Tijdvak 6 oriëntatie op de geschiedenis
De tijd van regenten en vorsten (1600-1700)
Inleiding
Lodewijk de 14e was de zonnekoning, hij had zijn paleis in Versailles. De vorstelijke macht werd
zichtbaar gemaakt in gebouwen. De Nederlandse republiek had geen koning, daar hadden namelijk
de burgerlijke regenten de macht. Amsterdam was het centrum van de wereldhandel. Ook was de
geboorte van de moderne natuurwetenschap, ook wel de wetenschappelijke revolutie.
1. Vorstelijke absolutisme
Inleiding
Lodewijk de 14e wilde beslissingen nemen zonder inbreng van een standenvergadering, ook heeft hij
nooit de Staten-Generaal bijeengeroepen. Hij wilde het allemaal zelf regeren.
In Engeland in 1640 brak er een burgeroorlog uit tussen de koning (Karel 1) en het Engelse parlement.
Het parlement was namelijk nogal tegen de bevelen van de koning. Deze burgeroorlog eindigde in de
onthoofding van Karel en tijdelijke afschaffing van de monarchie.
1.1 Met of zonder standenvergadering
De machtsverhouding tussen de koning en de standenvergadering stond altijd ter discussie, de koning
wilde zijn centrale macht namelijk versterken. De standenvergadering wilde hun macht juist totaal
niet afstaan, dit leidde vaak tot conflicten wat leidde dat de standenvergadering meer op de
achtergrond kwam. Door de onenigheid tussen de katholieken en protestanten ontstonden er nieuwe
politieke theorieën die de vorst het recht gaven meer macht naar zich toe te trekken. De
soevereiniteit kon het beste in handen genomen worden door 1 persoon, daarom was dit het beste
weggelegd voor de vorst. Hierdoor had de vorst het alleenrecht op het maken van wetten die voor
het hele land golden, alleen voor nieuwe belastingen moest hij de standenvergadering raadplegen.
In Engeland ontstond er uiteindelijk een machtsevenwicht en samenwerking tussen de koning en her
parlement, dit was de basis voor het moderne parlementaire stelsel. Locke gaf aan dat deze
bestuursvorm een theoretische grondslag was, hij was namelijk voor volkssoevereiniteit en voor het
concept van natuurrechten. Locke vond dat als de politiek de burgers niet meer kon beschermen, dan
mochten ze de autoriteiten vervangen en een nieuwe bestuursvorm aannemen.
John Locke over de beperkingen van de staatsmacht
In de two treatisis of government zetten Locke uiteen dat de theorie en de praktijk van het
absolutisme niet kunnen worden verdedigd op basis van het natuurrecht. Er was namelijk in de
natuur een zelf rationele orde te vinden, deze orde was met het verstand te doorgronden. Volgens
Locke had je met het natuurrecht recht op leven, vrijheid en bezit, het absolutisme kon deze rechten
niet verdedigen.
1.2 Koningen zijn goden
De Franse regering van Lodewijk de 14e nam de leidende rol in Europa over van Spanje. De bisschop
Bossuet was de belangrijkste vertolker van het driot divin (het goddelijke recht), volgens deze theorie
ontving de koning zijn macht direct van god en is hij alleen aan hem verantwoordelijkheid schuldig.
Hij liet ook goed zien dat hij het goddelijke recht had gekregen, veel edelen deden er alles aan om
maar een beetje koninklijke aandacht te krijgen. De eerste minister van Lodewijk was Mazarin.
, 1.3 Hervorming onder de zonnekoning
Na de dood van Mazarin kreeg Lodewijk een nieuwe minister namelijk Colbert, hij wist de
belastinginning te reorganiseren en de staatsfinanciën gezond te maken. Colbert was een aanhanger
van het mercantilisme, dit was een actieve deelname van de overheid in de economie. Het doel
hiervan was meer inkomsten voor de staat, zodat meer ambtenaren en soldaten konden worden
onderhouden. Hij subsidieerde ook bedrijfstakken, prijzen, lonen en werktijden werden centraal
vastgesteld. Ook stimuleerde hij de productie van wandtapijten en hij stelde hoge invoerrechten in.
Dit protectionisme (Deze vorm van economisch beleid schermt de eigen markt af voor buitenlandse
concurrenten) bracht de Nederlandse republiek veel schade toe.
Colbert richtte ook een handelscompagnie op, maar deze waren veel minder succesvol dan die van
Nederland en Engeland. Ook liet hij de marine versterken, hierdoor werden ze wel grote
concurrenten. Het Franse leger werd geleid door Louvois, hij was beroemd als militair hervormer. Hij
liet zijn leger goed trainen en met een hiërarchisch geordend officierskorps onder bevel van de
koning. Hij zorgde dus voor een goede samenwerking tussen de infanterie (leger te voet), cavalerie
(leger ter paard) en de genie. De omvang van het leger nam ook enorm toe.
1.4 Oorlog en vervolging
Louvois had niet voor niks z’n sterk leger gemaakt, aangezien Lodewijk heel veel oorlogen heeft
gevoerd. Hij richtte zijn oorlogen op de protestante zeemachten, de Nederlandse republiek en
Engeland. Na de Franse inval in de republiek in 1672, was het voor de republiek lastig aangezien de
Engelse koning ook een aanval inzetten op Nederland. Hierdoor werd Willem III de Nederlandse
stadhouder en de grootste vijand van Lodewijk.
Lodewijk gaf aan het einde van zijn regering periode toe dat het voeren van zoveel oorlogen weinig
had opgeleverd en dat daardoor het land financieel was uitgeput. De boeren moesten als enige
belasting betalen er waren hier dus zwaar de dupe van. Lodewijk dwong ook iedereen om zich te
laten bekeren tot het katholicisme, in 1685 werd het edict van Nantes herroepen. Hierdoor vluchten
veel hugenoten het land uit naar onder andere de republiek en Engeland.
De eekhoorn en de slang (1661)
Lodewijk de 14e liet zijn minister van financiën (eekhoorn) arresteren, hij werd ervan beschuldigd zich
schaamteloos te hebben verrijkt ten koste van de belastingbetalers. Hij was aangesteld door Mazarin
en kon daarom zo corrupt handelen. Colbert (slang), moest Lodewijk helpen Fouquet aan te klagen.
1.5 De beperkingen van het absolutisme
Bij het streven naar absolutisme was het doe, 1 koning, 1 wet, 1 geloof. Maar 1 wet had Frankrijk nog
niet, je had namelijk veel zelfstandige provincies, standenvergaderingen enzovoort en hierdoor was
het dus voor Lodewijk een onmogelijke opgave om eenheid te scheppen. Lodewijk steunde erg op
intendanten (koninklijke inspecteurs die regeringsbelangen verdedigde).
Door de lege schatkist in FR en de belasting privileges, durfde Lodewijk geen belastingen te vragen
aan alle standen. Hij moest dus gaan samenwerken met de Staten-Generaal.
1.6 De strijd tussen de koning en het parlement
Ook in Engeland waren er al vormen van absolutisme, koning Jacobus I zij tegen het parlement dat hij
de natuurlijke vader was en alleen verantwoording hoefde af te leggen aan god. In Engeland betaalde