch deel te nemen.
1917: Boeren moesten als soldaten aan de slag en de voedselproductie kwam dus grotendeels stil te
liggen. Bovendien verloor Rusland veel van haar veldslagen. Hierdoor kwamen de soldaten in
opstand, die werd gevolgd door de politici in de Doema (de Russische Volksvertegenwoordiging).
Deze opstand heet de Februarirevolutie. Tsaar Nicolaas II werd gedwongen om af te treden en
Rusland kreeg een tijdelijke regering (onder leiding van Kerenski). De regering besloot de oorlog
voort te zetten. De chaos zette zich voort. Duitsland profiteerde hiervan. Zij stuurden Lenin en Trotski
(twee bannelingen) terug naar Rusland. Deze mannen hadden aan Duitsland beloofd met de oorlog te
stoppen zodra ze aan de macht waren en zij presenteerden de regering het ‘vrede, brood en arbeid’-
programma om de rust in Rusland te herstellen. Toen de Doema dit niet accepteerde, pleegden de
aanhangers van Lenin een staatsgreep: de Oktoberrevolutie.
1918: De bolsjewieken schreven verkiezingen uit, die zij verloren. Ze weigerden hun verlies te
accepteren, waardoor hun standpunten verder radicaliseerden. Tegenstanders werden hardhandig
uitgeschakeld. De bolsjewieken wilden et particuliere bezit afschaffen, maar de Doema weigerde
hiermee in te stemmen. Reactie van de bolsjewieken: (1) uit de weg ruimen politieke tegenstanders,
(2) censuur, (3) instellen van een geheime dienst: de Tsjeka Hier startte de periode van de Rode
Terreur. Tevens sloot Rusland in dit jaar de Vrede van Brest-Litovsk en stapten zij (zoals beloofd) uit
WO1. Pas in 1921 werd na de overwinning van Trotski de Sovjet-Unie uitgeroepen
Later bleek dat de ideologie die in de Sovjet-Unie werd aangehangen, de communistische ideologie
(marxisme), in de praktijk onuitvoerbaar was. Dit leidde tot veel ontevredenheid onder de burgers en
om hen tegemoet te komen, introduceerde Lenin in 1921 zijn NEP (Nieuwe Economische Politiek).
Dit is een beperkte terugkeer naar het kapitalisme waar boeren, na afdracht van belasting in natura, een
deel van hun oogst op de markt mochten verkopen. De opzet slaagde. Ook hield Lenin zich bezig met
onderwijs en scholing: de jongste generatie werd de communistische leefwijze ingeprent. In plaats van
geloof kwam de ideologie. Figuur 1. Kenmerken van een totalitaire staat
Kenmerken totalitaire staat (toegepast op de Sovjet-Unie):
Eén leider (aanvankelijk Lenin, later Stalin).
Alle macht bij één partij (de communistische partij)
Aandacht voor de jeugd (instellen van scholen en jeugdorganisaties).
Instelling van een geheime dienst (KGB en de Goelag-archipel)
Geen individuele vrijheden (godsdienst, meningsuiting, vereniging)
,Geschiedenis VWO
Samenvatting Historische Context ‘Koude Oorlog’
Na het overlijden van Lenin, ontstond in de Sovjet-Unie een nieuwe strijd om de macht, die
uiteindelijk werd gewonnen door Stalin. Stalin startte de hervorming van de landbouw in de vorm van
collectivisatie (kolchozen: collectieve landbouwbedrijven en sovchozen: staatsboerderijen).
Tegenstanders werden vermoord of verdwenen in de Goelag-archipel, de straf- en werkkampen van
de Sovjet-Unie. De overheid zette alles op alles om de industrialisatie van de Sovjet-Unie voort te
zetten, mede middels de ambitieuze Vijfjarenplannen. Deze plannen toonden het succes van het
communisme, ondanks dat er in de praktijk niet veel van terecht kwam: veel burgers leden honger en
kampten met de onvrijheid.
Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een totalitaire staat waarin iedereen controleerde of niet werd
afgeweken van de officiële richtlijnen van de overheid. De periode van 1936-1938 waarin zelfs leden
van de communistische partij door dit strenge bewind werden getroffen, wordt de Grote Terreur
genoemd.
Paragraaf 1 – Waardoor raakte Europa verdeeld in twee ideologische blokken en waardoor
groeide de spanning tussen deze blokken? (1945 – 1955)
Bijbehorende Kenmerkende Aspecten
De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.
Onder andere het ‘McCarthyisme’ heeft zich kunnen verspreiden dankzij de moderne
communicatiemiddelen ( zie ‘De Redevoering van McCarthy’)
Het voeren van twee wereldoorlogen.
Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en nationaalsocialisme/
fascisme.
Verwoestingen van op nog niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de
betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogsvoering. In deze paragraaf wordt hierbij
gedoeld op het Manhattan Project en de daaruit volgende atoomaanvallen van de VS.
De verdeling van de wereld in twee ideologische machtsblokken in de greep van een
wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.
De eenwording van Europa.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten een gezamenlijke
vijand: Nazi-Duitsland. Het wederzijdse wantrouwen was echter gebleven. Dit wantrouwen, gestoeld
op tegenstellingen in ideologieën (kapitalisme van de Verenigde Staten, waarin de vrijheid van het
individu voorop staat tegenover het communisme van de Sovjet-Unie, zoals door Karl Marx
beschreven). Vanwege de uitkomst van de Tweede Wereldoorlog in Europa ontstond een conflict
tussen het Westen en de Sovjet-Unie. De Sovjet-Unie was namelijk militair aanwezig in Europa,
omdat zij meehielpen met het verslaan van Duitsland. Het Westen was echter bang voor een te grote
invloed van de Sovjet-Unie in Europa, op het moment dat de Verenigde Staten zich terug zou trekken.
Conferentie van Jalta (februari 1945): Op deze conferentie werd de afspraak gemaakt dat na
de oorlog Oostbloklanden een democratische regering zouden krijgen. Stalin wist echter wel
af te dwingen dat de regeringsleiders ‘bevriend’ zouden zijn met hem. Zo werden de
Oostbloklanden omgevormd tot ‘satellietstaten’ van de Sovjet-Unie: ze werden afhankelijk.
Motieven voor Stalins invloed:
Ideologisch: Stalin was ervan overtuigd dat het kapitalisme niet functioneerde en geloofde dat
het communisme het beste was voor een staat. Om zie reden zou hij de zwaktes van het
Westen kunnen vergroten, om zo de macht van de Sovjet-Unie te versterken.
Politiek: bescherming van de westgrenzen: Oostbloklanden worden beschouwd als bufferzone
voor de westgrens van de Sovjet-Unie, die in de 20e eeuw vaak zwak bleek (o.a. Duitse aanval
in de Tweede Wereldoorlog).
, Geschiedenis VWO
Samenvatting Historische Context ‘Koude Oorlog’
Figuur 2. Motieven voor Stalins invloed
Conferentie van Potsdam (juli 1945): Op deze conferentie stond de vraag centraal wat de
Geallieerden met Duitsland moesten aanvangen. Als oplossing werd Duitsland voorlopig
opgedeeld in vier bezettingszones (VS, VK, FR, SU). Dit gold ook voor de stad Berlijn. Het
Westen bood op grote schaal hulp aan hun zones, terwijl de Sovjet-Unie hun gebieden juist
leeg trok als schadevergoeding voor de geleden oorlogsschade.
Atoombom op Hiroshima (en Nagasaki)
Ook buiten Europa ontstonden waren conflicten. In 1941 sloten de Verenigde Staten zich na de
Japanse aanval op Pearl Harbor aan bij de Tweede Wereldoorlog. Het grootste deel van de strijd tegen
Japan kwam op hun schouders terecht. Na een succesvolle test zagen de VS het gebruik van een
atoombom als enige redmiddel om de Japanse eilanden tot overgave te dwingen (zie kader).
Motieven voor het gooien van de atoombommen in Japan
Militair: de huidige vorm van het veroveren van de eilanden (‘Islandhopping’) van en rondom
Japan kostte enorm veel levens van Amerikaanse en Japanse soldaten. De atoombommen
beperkte, ondanks de grote aantal directe slachtoffers, slachtoffers aan zowel Japanse als
Amerikaanse zijde.
Politiek: Amerika wilde aan de Sovjet-Unie tonen dat het beschikte over een allesvernietigend
wapen. Hiermee konden zij invloed uitoefenen op de Sovjet-Unie. De atoombom was een
drukmiddel.
‘Wetenschappelijk’: Wetenschappers in de Verenigde Staten hadden gedurende de Tweede
Wereldoorlog lange tijd in het geheim aan de ontwikkeling van de atoombom gewerkt. De
situatie in Japan was optimaal om deze bommen en hun effect nu in het echt te testen.
Figuur 3. De motieven van de Verenigde Staten voor de atoombommen.
Op 6 augustus wierpen de Verenigde Staten de eerste atoombom op Hiroshima, om vervolgens een
tweede 9 augustus op Nagasaki te werpen. Na de eerste atoombom gaf de Japanse keizer (Hirohito)
zich namelijk nog niet over. Na de tweede bom accepteerde Hirohito zijn nederlaag, op voorwaarde
dat de keizerlijke dynastie in Japan mocht blijven bestaan. De Verenigde Staten accepteerden dit,
omdat (1) het de enige manier was om te zorgen dat heel Japan zich overgaf en (2) omdat ze de
betrokkenheid van Rusland bij de Japanse overgave zo klein mogelijk wilden houden. Met de Japanse
overgave was de Tweede Wereldoorlog definitief afgelopen.
Na de Tweede Wereldoorlog
Na de Tweede Wereldoorlog namen de spanningen tussen Oost en West nog verder toe. De Britse
premier Chamberlain sloeg alarm over de dreiging van de Sovjet-Unie die expansiedrang toonde
(mede middels propaganda). Hij beschreef de scheidslijn tussen het Oosten en het Westen als een
IJzeren Gordijn. Stalin noemde dit oorlogsophitsing. Het vertrouwen van regeringsleiders in een
vreedzame naoorlogse wereld nam snel af. Vele staten werden satellietstaten van Rusland. De
spanningen namen snel toe en men sprak van een Koude Oorlog.
Marshallplan:
Als gevolg van de ideologische tegenstellingen tussen het Oosten en het Westen, kondigde de
president van de Verenigde Staten, Truman, een nieuw Amerikaans beleid aan, dat al snel de
Trumandoctrine werd genoemd. Dit hield in dat alle staten die zich bedreigd voelden door het
communisme, bij de Verenigde Staten konden aankloppen voor steun. Deze beleidslijn oogt dus op het
indammen van het communisme, zodat het zich niet verder kan verspreiden (containmentpolitiek).
Concreet kwam deze beleidslijn tot uiting in de Marshallhulp. Dit is financiële steun die de
Verenigde Staten na de Tweede Wereldoorlog gaven aan Europese landen. De achterliggende
gedachte was dat arme landen zich eerder aangetrokken zouden voelen tot het communisme en dat een
welvarend Europa daarom beter uit was. Bovendien hadden de Verenigde Staten ook een economisch
belang. Een welvarend Europa zou een handelspartner kunnen worden van de Verenigde Staten.