Samenvatting van de literatuur van Inleiding Sociologie week 4. Het gaat om H4 en H11 van het boek De samenleving, 14e editie (nieuwe versie 2019!). Daarnaast is het voorgeschreven artikel van Van de Rakt, Nieuwbeerta en De Graaf (2006) samengevat.
Inleiding Sociologie literatuur week 4
Hoofdstuk 4: Socialisatie: Van jeugd tot ouderdom
Wat is socialisatie?
Socialisatie is het levenslange proces van sociale ervaringen dat mensen in staat stelt om hun eigen
mogelijkheden te realiseren en zich de cultuur waarvan zij deel uitmaken eigen te maken. Dit is
eerder een kwestie van aangeleerd dan van aangeboren gedrag.
Sociale ervaringen vormen de basis voor onze persoonlijkheid: onze relatief consistentie wijzen van
handelen, denken en voelen.
Een eeuw geleden dachten de meeste mensen dat ons gedrag voortkomt uit biologische instincten.
Voor mensen geldt: het is onze natuur dat we dingen aanleren.
Socialisatie is een levenslang proces.
Door het socialisatieproces komt niet alleen ons mens-zijn, maar ook onze persoonlijkheid tot
ontwikkeling. Uit het feit dat langdurige perioden van sociaal isolement onherstelbare schade
aanrichten, blijkt hoe belangrijk socialisatie is.
Belangrijkste bijdragen tot ons inzicht in het socialisatieproces
Volgens Sigmund Freud heeft een mens het levensinstinct/eros en een agressieve
drift/doodsinstinct/thanatos. Deze tegengestelde krachten zijn onbewust en veroorzaken intense
innerlijke spanningen. Onze persoonlijkheid bestaat uit drie delen:
- Es: fundamentele driften van de mens. De aangeboren, naar lust strevende driften.
- Superego: de eisen van de samenleving, in de vorm van geïnternaliseerde waarden en
normen. Dit geeft aan waarom iets op een bepaalde manier hoort.
- Ego: de bewuste pogingen van een individu om de aangeboren driften die bevrediging
nastreven in evenwicht te brengen met de eisen die de samenleving stelt.
Als de conflicten niet in de kinderjaren worden opgelost, kunnen persoonlijkheidsstoornissen
ontstaan.
Sumblimering is dat zelfzuchtige drijfveren worden omgezet in sociaal acceptabel gedrag.
Jean Piaget liet zien dat onze ontwikkeling een combinatie is van biologische groei en het opdoen van
sociale ervaringen:
- Sensorisch-motorische fase: de wereld alleen d.m.v. onze zintuigen ervaren.
- Pre-operationele fase: beginnen met het gebruik van taal en andere symbolen.
- Fase van de concrete bewerkingen: inzicht krijgen in oorzaak-en-gevolgrelaties (causale
verbanden in onze omgeving).
- Fase van de formele bewerkingen: kenmerkt zich door abstract en kritisch leren denken.
Lawrence Kohlberg paste de ideeën van Piaget toe op de fasen in de morele ontwikkeling:
- Preconventionele fase: wat goed is beoordelen we eerst in preconventionele termen,
overeenkomstig onze eigen behoeften.
Dit komt overeen met de eerste fase van Piaget.
- Conventionele fase: Het conventionele morele denken houdt rekening met de attitudes van
ouders en maatschappelijke normen.
Dit komt overeen met de laatste fase van Piaget.
- Postconventioneel niveau: het postconventionele morele denken stelt ons in staat om kritiek
op de samenleving zelf uit te oefenen. Men houdt zich meer bezig met abstracte ethische
beginselen.
-
, Carol Gilligan constateerde dat sekse een belangrijke rol speelt in het morele denken. Mannen
hebben meer oog op abstracte regels voor goed en verkeerd, zijn gaan uit van een perspectief van
juistheid. Vrouwen kijken meer naar de effecten die ons goed doen en laten op relaties hebben, zij
gaan uit van een perspectief van zorg en verantwoordelijkheid. Culturele conditionering is van belang.
Nancy Chodorow verklaart dit als volgt: kinderen groeien op in gezinnen waar verzorgde taken vaker
door moeders dan door vaders verricht worden. Meisjes leren zich met hun moeder te identificeren,
waardoor zij meer oog krijgen voor de zorg en verantwoordelijkheid voor anderen.
George Herbert Mead ontwikkelde een sociaalbehavioristische theorie waarmee hij wilde verklaren
hoe onze sociale ervaringen aan de ontwikkeling van onze persoonlijkheid bijdragen.
- Het zelf is dat dele van onze persoonlijkheid dat ons zelfbewustzijn en zelfbeeld omvat. Dit
maakt deel uit van onze persoonlijkheid. Ons zelfbewustzijn en zelfbeeld zijn een onderdeel
van het zelf.
- Het zelf kan zich alleen door sociale ervaringen ontwikkelen, het is dan ook een product van
sociale ervaringen. Persoonlijkheidsontwikkeling heeft dus niets met biologie te maken.
- Het opdoen van sociale ervaringen gaat gepaard met het uitwisselen van symbolen.
- Sociale interacties worden bepaald door het feit of we de intenties van de ander begrijpen;
daarvoor moeten we de rol van de ander aannemen. Dit gebeurt d.m.v. symbolen.
- Door de rol van de ander aan te nemen, worden we van onszelf bewust. Ons doen en laten is
voor een deel spontaan (ik) en voor een deel een reactie op anderen (mij).
- Het aannemen van de rol van de ander is de sleutel tot de ontwikkeling van het zelf. Het zelf
komt pas tot uiting in het spel van een kind, daarvoor is het slechts in staat tot imiteren.
In dit spel neemt het kind de rol aan van significante anderen: personen, zoals de
ouders, die een belangrijke rol in het socialisatieproces van een kind vervullen. Dit
spel kan steeds complexer worden, het kind leert de rollen van meerdere mensen
aan te nemen.
We doen onze sociale ervaringen op door middel van imitatie, sport en spel en ons
inzicht in de gegeneraliseerde ander: de wijdverbreide maatschappelijke waarden en
normen die we gebruiken als referentiekader voor het evalueren van onszelf.
- Het zelf verandert voortdurend tijdens de levensloop, onder invloed van de sociale
ervaringen die we opdoen, maar we spelen daar zelf ook een sleutelrol in.
Charles Horton Cooley gebruikt de term gespiegelde zelf om weer te geven dat we onszelf zien zoals
we denken dat anderen ons zien.
Erik H. Erikson stelt dat we in elke levensfase, van de wieg tot het graf, met uitdagingen worden
geconfronteerd die we al dan niet tot een goed einde weten te brengen. Een succesvol verlopen fase
bereidt ons voor op de volgende uitdaging.
Omgevingsvariabelen die het socialisatieproces richting geven
Gender heeft invloed op hoe we over onszelf denken, maar leert ons ook hoe we ons moeten
gedragen. Genderrollen bestaan uit de attitudes en de activiteiten die een samenleving aan de twee
seksen koppelt.
Het socialisatieproces begint meestal in het gezin.
- Het gezin heeft de meeste invloed op attitudes, gedrag en het zelfbeeld.
- De sociale positie van een gezin, waaronder factoren als etnische herkomst en sociale klasse,
vormt de persoonlijkheid van een kind, hoe het zichzelf ziet en hoe anderen het zien.
- Veel ouders vinden het van belang dat hun kinderen goed terecht komen, dit stimuleert
kinderen om in de voetsporen van hun ouders te treden.
- In het gezin nemen we voor het eerst kennis van bepaalde opvattingen over de seksen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mlw. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.