Wieke Cluitmans Businessmangement
OM11 Fontys Hogescholen Eindhoven
Marketing&Management
Businessmanagement.
Interne analyse: (Roze tabs)
1. 7s-model McKinsey
2. Value chain Porter
3. Ashridge-missiemodel
4. Organisatiestructuren
5. Leiderschapsstijlen
Externe analyse: (Gele tabs)
1. Externe omgeving
2. Vijfkrachtenmodel Porter
3. Ansoff groeimiddel
Integratie: (Groene tabs)
1. SWOT-analyse
2. Confrontatiematrix
Strategie: (Oranje)
1. Generieke strategieën van Porter
2. Treacy & Wiersema
3. Blue Ocean Strategy
4. Bedrijfskolomstrategieën
Businessmodel canvas
1. Klantsegmenten (KS)
2. Waardepropositie (WP)
3. Kanalen (KN)
4. Klantrelaties (KR)
5. Inkomstenstromen (IS)
6. Mensen en middelen – key resources (KRes)
7. Kernactiviteiten (KA)
8. Strategische partners / Key Partners (KP)
9. Kostenstructuur(KStr)
Overige modellen:
,Wieke Cluitmans Businessmangement
OM11 Fontys Hogescholen Eindhoven
Marketing&Management
College 1. Businessmodel canvas
Business model canvas.
Definitie
Een businessmodel beschrijft de grondgedachte van hoe een organisatie waarde creëert, levert en
behoudt. (hoofdgedachte)
‘strategie in een notendop’
De volgorde is niet bepalend of vastgesteld, wel moet het samenhangend zijn. In de meeste gevallen
begin je bij klantrelaties.
Tesla => Duurzaam, exclusief en blijft updaten
Netflix => onbeperkt series, films, waar en wanneer je wilt
Businessmodel zorgt voor het continu innoveren.
Bouwstenen:
1. Klantsegmenten (KS)
Doelgroep bepaling en segmenteren
Definieert de verschillende groepen mensen of organisaties die een onderneming wil bereiken en
bedienen. Het gaat om winstgevende klanten. Het kan 1 of meerdere klantsegmenten definiëren.
Voor wie creëren ze waarde?
Massamarkt | geen onderscheid in klantsegmenten. –
Consumentenelektronicabranche
Nichemarkt | specifieke, gespecialiseerde klantsegmenten.
Fabrikanten van auto-onderdelen
Gesegmenteerd | onderscheidend tussen marktsegmenten, inspelen op verschillende
behoeften en problemen.
Horlogebranche, medische industrie, automatiseringssector
Gediversificieerd | bedient 2 niet met elkaar samenhangende klantsegmenten
Amazon.com
Multi-sided platforms | 2 of meer onderling afhankelijke klantsegmenten
Creditcardhouders – winkeliers waar creditcards geaccepteerd worden
2. Waardepropositie (WP)
Beschrijft de bundel van producten en diensten die waarde creeert voor een specifiek klantsegment.
Dit is de reden waarom klanten het ene bedrijf kiezen boven het ander. – bundel van voordelen.
Nieuwheid | een nieuw product / nieuwe behoefte omdat er geen vergelijkbaar
Aanbod is. Samenhangend met technologie: mobiele telefoons.
Performance | verbeteren van een product/dienst. : snellere computers.
Customization | op maat afstemmen van producten en diensten.
Nike ID => zelf je schoen ontwerpen
Hello Fresh => gemak product
Ontwerp / merk & status / prijs / kostenbeperking / risicobeperking / toegankelijkheid / gemak
, Wieke Cluitmans Businessmangement
OM11 Fontys Hogescholen Eindhoven
Marketing&Management
3. Kanalen (KN)
Hoe een bedrijf de communicatie met het klantsegment bereikt.
Hoe je je product of dienst en de boodschap bij het klantsegment gaat krijgen.
Soorten kanalen: (Communicatie en fysieke verkoop. Eigen verkoop of partnerverkoop)
Direct => Verkoop & webverkoop
Indirect => Eigen winkels, partner winkels, groothandel
Fasen van kanalen:
1. Awareness – bekendheid
2. Evaluatie – beoordeling
3. Aankoop – mogelijk maken van aanschaf
4. Aflevering – hoe wordt de waardepropositie geleverd
5. After sales – support na aankoop
4. Klantrelaties (KR)
De manier waarop je klant een relatie met jou aan gaat. Verschillende manieren en motivaties.
Motivaties => klanten activiteiten, klantretentie, verkoop stimuleren.
Selfservice (geen directe relatie met klanten)
Personal-help (menselijke interactie)
Toegewezen persoonlijke hulp (klantvertegenwoordiger)
Geautomatiseerde diensten (film-aanbevelingen bijvoorbeeld)
Communities (online waarbij gebruikers kennis kunnen uitwisselen)
Cocreatie (betrokkenheid van klant waarderen en accepteren)
5. Inkomstenstromen (IS)
Inkomen, transactiekosten, terugkerende kosten zoals abonnementen. Hoe het cash gegenereerd
wordt.
1. Transactie-inkomsten: eenmalige klantbetaling
2. Terugkerende inkomsten: aanhoudende betalingen
Vaste prijszetting, vooraf bepaalde prijzen gebaseerd op statische variabelen
Adviesprijzen, productkenmerkafhankelijk, klantsegmentafhankelijk, volumeafhankelijk.
Dynamische prijszetting, prijzen veranderen op grond van marktvoorwaarden
Onderhandelen, yield management (hotelkamers, vliegtuigstoelen), real-time markt (vraag-
en aanbod), veilingen
6. Mensen en middelen – key resources (KRes)
De belangrijkste assets die nodig zijn om te zorgen dat een businessmodel werkt.
Linkerzijde: interne zijde
Rechterzijde: wat klanten zien
Fysiek – Productiefaciliteiten: Gebouwen, machines, vrachtwagens.
Financieel – Cash, kredietlimieten, aandelenpool: Geld
Intellectueel – Merken, kennis, patenten en auteursrechten etc.
Menselijk – Human Recources