Hoofdstuk 11
Volgens Kortmann hebben de artikelen 20 lid 1, 21 22 Gw in beginsel geen juridische betekenis. Deze
bepalingen kennen geen bevoegdheden toe, ze beperken geen bevoegdheden en normen evenmin
de bevoegdheidsverdeling tussen wetgever en andere organen. Wetgever en bestuur blijven
derhalve geheel vrij; de bepalingen hebben geen rechtskarkater.
Het is aan de politieke organen om te kiezen welk belang in een bepaalde situatie het meeste
gewicht toekomt. Wegens de grote beleidsmarge zal de rechter hooguit in zeer bijzondere
omstandigheden een besluit van een bestuursorgaan onverbindend kunnen oordelen wegens strijd
met een dergelijke sociale grondrechtbepaling, zo heeft de grondwetgever zelf aangegeven.
Het CESCR hanteert een andere benadering ten aanzien van de betekenis van sociale grondrechten.
Deze blijkt onder meer uit General Comment 14 ten aanzien van het in artikel 12 IVESC vastgelegde
recht op gezondheidszorg. Het CESCR leidt daar een aantal verplichten van de overheid uit af. De
staat dient er in de eerste plaats voor te zorgen dat er voldoende faciliteiten bestaan. In de tweede
plaats dienen deze ook toegankelijk te zijn. Daarbij moet gelet worden op gelijke toegang, op fysieke
bereikbaarheid, en op een billijk systeem van vergoedingen dat geen disproportionele last op de
minder draagkrachtigen legt. In de derde plaats dient de geboden zorg acceptabel te zijn, mede uit
ethisch en cultureel oogpunt. In de vierde plaats dient de kwaliteit van de geboden zorg een punt van
aandacht voor de overheid te vormen. Het gaat om ‘progressive realization’, deze dient serieus te
worden genomen. Het Comité stelt mede daarom vast dat er een sterk vermoeden bestaat dat
‘retrogressive measures’ niet zijn toegstaan.
Het verdragsnormen dienen een zodanige positie in de nationale rechtsorde te hebben, dat de
nationale rechter op zijn minst kan oordelen over schending van deze ‘core obligation’, aldus het
Comité.
De Nederlandse rechter zal een maatregel van de overheid alleen kunnen toetsen aan een sociaal-
grondrechtelijke verdragsbepaling, indien deze bepaling een ieder verbindend is. Dat zal veelal een
barrière vormen. Het is overigens niet uitgesloten dat verdragsbepalingen die om een bepaalde
maatregelen vragen toch zonder meer als objectief recht kunnen functioneren, en dus een ieder
verbindend zijn. Dat is het geval wanneer de verplichting onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig
is geformuleerd.
Sociale grondrechten HvEU
De vraag naar het al dan niet een ieder verbindend karakter doet zich ten aanzien van de bepalingen
uit het HvEU niet in dezelfde mate voor. De gelding en voorrang van het EU-recht in de Nederlandse
rechtsorde is immer niet gebaseerd op artikel 93 en 94 Grondwet. Daar staat tegenover dat in het
Handvest uitdrukkelijk onderscheid gemaakt wordt tussen -individuele- rechten enerzijds en
beginselen anderzijds. Op deze beginselen is geen zelfstandig bereop bij de rechter mogelijk (52 lid 5
HvEU).
Het probleem dat de rechter pas aan verdragsbepalingen kan toetsen indien deze een ieder
verbindend zijn doet zich bij grondwetsbepalingen niet voor. Daar staat tegenover dat de
overheidstaak op het gebied van de sociale grondrechten veelal nader uitgewerkt is in de formele
wetgeving die de rechter niet aan de Grondwet mag toetsen. Besluiten van lagere organen pleegt de
rechter over het algemeen eerder aan die wetgeving dan de grondwetsbepalingen te toetsen.
De meeste sociale grondrechtbepalingen in verdragen zijn niet een ieder verbindend. Dat sluit niet
uit dat zij een rol kunnen spelen bij de invulling van een non-discriminatie norm waaraan wel
getoetst mag worden.
De Nederlandse rechter kan sociale grondrechtbepalingen ook gebruiken om bepaalde nationale
rechtsnormen nader in te vullen. Daarbij valt onder meer te denken aan de onrechtmatige daad.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Doju. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.