SAMENVATTING
ONCOLOGIE
Opleiding Life Sciences, Inholland
Egmond, Daisy van
Jaar 2018/2019
,Leerdoelen
Week 1
Introductie, Hallmarks of cancer, progressie, genetische instabiliteit, carcinogenen en mutagenen,
Onderwerpen
glucose stifwisseling
Lesmateriaal Alberts, hoofdstuk 20 pagina 712 – 724
Weinberg, hoofdstuk 2
Lesdoelen Aan het eind van deze week ben je in staat om:
- De termen genetische ziekte, tumor (goedaardig/kwaadaardig), kanker, solide en niet-solide
tumoren, carcinoom (adeno-/plaveiselcel-), sarcoom, leukemie en carcinogenese te beschrijven
- Te beschrijven via welke stappen (hyperplasie, metaplasie, dysplasie, neoplasie) de progressie van
tumoren plaatsvindt
- De zes algemene gedragskenmerken (hallmarks) van kankercellen te benoemen en uit te leggen
hoe kankercellen zich daarmee onderscheiden van normale cellen
- Te beargumenteren dat kanker een genetische ziekte is en twee vormen van genetische instabiliteit
te beschrijven
- Bewijzen voor en tegen monoclonaliteit van tumoren te beschrijven
- Te beschrijven op welke manier het energie metabolisme van een tumor cel verschilt van dat van
een normale cel
- De rol van omgevingsfactoren als roken, alcohol, dieet en blootstelling aan straling, in
carcinogenese te beargumenteren
- De begrippen carcinogenen en mutagenen uit te leggen en aan te geven hoe, aan de hand van de
Ames test, beoordeeld kan worden of een stof carcinogeen is
Week 2
Onderwerpen Oncogenen
Lesmateriaal Weinberg, hoofdstuk 4
Lesdoelen Aan het eind van deze week ben je in staat om:
- De rol van virussen als RSV en virale oncogenen in het ontstaan van tumoren beschrijven en een
aantal voorbeelden van oncogene virussen kunnen benoemen inclusief bijbehorende tumortypen
- Het begrip oncogen te verklaren en hier voorbeelden te geven
- De rol van gen amplificatie in oncogenese te beschrijven inclusief voorbeelden (Her2/Neu, Ras)
- De rol van de processen: gen amplificatie, translocaties, structuurveranderingen en fusie-eiwitten
in oncogen conversie te beschrijven
- De benaming van mutaties in oncogenen te geven en uit te leggen of deze mutaties recessief of
dominant zijn
- De kenmerken van de oncogenen Ras, Her2/Neu, Cycline D en Bcl-2 beschrijven inclusief hun rol in
oncogenese
Week 3
Onderwerpen Kwaliteitsborging en foutenbronnen
Lesmateriaal Weinberg, hoofdstuk 5 paragraenf 5.1-5.6 + 5.10-5.11
Lesdoelen Aan het eind van deze week ben je in staat om:
- De 4 manieren van cel-communicatie te beschrijven en ook het belang hiervan weer te geven
- De rol van groeifactoren in het in standhouden van weefselstructuur te beschrijven
- Aan te geven wat een kinase is en hoe deze functioneren in signaaltransductie en daarbij
voorbeelden te geven (Src, PkB/Akt)
- Van een aantal groeifactoren (PDGF, EGF, VEGF, bFGF) aan te geven wat de functie is en via welke
tyrosine kinase receptoren deze groeifactoren bijdragen aan signaaltransductie
- Beschrijven op welke manier receptor activatie gedereguleerd kan worden en wat hiervan de
gevolgen zijn voor celsignalering
- Beschrijven op welke manieren groeifactoren Oncogenen kunnen zijn/worden en een aantal
voorbeelden van dergelijke groeifactoren (PDGF, EGF, bFGF, VEGF, IL-8) te benoemen
- Uit te leggen wat G-eiwitten zijn, hoe ze werken, hiervan een aantal voorbeelden te kunnen
noemen (Ras) en de rol van deze G-eiwitten in kanker te beschrijven.
, - Uit te leggen wat auto-fosforylatie is en voorbeelden te geven van receptoren die via deze manier
signaleren (PI3K/Akt, Wnt, Notch).
Week 4
Onderwerpen Tumor suppressor genen
Lesmateriaal Weinberg, hoofdstuk 7 paragrafen 7.1 t/m 7.7, 7.9, 7.11 en 7.13
Lesdoelen Aan het eind van deze week ben je in staat om:
- Het begrip tumor-suppressor gen te beschrijven en hier voorbeelden van te geven
- De benaming van mutaties in tumor-suppressor genen te geven en uit te leggen of deze mutaties
recessief of dominant zijn
- Het verschil tussen erfelijke en sporadische tumoren uit te leggen
- Knudson’s two hit model uit te kunnen leggen in relatie tot het “gedrag” van tumor suppressor
genen
- Vijf manieren kunnen beschrijven die kunnen leiden tot Loss of heterozygosity van tumor
suppressor genen als Rb
- De kenmerken van de tumor suppressor genen Rb, P53, APC en p16 kunnen beschrijven, inclusief
hun rol in oncogenese
- Het ontstaan en de ontwikkeling van dikkedarmkanker te beschrijven en de rol van de APC-Wnt-
signalering in dit proces
- De verschillende stappen in PI3K-signalering te beschrijven en de rol en activatie van de
verschillende componenten uit te leggen
Week 5
Onderwerpen celcyclus, apoptose (evasie), cel immortalisatie en telomerase
Lesmateriaal Alberts, hoofdstuk 18
Weinberg, hoofdstuk 9, paragrafen 9.2, 9.5, 9.9, 9.10, 9.13-9.15 en Weinberg, hoofdstuk 10 paragrafen
10.1. 10.2, 10.4, 10.6 en 10.7
Lesdoelen Aan het eind van deze week ben je in staat om:
- De vier fases in de celcyclus te benoemen en de belangrijkste checkpoints kunnen beschrijven
- De functie en de regulatie van cyclin en cyclin-dependent protein kinases (CDK’s) uit te leggen
- De werking van het G1-checkpoint uit te leggen aan de hand van de termen DNA-schade, p53, p21
en regulatie cyclin-CDK-complexen
- Het begrip apoptose te beschrijven en de verschillende stappen die hierbij betrokken zijn uit te
leggen
- Het belang van p53 in het voorkomen van kanker te beschrijven inclusief voorbeelden (growth
arrest, DNA repair em apoptose inductie
- Factoren te benoemen die leiden tot p53 stabilisatie
- De intrinsieke en extrinsieke route van apoptose te beschrijven inclusief de pro- en anti apoptose
eiwitten die hierbij een rol spelen
- Uit te leggen waarom cellen “immortaal” moeten worden om tot een tumor uit te kunnen groeien
en de processen (replicatieve) senescentie, crisis, cellijn, cel autonomie, telomeren en telomerase
hierbij kunnen uitleggen
- De rol van telomerase in cel immortaliteit te beschrijven
Week 6
Onderwerpen Invasie en metastase
Lesmateriaal Weinberg, hoofdstuk H14 paragrafen 14-1 t/m 14.4, 14.9, 14.11, 14.12, 14.15 en 14.16.
Lesdoelen Aan het eind van deze week ben je in staat om:
- Het belang van het proces metastase te beschrijven in de carcinogenese en de gevolgen voor
prognose van de patiënt
- De stappen in het invasie-metastase proces uit te leggen
- Het belang van stromale cellen in het invasie-metastase proces te beschrijven inclusief een aantal
voorbeelden benoemen van dergelijke cellen
- Het proces EMT te beschrijven inclusief het belang in de invasie-metastase cascade
- Te beschrijven op welke manieren micrometastasen zijn aan te tonen in lymfeklieren en andere
weefsels
Week 7 en verder
,Onderwerpen Angiogenese
Lesmateriaal Weinberg, hoofdstuk H13 paragrafen 13.1, 13.2, 13.6 t/m 13.11.
Lesdoelen Aan het eind van deze week ben je in staat om:
- Het belang van stromale cellen en heterotypische signalen in tumoren te beschrijven in relatie tot
processen als invasie en angiogenese
- Het belang van angiogenese in tumor groei en invasie te beschrijven
- De regulatie van VEGF onder invloed van hypoxie te beschrijven
- Het proces van angiogenese te beschrijven aan de hand van een aantal pro (VEGF, bFGF, IL-8,
PDGF) en anti-angiogenese factoren (thrombospondine-1, endostatine, angiostatine)
, Wat is kanker?
Kanker ontstaat uit normale cellen en kan in alle organen voorkomen. Het is een genetische ziekten,
dit betekent dat het ontstaat uit een stapeling van genetische mutaties, hierbij spelen
omgevingsfactoren een belangrijke rol. Tumoren ontstaan uit normale weefsels, alle cellen afkomstig
uit cellijnen zijn terug te traceren tot de bevruchte eicel. Tumoren kunnen zich verspreiden door het
lichaam: metastasen.
Kenmerken van kanker
- Metastasen zijn terug te traceren tot weefsel/orgaan van
ontstaan van de primaire tumor.
- Classificatie van tumoren is gebaseerd op het weefsel van
origine of weefsel organisatie.
- Tumoren zijn histopathologisch te verdelen in:
Goedaardig (benign): meestal niet schadelijk, maar wel als
ze drukken op vitale organen of hormonen produceren (bv,
groeihormoon en Acromegalie).
Kwaadaardig (malignant): invasief en vormen metastasen.
Het verschil tussen een tumor en kanker is dat een tumor
goedaardig is en geen metastasen vormt. Bij kanker is er
kwaadaardige wildgroei die wel metastasen vormt.
De meeste tumoren ontstaan uit epitheelweefsels: carcinomen. Epitheelweefsel is afkomstig van alle
drie de embryonale cellagen (ecto-, endo- en mesoderm). Dit komt voor in het maag- darmkanaal, de
huid, borst, lever, pancreas, long, prostaat etc.
Er is sprake van een solide tumor wanneer de tumor zich in een orgaan bevindt, het betekent vast,
hecht en stevig. Een niet-solide tumor ontstaat in weefsels of cellen die op verschillende plaatsen in
het lichaam zitten. Dus vloeibaar of los.
Naamgeving van tumoren
De naamgeving wordt gebaseerd op de histologie; het weefsel van origine en de mate van
differentiatie.
Carcinoom Epitheelcellen
Sarcoom Bindweefsel
Mixed cancer Epitheel en bindweefsel
Lymfoom Lymfoide weefsel
Leukemie Witte bloedcellen
Melanoom Melanocyten
Squomous (Plaveiselcel) carcinoom uit beschermende epitheellagen bv de huid
Adenocarcinoom epitheelcellen uit ‘klierweefsel’
De progressie van tumoren
De progressie van tumoren verloopt in een aantal stappen:
1. Hyperplasie: verhoogd aantal celdelingen, maar normale morfologie
2. Metaplasie: verandering van type epitheelweefsel, bv squamous naar endocrien epitheel in
Barret’s oesophagus
3. Dysplasie: abnormale cellen, bv. variatie in grootte, vergrote kern, veel mitosen
(deldelingen).
4. Neoplasie: Cellen doorbreken de basaalmembraan, komen in stroma en vormen metastasen.