Samenvatting Europees en Internationaal arbeidsrecht 2024
Hoorcollege [1] : inleiding internationaal arbeidsrecht
Fundamentele arbeidsrechten kunnen gezien worden als mensenrechtelijke arbeidsrechten.
De vraag kan gesteld worden of de zorg voor fundamentele arbeidsrechten voor de verantwoordelijkheid komt van
overheden of bedrijven. Bij bedrijven zou het eerder kunnen voortkomen uit bedrijfsethiek. Als ondernemer kan daar wel
enige frictie ontstaan.
De heer Philips was de eerste ondernemer, die vanuit een bepaald sociaal gevoel is gaan onderneming [social
entrepreneurship]. Hij deed dit eind 19de eeuw door fabriekssystemen. Hij zette een sociaal netwerk van voorzieningen
op voor werknemers, waarbij gedacht kan worden aan een kerk, huizen, voetbalclubs etc. Zo’n motief van sociaal
ondernemen kan voortkomen uit religie, moraal, moreel of eigenbelang. Tevreden werknemers werken nou eenmaal
langer.
Een ander voorbeeld is Jacques van Marken. Hij was oprichter van de gist en spiritusfabriek. Hij zorgde goed voor zijn
werknemers, maar deed dit volledig vanuit eigenbelang. Een quote van hem is:
‘Zou de patroon, die de rechten van den werkman vergeet, zijn eigenbelang wel begrijpen? Hij is even dwaas als
wanneer hij de stoomkraan zijner machine afsloot om kolen te besparen.’
Meer dan een eeuw geleden kwam de vraag op hoeveel invloed de overheid moest hebben over wat collectief en wat
privaat geregeld moest worden. Hierdoor kwam collectivering van de sociale zekerheid medio jaren ‘70. Hierdoor werd
de aandacht van sociaal ondernemerschap naar vraagstukken buiten de ondernemingen
gevestigd.
ILO [International Labour Organisation] is opgericht in 1919 [na WO-I] vanuit de
gedachte ‘no lasting peace without social justice’. Het idee hierachter was dat
arbeidsnormen nodig waren om economische vooruitgang hand in hand te laten gaan met
sociale rechtvaardigheid, wat uiteindelijk zou zorgen voor welvaart en vrede.
Het doel is het bevorderen van kansen voor vrouwen en mannen om fatsoenlijk en
productief werk te verrichten onder de voorwaarden van vrijheid, gelijkheid, veiligheid en
waardigheid. De ILO streeft dus naar wereldwijd sociale rechtvaardiging door ongelijkheid en onveiligheid op de
werkvloer te bestrijden
In 1944 kwam de verklaring van Philadelphia. De kern hiervan was ‘labour is not a commodity', ofwel achter arbeid zit een
mens, en is dus geen koopwaar. Arbeid is geen levenloos product, zoals een appel of een televisietoestel, dat
onderhandeld kan worden voor de hoogste winst of de laagste prijs. Het gaat niet om een machine. Dit is bijvoorbeeld
wel te zien bij kinder- en dwangarbeid, doordat daar mensen worden ingezet als bedrijfsmiddelen/instrumenten.
De ILO is vanaf 1946 [na WO-II] een gespecialiseerd agentschap, en dus onderdeel van de VN-familie.
Algemene feiten van de ILO:
- 187 lidstaten zijn lid - dit is bijna heel de wereld - 40 field offices over heel de wereld
- Hoofdkantoor zit in Genève - Budget ongeveer $700 - 800 miljoen
De ILO is tripartiet samengesteld [overheden, werkgevers en
werknemers) (allemaal op gelijke voet). Met de reden dat zij over
kwesties verschillende perspectieven kunnen geven, het
makkelijk is om informatie uit verschillende groepen te
verkrijgen, en het allemaal belanghebbenden zijn. Doordat alle
partijen bijdragen aan de oplossing, kan dit ook zorgen voor een
1
, Samenvatting Europees en internationaal arbeidsrecht 2024
groter draagvlak voor het uitvoeren van de oplossing en een vergrote bewustwording. Het zijn wel echt tegengestelde
klachten, wat ook kan betekenen dat er soms water bij de wijn gedaan moet worden.
Organisatie ILO
● International Labour Conference (ILC) 1x per jaar bijeen (juni, Genève) Alle leden van de ILO sturen een
delegatie hier naartoe. Er wordt veel gelobbyd. Hier worden de brede beleidslijnen vastgesteld. De Conferentie
keurt ook nieuwe internationale arbeidsnormen en het werkplan en budget van de ILO goed.
● Governing Body 3x per jaar (maart, juni, oktober, Genève). Tussen de sessies van de Conferentie wordt de ILO
geleid door de Governing Body, die bestaat uit 28 regeringsleden, evenals 14 werkgeversleden en 14
werknemersleden. Dit is dus het dagelijks bestuur.
● Beslissingsbevoegdheid bij GB en ILC
ILO functies:
01. Standard-Setting: Conventions & Recommendations Standaarden en aanbevelingen. Een voorbeeld is de
ILO-conventies
02. Supervision: Committee of Experts, ILC Committee on Application
of Standards (CAS), Committee on Freedom of
Association ( CFA)
03. Social Policy promotion: employment, decent work etc. Promotie van de standaarden. Er zijn ook fysieke
missies naar landen om daar uit te leggen waarom
de standaarden van belang zijn
04. Technical assistance to national labor ministries Landen worden geholpen met normen omzetten in
wetgeving/implementatie van de normen in de
nationale (rechts)orde. Dit is de pragmatische kant.
Hierbij worden ILO-functionarissen/experts ingezet.
05. Special projects (Child Labour, Rana Plaza) Veel focus ligt op ‘kinderarbeid’ en ‘living wage’. Dit is
het loon, waarvan geleefd, gegeten, kinderen
verzorgd moet worden etc.
Sinds 1999 richt de organisatie zich op het bevorderen van 'fatsoenlijk werk' via de Decent Work Agenda, die is
gebaseerd op de volgende vier pilaren:
01. Werkgelegenheidsbevordering
02. Sociale bescherming
03. Fundamentele arbeidsrechten
04. Sociale aspecten
Internationale arbeidsnormen zijn wettelijke instrumenten opgesteld door de belanghebbenden van de ILO
(overheden, werkgevers en werknemers) waarin basisprincipes en rechten op het werk worden vastgelegd. Er kunnen
twee soorten onderscheiden worden:
Conventies/protocollen: Aanbevelingen:
Juridisch bindende internationale verdragen die door Niet-bindende richtlijnen, die een conventie bijvoorbeeld
lidstaten kunnen worden geratificeerd. Vaak worden gedetailleerd kan aanvullen in de toepassing daarvan.
basisprincipes hierin neergelegd. Een aanbeveling hoeft niet gekoppeld te zijn aan een
conventie, en dus autonoom zijn.
2