Dit is een samenvatting van het boek bedrijfskunde integraal. Ik heb de volgende hoofdstukken en paragrafen samengevat: H2, H3, 5.1, 5.2, 8.1.4 t/m 8.1.6, 8.2, 8.3 t/m 8.3.2, 6.1 t/m 6.5, 10.1, 10.2, 10.4.2. Dit komt overeen met de stof voor dit boek uit bedrijfskunde jaar 1: beroepstaak informatie...
Hoofdstuk 2 De primaire processen in bedrijven
2.1 Wat is het primaire proces
2.1.1 Definiëring van processen
Proces een serie handelingen met een bepaald doel.
Processen kun je onderverdelen in continu en discontinu processen:
1. Continu processen/flowproductie dit proces stopt niet en gaat dag en nacht door
(behalve als de machines moeten worden onderhouden).
2. Discontinu processen een proces dat niet continu doorgaat.
Processen kun je onderverdelen in natuurlijke en kunstmatige processen:
1. Natuurlijke processen vinden vanzelf plaats en houden zichzelf volgende de wetten
van de natuur in stand.
2. Kunstmatige processen processen die geïnitieerd en in stand worden gehouden door
mensen. Bij kunstmatige processen worden bij elke stap mensen, materialen of andere
middelen ingezet om het proces aan de gang te houden.
Output kun je onderverdelen in gewenste en ongewenste output:
Gewenste output voldoet aan het van tevoren opgestelde programma van eisen.
Ongewenste output het eindproduct voldoet niet aan de gewenste specificaties.
2.1.2 Bedrijfsprocessen
Een proces heeft de volgende drie basiskenmerken:
- het proces heeft een begin en een eind met input en output;
- een proces voegt waarde toe voor de (interne/externe) klant van het bedrijf;
- het proces is gericht op resultaat voor de (interne/externe) klant van het bedrijf.
Bedrijfsproces een geordend geheel van samenhangende of elkaar beïnvloedende
activiteiten, waarbij input wordt omgezet in output en toegevoegde waarde gecreëerd
wordt voor interne of externe klanten met een specifiek doel.
Verschil met normaal proces: er wordt waarde toegevoegd voor een of meerdere klanten.
Bedrijfsprocessen zijn onder te verdelen in drie soorten processen:
1. Primaire processen processen die direct waarde toevoegen aan een product of dienst.
2. Ondersteunende processen zijn ondersteunend aan het primaire proces.
3. Bestuurlijke processen/managementprocessen het aanturen en controleren van
processen (plannen, controleren, evalueren en bijsturen van bijv. primaire en
ondersteunende processen).
Kernactiviteiten kun je onderverdelen in een aantal essentiële deelhandelingen. Deze
essentiële deelhandelingen heten primaire functies. Primaire functies bij elkaar vormen het
primaire proces.
Kernactiviteiten onderdelen van het primaire proces waar het in een specifiek bedrijf om
gaat.
,Primaire functies deelhandelingen van het primaire proces, te weten inkoop, productie,
logistiek, marketing, verkoop en dienstverlening.
Primaire proces betreft alle handelingen die noodzakelijkerwijs verricht worden in een
bedrijf om een product of dienst tot stand te laten komen.
2.1.4 Transformatie
Tijdens het primaire proces is er sprake van een transformatieproces. Het product ondergaat
tijdens elke stap een transformatie. Tijdens deze transformatie zal er waarde worden
toegevoegd aan het product: grondstoffen worden bewerkt en behandelt tot halffabricaten.
Halffabricaten worden geassembleerd (samengevoegd) tot deelproducten en deelproducten
worden uiteindelijk samengevoegd tot een eindproduct.
2.1.5 De verschillende fasen in het primaire proces
Het primaire proces bestaat uit vijf stappen:
1. Ingaande logistiek/inkoopproces ervoor zorgen dat grondstoffen, halffabricaten,
productiemiddelen en personeel op de juiste tijd op de juiste plek aanwezig zijn.
2. Productie/transformatieproces totstandkoming van een product of dienst waarbij de
fysieke of chemische samenstelling verandert.
3. Interne logistiek hoe zorgt de onderneming ervoor dat het product tijdens de
productie op tijd op de juiste plek komt.
4. Marketing en verkoop door marketing kan een bedrijf veel niet-fysieke waarde
toevoegen aan een product.
5. Service en dienstverlening met dienstverlening voegt een bedrijf niet-fysieke waarde
toe aan het product (helpdesk, of extra service).
2.2 Het inkoopproces van bedrijven
2.2.1 Waarde toevoegen met inkoop
Het inkoopproces wordt onderverdeeld in:
- Directe inkoopprocessen/Product Related (PR) de inkoop van alles wat direct met het
eindproduct/dient te maken heeft.
- Ondersteunde inkoopprocessen/Non-Product Related (NPR) de inkoop van alles wat
ondersteund is aan het primaire proces (kantoorartikelen, onderhoud etc. )
2.2.2 Onderdelen van het inkoopproces
Verschillende stappen inkoopproces:
1. oriëntatie;
2. opstellen programma van eisen;
3. selectie van leveranciers;
4. aanvragen van offertes bij verschillende leveranciers;
5. onderhandelen met leveranciers over de voorwaarden;
6. opstellen van een contract;
7. bestellen;
8. ontvangst goederen of diensten;
9. inboeken in de goederenadministratie;
10. betaling van factuur aan leverancier;
11. inboeken in de financiële administratie.
,2.3 Het productieproces in bedrijven
2.3.1 Productieprocessen
De transformatie in productiebedrijven kan op de volgende manieren plaatsvinden:
- het veranderen van de uiterlijke vorm (staal auto);
- het veranderen van de chemische aard (grondstoffen verf).
De transformatie in dienstverlenende bedrijven kan op de volgende manieren plaatsvinden:
- verplaatsing (taxirit);
- opslag;
- behandeling (tandarts).
= voorraad
2.3.2 Het klantorderontkoppelpunt
Klantorderontkoppelpunt/KOOP punt in het
productieproces vanaf waar het proces wordt
aangestuurd door individuele orders. Dit is de plek
die voor iedere klant, ongeacht zijn klantwens,
hetzelfde zijn. Na dit punt wordt het product naar
wens van de klant verder gemaakt.
2.3.3 Grondvormen van productie
Er zijn vier grondvormen van productie te
onderscheiden:
1. Stukproductie als er stuk voor stuk wordt geproduceerd (bruggen, kerken, producten
die op bestelling worden gemaakt).
Kenmerken:
- hoge kostprijs;
- arbeidsintensief;
- machines zijn niet gespecialiseerd;
- machines staan in functionele opstelling;
- werkpatroon is gevarieerd;
- vakmanschap is vereist.
2. Serieproductie producten die in serie worden gemaakt (boten, huizen, maaltijden).
Denk aan een serie van 10, 50 of 10.000 producten.
Kenmerken:
- lage kostprijs;
- niet arbeidsintensief;
- machines zijn matig gespecialiseerd;
- machines staan in groepsopstelling of lijnopstelling;
- herhalingsgraad is laag;
- discontinue productiepatroon het productieproces moet steeds worden onderbroken
om de machine van het ene product over te schakelen op het andere product.
3. Massaproductie productie van grote hoeveelheden standaardproducten.
Kenmerken:
, - lage kostprijs;
- kapitaalintensief;
- machines zijn gespecialiseerd;
- machines staan in een lijnopstelling de machines zijn opgesteld in dezelfde volgorde als
de opeenvolgende bewerkingen die ene product moet ondergaan.
- herhalingsgraad is hoog/monotoon werk;
- het personeel is gespecialiseerd in het bedienen van de machine.
4. Continue productie een productieproces dat vrijwel nooit stopt (hoogovens, melk).
Kenmerken:
- erg lage kostprijs;
- machines staan in lijnopstelling;
- herhalingsgraad is hoog.
2.3.4 Productiesystemen
De wild kent een indeling van systeemstructuren die bestaat uit vier mogelijkheden:
1. Productie op order productie vindt plaats na ontvangst van de order. Er zijn geen
eindvoorraden. Komt voor bij stuk- en serieproductie.
2. Productie op voorraad uit een voorraad eindproducten wordt voldaan aan de vraag
van de klanten. Komt voor bij massaproductie.
3. Materialen voor elke order besteld voordat de fabrikant kan produceren, moet hij eerst
alle materialen die nodig zijn om de goederen te maken verwerven. Komt voor bij
stukproductie.
4. Materialen beschikbaar alle materialen die nodig zijn voor een order zijn aanwezig.
Komt voor bij massa- en continue productie.
2.3.5 Productiemanagement
Productiemanagement houdt zich bezig met het ontwerpen en besturen van systemen
die goederen/of diensten voortbrengen. Het gaat hierbij om alle managementactiviteiten die
te maken hebben met de feitelijke totstandkoming van een product of dienst.
Materials management de activiteiten die met de besturing van de interne
goederenstroom samenhangen. Bij materials management gaat het erom de grondstoffen-
en halffabricatenstromen zo efficiënt mogelijk te laten verlopen.
Productiemanagement heeft drie doelstellingen:
- verhogen klanttevredenheid;
- verhogen kwaliteit;
- optimalisatie van middelen.
Productiemanagement kent drie niveaus:
1. Strategisch productiemanagement vindt plaats op ondernemingsniveau. Het
strategisch niveau is gefocust op de omgeving en de positie van de organisatie daarbinnen.
2. Tactisch productiemanagement vindt plaats op fabrieksniveau. Het tactische niveau
betreft alle organisatievraagstukken omtrent productie.
3. Operationeel productiemanagement vindt plaats op afdelingsniveau. Op operationeel
niveau gaat het om de uitvoering. Dit betreft vooral het afhandelen van orders.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper studentbdk_. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.