Samenvatting van cursus zoals gegeven aan de Universiteit Utrecht. Alle rechten van de colleges gaan naar de universiteitsmedewerkers; alle rechten van de primaire teksten gaan naar de bijbehorende auteurs.
W1 Kennisleer, rechtvaardiging
Hoorcollege 1 Inleiding kennisleer
De traditionele analyse van kennis gaat terug op Plato, en kan worden gevat in de volgende termen:
justified true belief - iemand moet overtuigd zijn; de desbetreffende overtuiging moet waar zijn; en
diegene moet gerechtvaardigd zijn in diens overtuiging. In het Gettier-probleem zoals uiteengezet in
‘Is justified belief true knowledge?’ problematiseert Edmund Gettier de klassieke analyse van kennis
via tegenvoorbeelden, waarin rechtvaardigingen gegrond zijn maar intuïtief geen kennis betreffen.
Met het BIV-probleem duikt een dreigend probleem op voor de zekerheid en het non-
contradictieve gehalte van zekere en definitieve kennis - ik kan namelijk niet uitsluiten dat ik een brein
in een vat ben. Moeten we toegeven aan scepsis, of willen we striktere bewijsgronden? Twee soorten
sceptische houdingen zijn de cartesiaanse twijfel en Agrippa’s trilemma. Het probleem van de
sceptische houding is dat de conclusie ervan onaanvaardbaar is, hoewel de redenering correct is en
de premissen aannemelijk zijn. In Meditaties geeft Descartes sceptische argumenten tegen de
mogelijkheid van correcte waarneming en kennis (cf. droomargument, genius malignus). De
pyrrhoonse scepticus twijfelt aan alles, en schort zijn oordeel op. De academische scepticus volgt
daarentegen een methode van tegenstelling, en aanvaardt in plaats van zekerheid de
waarschijnlijkste propositie. Agrippa’s trilemma bestaat in een drieledige keuze tussen een oneindige
regressie, een dogmatische grond en een cirkelredenering. Een mogelijke vierde optie is algehele
scepsis tegenover het regressieprobleem. In hedendaagse epistemologie worden voornamelijk twee
leden van het trilemma serieus genomen: foundationalism en coherentism.
Hoorcollege 2 Rechtvaardiging
Agrippa’s trilemma komt neer op drie (even problematische) opties: infinitisme, fundamentalisme en
coherentisme. Volgens Sextus Empiricus is scepticisme de enige uitweg. Plato’s opvatting van
justified true belief stelt dat kennis bestaat in een ware en gerechtvaardigde opvatting van een
subject. Fundamentalisme behoeft een krachtige en ‘dragende’ basis - cartesiaans fundamentalisme
vereist bijvoorbeeld onfeilbaarheid (infallibility), onweerlegbaarheid (incorrigibility) en
onbetwijfelbaarheid (indubitability). Welke overtuigingen zijn fundamenteel? Misschien
psychologische houdingen, verschijningen of zelf-evidente (analytische) waarheden? Over
verschijningen kunnen we ons niet vergissen; we kunnen ons echter wel vergissen over het karakter
van het voorwerp zelf. Volgens Wilfred Sellars begaan de fundamentalisten een fout: ze verwarren de
innerlijke episodes van gewaarwordingen met de innerlijke episodes van directe kennis (non-
inferential knowings), oftewel kennis die het fundament biedt voor verdere kennis (myth of the given).
Een uitdrukking van kennis berust volgens Sellars niet slechts op de autoriteit van een voorkomen,
maar moet ook erkenning geven van het gezaghebbende gehalte van een voorkomen - men moet
over de juiste concepten beschikken om te weten dat iets kennis betreft. Een rapport of uitspraak van
kennis veronderstelt dat we over (juiste) concepten beschikken. De betrouwbaarheid van
waarnemingsrapporten berust op algemene uitspraken, op concepten - empirische kennis
veronderstelt daarom een (juiste) formatie van begrippen. Episodes voorafgaand aan (geleerde)
begrippen tellen niet als kennis; de myth of the given moet derhalve worden opgeheven. De
karakterisering van een voorkomen als kennis is voor Sellars betrokken op een logical space of
reasons, hetgeen niet uitgaat van het objectieve dan wel vaste karakter van een waarneming.
De fundamentalist stelt dat er zelf-evidente a priori-overtuigingen en daaruit afgeleide
overtuigingen bestaan - oftewel, waarheden via waarheidsbehoudende inferentieregels. Bepaalde
ontwikkelingen binnen de natuurwetenschap hebben geleid tot een ondermijning van bepaalde
analytische ‘waarheden’ of claims. Quine meent dat dit voor iedere claim het geval kan zijn - zelfs het
onderscheid tussen empirische en analytische claims is in feite niets meer dan een hersenschim. Wat
zijn dan opties voor het fundamentalisme? Een eerste optie is het laten vallen van de hoge eis van
onbetwijfelbaarheid. Een tweede optie is het coherentisme. Een derde optie is een externalistische
rechtvaardigingstheorie. Hoe dan ook, de relatie tussen kennis en waarneming blijft problematisch.
Wat is coherentisme? Wat is coherentie überhaupt? Consistent? Verklarend? Coherentisme vermijdt
het probleem van perceptie en het probleem van a priori-overtuigingen zoals bestaande binnen het
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ThierryOrth. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.