Handelen bij kindermishandeling en huiselijk geweld
Hoofdstuk 1: Kindermishandeling
Wat is kindermishandeling?
Wanneer een kind te maken krijgt met een situatie of handelen waarmee de veiligheid en
ontwikkeling van het kind niet gewaarborgd wordt, spreken we van kindermishandeling.
Niet alleen de ouders kunnen zich schuldig maken aan kindermishandeling, maar ook andere
familieleden, goede vrienden, een sportleraar, arts of speeltuinmedewerker. Kindermishandeling is
een vorm van huiselijk geweld. Ook het getuige zijn (zowel horen als zien) van huiselijk geweld is een
vorm van kindermishandeling.
Waar komt kindermishandeling voor en hoe vaak?
Kindermishandeling komt voor in alle families, culturen, plaatsen en wijken. Het gebeurt onder jonge
en oudere ouders, arme en rijke mensen, in achtergestelde en goedbedeelde buurten en in
individualistische als collectivistische culturen.
Er zijn minimaal 118.000 slachtoffers van kindermishandeling in Nederland. Dit zijn echter alleen de
gevallen die gesignaleerd zijn door professionals. Er overlijden 50 tot 80 kinderen per jaar als gevolg
van kindermishandeling.
Vormen van kindermishandeling
Er zijn drie verschillende vormen:
1. Mishandeling.
2. Verwaarlozing.
3. Seksueel misbruik.
1. Mishandeling
- Lichamelijke mishandeling: Het toebrengen van verwondingen door het gebruik van fysiek
geweld (slaan, snijden, branden, besnijdenis).
- Psychische of emotionele Stelselmatig vernederen, kleineren, bang maken, negeren,
mishandeling: getuige zijn van mishandeling).
2. Verwaarlozing
- Lichamelijke verwaarlozing: Het kind wordt onthouden wat het voor zijn lichamelijke gezondheid
en ontwikkeling nodig heeft (voeding, hygiëne, verzorging).
- Psychische of emotionele Als het kind onthouden wordt wat het voor zijn geestelijke
verwaarlozing: gezondheid en ontwikkeling nodig heeft (aandacht, veiligheid, liefde).
- Pedagogische verwaarlozing: Ouders nemen de taak van opvoeden en bijbehorende
verantwoordelijkheden om het kind in zijn ontwikkeling adequaat te
ondersteunen en te stimuleren onvoldoende op zich (geen grenzen
stellen, geen interesse tonen, fysiek en emotioneel niet beschikbaar).
3. Seksueel misbruik
Het verrichten van seksuele handelingen bij of met het kind die niet passen bij diens leeftijd of
ontwikkeling of waaraan het kind zich niet kan onttrekken. Dit gaat van het betasten van het lichaam
tot verkrachting en komt voor bij kinderen van alle leeftijden. Ook het tonen van pornografisch
materiaal aan een kind valt onder seksueel misbruik.
,Hoe ontstaat kindermishandeling? Achtergrond en risicofactoren gezin
Een combinatie tussen verschillende risicofactoren kunnen leiden tot kindermishandeling. Risicofactoren
kunnen liggen op ouder-, kind- en omgevingsniveau.
1. Ouderniveau: is een risicofactor ouders die zelf zijn mishandeld. Zij hebben enkel een mishandelend
voorbeeld gehad en kennen het gebruiken van geweld als enige mogelijkheid om, om te gaan met
problemen. Zo’n jeugd is van sterke invloed op het gedrag van deze ouders en op de verwachtingen en
ideeën die zij hebben met betrekking tot het ouderschap, kinderen en opvoeden.
Ouders die mishandelen sturen en straffen hun kinderen niet op een corrigerende manier, zij leggen
niet uit welk gedrag gewenst en ongewenst is, maar sturen en straffen door geweld te gebruiken en
noodzakelijke levensbehoeften te ontzeggen. Regels en grenzen worden niet goed aangegeven of er
wordt hier inconsequent mee omgegaan. Er wordt niet gekeken naar positief gedrag maar er wordt
alleen stilgestaan bij negatief gedrag. Ook hebben ouders te hoge of lage verwachtingen van hun kind,
het kind heeft dan de taak om de tekorten goed te maken die de ouders in hun jeugd hebben ervaren,
maar hier kunnen kinderen vaak niet aan voldoen. Jonge ouders, ouders met een lage intelligentie,
ouders met psychische of psychiatrische klachten en ouders met een verslaving gaan vaker over tot
mishandeling en/of verwaarlozing.
2. Kindniveau: een kind dat te vroeg geboren is, een te laag geboortegewicht had of dat het geboren is
met verslavingsproblematiek. Daarnaast kan het zijn dat het kind lichamelijk en/of verstandelijk
gehandicapt is, psychiatrische of persoonlijkheidsproblematiek heeft of een ontwikkelingsstoornis heeft,
zoals ADHD, een autisme spectrum stoornis of dyslexie. Ook kan het zijn dat het kind een moeilijk
karakter/temperament heeft.
3. Omgevingsniveau: financiële problemen, problemen tussen ouders, werkeloosheid, meerdere
kinderen met problemen in één gezin, verhuizing, zieke ouder, mantelzorg moeten bieden of het
overlijden van een dierbaar persoon.
Beschermende factoren
Er zijn een aantal beschermende factoren die tegenwicht kunnen bieden en de ernst van de situatie en de
gevolgen kunnen verminderen. Ook deze kunnen liggen op ouder-, kind- en omgevingsniveau.
1. Ouderniveau: Het kan beschermend werken als de ouders die het geweld pleegt een harmonieuze
relatie heeft met een ondersteunende partner en zich bewust is van de zijn eigen jeugdervaringen en de
invloed daarvan op het eigen handelen. Het door de ouder vertonen van warme en affectie en het krijgen
van praktische en emotionele steun vanuit het netwerk werkt beschermend.
2. Kindniveau: Bij het kind kan het beschermend werken als het kind een positieve zelfwaardering,
zelfvertrouwen, een bovengemiddelde intelligentie, goede interpersoonlijke vaardigheden, ego-
veerkracht en een makkelijk temperament heeft. Het hebben van een interne ‘locus of control’ is een
beschermende factor, dit duidt op het besef dat je zelf ook kunt bijdragen aan het voorkomen en
oplossen van problemen.
3. Omgevingsniveau: kunnen ook beschermend werken, namelijk wanneer er sprake is van steun van het
gezin en leeftijdsgenoten, een goede band met de ouders, positieve interpersoonlijke relaties
met leeftijdsgenoten en een gezin met positief probleemoplossend vermogen.
,Het syndroom van Münchhausen by proxy
Een specifieke vorm van kindermishandeling is het syndroom van Münchhausen by proxy. Dit is een
psychiatrische aandoening met waarschijnlijk een genetische component. Hierbij brengen ouders,
verzorgers of familieleden het kind opzettelijk in een situatie waarbij intensieve medische zorg
noodzakelijk is, met als doel het krijgen van de aandacht die zij willen.
Het kernpunt is dat het kind lichamelijke symptomen worden toegebracht waarvoor het behandeld moet
worden en dat de ouder aangeeft niet te weten waar deze lichamelijke symptomen vandaan komen. Er is
ook sprake van dit syndroom als er medische hulp gezocht wordt voor een minderjarige op basis van
onjuiste of onvolledige informatie over de klachten van het kind om zo het kind in de rol van patiënt te
krijgen.
Hoofdstuk 2: Huiselijk geweld
Wat is huiselijk geweld?
Huiselijk geweld is elke vorm van geweld dat wordt gepleegd door iemand uit de huiselijke kring van het
slachtoffer. Het kan gaan om lichamelijk geweld, psychisch geweld en seksueel geweld. Van belang hierbij
is niet de locatie waar het geweld plaatsvindt, maar de relatie tussen slachtoffer en dader. In het
algemeen geldt: hoe hechter de relatie tussen dader en slachtoffer, hoe intenser en frequenter het
huiselijk geweld. Slachtoffer en dader kunnen samen leven in één huis, maar dit hoeft niet het geval te
zijn. Het kan zijn dat er sprake is van een afhankelijkheidsrelatie, waarbij de één afhankelijk is van de
andere op een of meerdere gebieden. Het kan echter ook zijn dat de betrokkenen een in principe
gelijkwaardige relatie hebben.
Er zijn verschillende vormen en uitingen van huiselijk geweld. We maken onderscheid tussen:
1. Kindermishandeling: geweld tegen kinderen door ouders/verzorgers.
2. Partnergeweld: geweld tegen of tussen (ex)partners.
3. Oudermishandeling: geweld tegen ouders door kinderen.
4. Siblinggeweld: geweld tussen broers/zussen.
5. Ouderenmishandeling: geweld tegen ouderen door bijvoorbeeld verzorgende
volwassenen, (schoon)kinderen, kleinkinderen of andere verzorgers.
Waarom komt huiselijk geweld voor en hoe vaak?
Huiselijk geweld komt in al zijn vormen voor in alle families, leeftijdsgroepen, culturen, plaatsen en
wijken. In één op de vier gezinnen is er sprake van huiselijk geweld. 45% van de mannen en vrouwen in
Nederland tussen de 18 en 70 jaar is ooit slachtoffer geweest van geweld binnen de huiselijke kring.
Huiselijk geweld incidenteel: dan gebeurt het een keer of een paar keer.
Huiselijk geweld structureel: elke week of elke dag sprake van geweld.
In de meeste gevallen van huiselijk geweld, 80 tot 85% is een man de dader. In totaal worden
jongens en mannen in gelijke mate slachtoffer van huiselijk geweld als meisjes en vrouwen.
Mannen zijn vaker slachtoffer van lichamelijk vormen van huiselijk geweld dan hun vrouwelijke
leeftijdgenoten. Vooral vrouwen worden slachtoffer van seksuele vormen van huiselijk geweld.
Van geestelijke vormen van huiselijk geweld zijn mannen en vrouwen ongeveer in gelijke mate
slachtoffer. Vrouwen worden vaker slachtoffer van geweld met een zeer hoge intensiteit dan mannen.
één/derde van de slachtoffers geeft aan zelf ook een dader te zijn.
, Typen geweld
1. (Partner)terreur:
Ook wel intimate terrorisme genoemd. Het geweld is intentioneel en een uiting van machtsverschillen.
Draait om het verkrijgen van controle en macht.
2. Situationeel geweld:
Komt voort uit onmacht. Zowel dader als slachtoffer zijn niet in staat om goed ruzie te maken,
waardoor de controle wordt verloren.
3. Gewelddadig verzet:
Het geweld vindt plaats in reactie op een bedreigende situatie en is uit verdediging.
4. Geweld bij scheidingen:
Het gaat hier om incidenteel controleverlies en het geweld is vaak mild en van tijdelijke aard.
Typen daders
1. Psychopathische (partner)mishandelaar:
Deze dader heeft geen geweten en daarmee geen wroeging en geen gevoelens van schuld en spijt. Hij
handelt bewust en uit eigenbelang, heeft geen of een beperkt empathisch vermogen en heeft niet het
idee dat er met het geweld normoverschrijdend gedrag heeft plaatsgevonden. Oogt charmant maar is
onvoorspelbaar, koel en zeer gewelddadig. Deze dader zien we vaak bij het geweldtype (partner)terreur.
2. Over-geremde (partner)mishandelaar:
Deze dader kropt gevoelens van woede en irritatie op en vermijdt conflicten. Hij handelt vooral vanuit
eigen frustraties en gevoel van onmacht. Hij heeft graag de volledige controle of gedraagt zich juist
heel afstandelijk. Doet vooral aan psychologische oorlogsvoering.
3. Cyclische (partner)mishandelaar:
Deze dader is zelf emotioneel labiel. Hij begrijpt zijn partner niet en voelt zichzelf daardoor niet
begrepen. Hij vertoont zeer wisselend gedrag: trekt aan en stoot af.
Typen slachtoffers
1. Incidentele slachtoffers:
Deze slachtoffers treffen puur toevallig een mishandelende partner. Het overkomt hen meestal één
keer en hebben zelf geen risicovolle kenmerken.
2. Chronische slachtoffers:
Deze slachtoffers komen keer op keer in een mishandelde relatie terecht, zij zoeken bewust of
onbewust gewelddadige partners. Zij hebben vaak bepaalde persoons- of gedragskenmerken die als
risicofactoren gezien kunnen worden.
Oorzaak van huiselijk geweld
Hierbij spelen vaak zowel psychologische factoren als omgevingsfactoren een rol. Zoals: iemand
persoonlijkheid, een psychiatrische aandoening of stress, maar ook geweld als aangeleerd gedrag of
als uiting van machtsverschillen. De oorzaak is meestal in de persoonlijke geschiedenis te vinden.
Geweldsspiraal en geweldcyclus (in een relatie, binnen het gezin en binnen de familie)
In veel gevallen van huiselijk geweld is achteraf niet goed te zeggen wanneer en waarmee het precies
begon. Bij huiselijk geweld is er meestal sprake van oplopende spanningen die uiteindelijk escaleren.
Door (risico)factoren, kenmerken en omstandigheden en de veranderende relatie kunnen spanningen
ontstaan, die uiteindelijk kunnen leiden tot een geweldsuitbarsting.