Leerdoelen Vloeiendheid
De student definieert de volgende stoornissen en benoemt de kernsymptomen:
Ontwikkelingsstotteren: stotteren begint in de kindertijd zonder duidelijk psychologisch of organisch
trauma. Ontstaat gradueel tijdens de ontwikkeling van het kind.
Neurologisch stotteren: verworven stotteren, heeft neurologische oorzaak, bv. Parkinson.
Plotselinge onset.
Psychogeen stotteren: heeft psychologische oorzaak, bv. na een psychologisch of emotioneel
trauma
Broddelen (dysartrisch, dysfatisch, dysritmisch): een stoornis in de vloeiendheid van het spreken. Is geen
stotteren, wel veel normale onvloeiendheden
dysritmisch broddelen:
- slechte controle spreektempo
- verdeling ritmische patronen
- tachylalie (te snel spreken) en bradylalie (te langzaam spreken)
→ afwijkend ritme
dysartrisch broddelen
- misarticulaties
- slechte coördinatie spreekbewegingen
- slecht verstaanbaar
→ afwijkende articulatie
dysfatisch broddelen (linguïstisch broddelen):
- formuleringsproblemen
- verward spreken
- zinnen niet af, woordvolgorde etc.
→ afwijkende syntaxis
Kernkarakteristieken:
1. Een te hoog en/of onregelmatig spreektempo: syll/min., inclusief pauzes (dus in de natuurlijke
spraak)
2. In combinatie met één of meer van de volgende karakteristieken:
- hoge frequentie normale niet-vloeiendheden
- frequente plaatsing van pauzes en het gebruik van prosodische patronen die niet aan
syntactische en semantische regels voldoen
- onjuiste mate van co-articulatie tussen klanken: te veel, lopen te veel in elkaar over (=
verminderde verstaanbaarheid)
Broddelaar wanneer iemand voldoet aan 1. en minstens één puntje van 2.
Overige karakteristieken:
- hoog articulatietempo: aantal syll/min. (ook syll/s., woorden/min.), exclusief pauzes
(- overarticulatie: deletie van syllaben/fonemen in multisyllabische woorden (telescopie))
, prevalentie mengvormen stotteren/broddelen: tussen de 18-67%
aanmeldingen voor stotteren in praktijk:
- 5% zuiver broddelen
- 35-45% broddelen/stotteren
Verschil stotteren/broddelen:
Spreken onder stress: broddelaars spreken beter, want focus
Spreken in ontspannen situaties: stotteraars spreken beter, want rust
Aandacht vestigen op spraak: stotteraar beter, broddelaar wordt bewuster dus slechter
Spreken na onderbreking: broddelen beter (opnieuw beginnen, aandacht is beter), stotteren
slechter (opnieuw beginnen)
Korte antwoorden: broddelen beter (minder tekst), stotteren is wisselvallig
Vreemde taal: broddelen beter, stotteren ook wisselvallig
Bewustzijn stoornis: stotteraar is zich bewust, broddelaar niet
Bekende tekst lezen (tekst 3x lezen): stotteren gaat beter (adaptatie), broddelen steeds slechter
(steeds minder aandacht)
Onbekende tekst lezen (eerste keer): broddelen gaat beter
Handschrift: broddelaar vaak slecht handschrift
Spreekangst: meer bij stotteraars dan bij broddelaars
Meer aandacht op/voor iets hebben = beter voor de broddelaar
Samenvattend broddelen:
Nieuwste werkdefinitie: verplichte kenmerken:
- snel/onregelmatig spreektempo
- verminderde verstaanbaarheid
- veel normale onvloeiendheden
, Ontwikkelingsstotteren Neurologisch Psychogeen Broddelen
stotteren stotteren
Etiologie Waarschijnlijk Beroerte, Langdurige stress, Waarschijnlijk
neurofysiologisch hoofdtrauma, psychologisch neurologisch,
(afwijkingen in linker tumor, ziekte, conflict, mogelijk
hemisfeer) verergerd toxiciteit, psychologisch gerelateerd aan
door temperament en dementie, etc. traumatische dysfunctie in
omgeving gebeurtenis. basale ganglia.
Emotioneel
conflict
interfereert met
spraakproductie.
Start Meestal 2-5 jaar Na een Na langdurige Aanwezig in
neurologische stress of na kleutertijd, maar
gebeurtenis. psychologisch vaak pas
traumatische gediagnosticeerd
In sommige gebeurtenis. als het
gevallen: interfereert met
stotteren eerste Soms gaat het schoolprestaties.
signaal voor samen met
neurologisch neurologische
probleem. problemen.
Spraak Lettergreep en Stotters op Stotteren blijft Teveel normale
kenmerken woordherhalingen, deel- functie- en constant of onvloeiendheden,
woordherhalingen, inhoudswoorden. vergroot tijdens slechte
verlengingen en spreken in verstaanbaarheid,
blokkades. Stotteren niet vloeiendheids- vooral tijdens
beperkt tot ontlokkende snelle
Frequentie: <3% van de woord-initiële omstandigheden. uitbarstingen van
syllabes wordt syllabes. spraak.
gestotterd. (LAAG) Ongebruikelijk
Afwezigheid struggle gedrag. Sommige
Secundair gedrag secundair gedrag. (psychologisch) lettergrepen
(ontsnapping en ‘verdoezeld’ en
vermijding) vaak Weinig adaptatie Stotteren kan anderen helemaal
voorkomend. in herhaalde stereotype weggelaten
lezingen. patroon laten (telescopie).
zien.
Stotteren niet
verminderd in Client kan
vloeiendheids- dramatische
ontlokkende verbetering laten
omstandigheden. zien met trial
therapie.
→ zit niet tussen
de oren, is iets