Theorie en Praktijk van het vertalen aantekeningen hoorcolleges blok 2
Let op! Week 2 en 3 ontbreken. In week 2 was ik zelf afwezig, week 3 was er geen
hoorcollege i.v.m. Goede Vrijdag.
Week 1:
Taal uiting geeft aan een bepaald wereldbeeld = discours
De manier waarop mensen naar de wereld kijken. Het overstijgt het taalkundige, maar maakt
wel gebruik van taalkundige categorieën. De vertaler, door haar eigen ideologische positie,
brengt wijzigingen aan aan de tekst. Kan onbewust, of bewust.
Trump: maakt zijn zinnen niet af, van de hak op de tak. Spreekt zichzelf tegen, maakt veel
gebruik van groffe/beledigende taal. Vertalers zijn geneigd dit af te zwakken. Gelinkt aan
Skopos, context is heel erg belangrijk in discours analyse, socioculturele context is bepalend.
Aandacht voor persoon tot wie je spreekt. (tenor)
Linguïstische en moreel-ethische overwegingen in discours analyse.
Inleiding:
Vanaf de jaren 1990 is dit ontstaan. Later dan de discoursanalyse in de linguïstiek. Dat is
ontstaan in de jaren 70. Het is de implementering van de bang tussen vertaling en
socioculturele context. Opvallend is dat, welk handboek je openslaat, je een andere definitie
vindt. Een discours = ….
Voor elke sociale klassen, beroepsgroep, heb je een bepaalde typische manier van denken en
spreken hebt. Groep van mensen die gebruik maken van zelfde soort taal, = discours. Die
vormen ideologieën. CDA = critical discours analysis. Inherente machtsambities van
taalgebruikers te ontrafelen.
Belangrijkste inspiratiebron: Halliday
Taalkundige beschrijving van de manier waarop taaluitingen gestalte geven aan bepaalde
manier van denken. Determinerende factoren:
1. Socioculturele context (bv VN)
2. Tekstgenre (bv toespraak)
3. Register met drie variabele elementen: inhoud
- Veld (field)= onderwerp van de tekst (bv voorstel VN-resolutie)
- Tenor = koppel zender-ontvanger (bv Russische VN vertegenwoordiger – leden
van de Veiligheidsraad)
- Modus = geschreven tekst die uitgesproken zal worden
4. Relatie tussen register en discours semantics, lexicogrammar ( het samengaan van
grammaticale structuren met woordkeuzen).
- Veld is verbonden met ideële betekenis, gerealiseerd door transitiviteit – bv.
Werkwoorden, subject en object. Kernstructuur in zinnen, subject, object wordt
geregeerd door een werkwoord.
- Tenor is verbonden met interpersonele betekenis (wat er tussen personen omgaat),
gerealiseerd door modaliteit – bv. Modale werkwoorden/bijwoorden en evaluatief
lexicon; voornaamwoorden. Moeten kunnen mogen willen, absoluut, onmogelijk.
- Modus is verbonden met tekstuele betekenis, gerealiseerd door structuur en
cohesie van de tekst – bv. Woordvolgorde, herhaling, synoniemen. Tekst die
zinsniveau overstijgt, samenhang tussen zinnen.
, Juliane House (1942)
Toepassing van model van Halliday:
- Preciseringen:
1. Tenor vanuit verschillende standpunten beschreven, bv. Ook geografisch en
temporeel.
2. Modus naast medium (gesproken/geschreven) ook participatieniveau – bv.
Monoloog of dialoog.
1. Profiel van het register van de BT opstellen.
2. Genre van de BT beschrijven
= statement of function van de BT
3. Gelijkaardig statement of function maken voor DT.
4. Statement of mismatches: foutenanalyse.
Overtly erroneous errors: op referentieel niveau of fouten tegen het taalsysteem van de
DT
Covertly erreneous errors: fouten tegen situationele dimensie van het genre, bv tegen
contextgebonden normen van taalgebruik.
5. Conclusie: statement of quality, met vaststelling van de DT-status: overt translation of
covert translation (cf. documentaire vs instrumentele vertaling bij Nord)
Overt vs covert translation
- Heimelijke vertaling: presenteert zich als originele – d.w.z. niet-vertaalde tekst.
Voorwaarde: inbouwen van een culturele filter die brontaalcultuurgebonden
elementen wergwerkt.
Verschuivingen in veld en tenor maken van de vertaling een versie (version).
- Voorbeeld House: Duitse vertaling van een Engels boek over holocaust.
1. Veld: de woorden Duits/Duitser vermeden
2. Tenor: emotioneel taalgebruik vermijden
3. Gevolg van verschuivingen: genre van het boek verandert.
Transitiviteit:
- Veranderingen in transitiviteit hebben verandering van de ideële functie (inhoud
van de zin) als gevolg.
- Voorbeeld:
1. J’ai crispé ma main
2. J’ai touché le ventre poli de la crosse
3. Je frappais sur la porte du malheur
4. My grip closed
5. The smoothe underbelly of the butt jogged in my palm
6. Another loud, fateful rap on the door of my undoing.
How much he had changed – hoe zeer hij veranderd was door..
Tenor: wie spreekt en tot wie wordt er gesproken. Dus de gebruiker van het discours. Ook
over de gesprekspartners binnen het discours, dialoog bijvoorbeeld.