Van het boek Rekenen-Wiskunde in de praktijk deel Kerninzichten bevat de samenvatting hoofdstuk 1 t/m 4 en van het deel Bovenbouw bevat de samenvatting hoofdstuk 3, 5, 6 en 13.
Hoofdstuk 1: Tellen en getallen.
Kerninzicht synchroon tellen: één voor één een voorwerp aanwijzen en tegelijkertijd één
telwoord noemen. Hierbij is belangrijk dat:
o Je alle voorwerpen telt.
o Als je voorwerpen ordent je ze beter kunt tellen.
o Je geen voorwerpen overslaat of dubbel telt.
o Je de telwoorden in de goede volgorde opnoemt (ordinale of ordeningsfunctie).
Kerninzicht resultatief tellen: het laatste getal bij tellen van een aantal objecten geeft de
hoeveelheid aan (kardinale of hoeveelheidsfunctie).
Kerninzicht representeren: hoeveelheden kun je representeren met behulp van
materialen, schema’s en cijfersymbolen. Je herkent dit bij leerlingen als ze bij een
uitgesproken getal:
o Een juiste hoeveelheid vingers kunnen opsteken.
o Een juiste hoeveelheid voorwerpen kunnen neerleggen.
o Het juiste dobbelsteenpatroon/stippenpatroon kunnen aanwijzen.
o Het juiste cijfersymbool kunnen aanwijzen.
Functies van getallen:
o Hoeveelheidsgetal: het gaat om de hoeveelheid/kardinale functie.
o Telgetal: het gaat om de volgorde/ordinale functie.
o Meetgetal: getal met een maat erachter.
o Naamgetal: geeft als ware een naam aan (bijvoorbeeld bus 15).
o Rekengetal: getal om mee te rekenen (zoals in 5+3=8).
Akoestisch tellen: ritmisch opnoemen van de telrij zonder besef van wat de telwoorden
betekenen.
Getalbeeld: mentale voorstelling van het getal. Bijvoorbeeld bij het getal 5 kun je het
dobbelsteenpatroon, hand met vingers of 5 rode kralen op een rij in je hoofd hebben.
Verkort tellen: niet elk voorwerp wordt één voor één geteld. Bijvoorbeeld kinderen in de
rij tel je al 2, 4, 6, 8 enz. en bij twee dobbelstenen (2 en 5) tel je 5, 6, 7.
Hoofdstuk 2: tientallig stelsel.
Kerninzicht tientallige bundeling: het is efficiënt om aantallen te bundelen in bundels van
tien, honderd, duizend, enz.
Kerninzicht plaatswaarde: de waarde van een cijfer in een getal hangt af van de plaats
waar het cijfer staat (duizendtallen, honderdtallen, tientallen, eenheden maar ook
tienden, honderdsten en duizendsten).
Decimaal positioneel getalsysteem: het systeem dat bepaald dat bij 152 de 1 honderd, de
5 vijftig en de 2 twee eenheden aangeeft.
Bij het Romeinse getalsysteem bepaald de positie niet de waarde (denk aan IX).
Rekenen op schematisch niveau: som tekenen, bijvoorbeeld briefjes/muntjes geld.
Splitsen: bij aftrekken en optellen over een tiental is het belangrijk dat je kijkt naar de
opbouw van het eerste getal om het tweede getal handig te kunnen splitsen.
, Nulregel: bij vermenigvuldigen van een getal met tien komt er een nul achter.
Hoofdstuk 3: bewerkingen
Kerninzicht optellen: hoeveelheden worden samengevoegd of er worden sprongen
vooruit gedaan.
Kerninzicht aftrekken: situaties waarbij het gaat om verschil bepalen, eraf halen of
aanvullen van aantallen.
Kerninzicht inverse optellen/aftrekken: de bewerkingen optellen en aftrekken zijn elkaars
inverse.
Kerninzicht vermenigvuldigen: in situaties waarbij er sprake is van herhaald optellen van
dezelfde hoeveelheid, het maken van gelijke sprongen of van een rechthoekstructuur.
Kerninzicht delen: in situaties waarbij er sprake is van herhaald aftrekken van dezelfde
hoeveelheid of het één voor één verdelen van een hoeveelheid.
Kerninzicht inverse vermenigvuldigen/delen: de bewerkingen vermenigvuldigen en delen
zijn elkaars inverse.
Mathematiseren: vertalen van een bepaalde situatie naar een formele optelsom
bijvoorbeeld 5 blokjes en 4 blokjes 5+4=9
Rijgen: het eerste getal wordt heel gelaten, van het tweede getal worden de tientallen
en eenheden er gesplitst bij opgeteld/afgehaald.
Splitsen: eerst worden de tientallen opgeteld/afgetrokken daarna de eenheden.
Handig of gevarieerd rekenen: som ombouwen tot een som die gemakkelijker opgelost
kan worden.
Aftrekken:
o Verschil bepalen: hoeveelheid tussen twee getallen bepalen.
o Wegnemen, eraf halen: van een bepaalde hoeveelheid wordt een deel weggenomen.
o Aanvullen: doortellen van kleinste getal naar grootst getal.
Vermenigvuldigen:
o Groepsstructuur: een vermenigvuldiging zien als een aantal groepjes van een
bepaalde hoeveelheid.
o Rechthoekstructuur: een vermenigvuldiging zien als een aantal rijen en kolommen.
o Lijnstructuur: een vermenigvuldiging oplossen door herhaald optellen op de
getallenlijn.
o Factor x factor = product.
Memoriseren: onthouden van de tafelsommen.
Ankerpunt: een som die een kind al weet en gebruikt om andere sommen uit te rekenen.
Vermenigvuldigstrategieën: nulregel, verdubbelen, halveren, omkeren, één keer minder,
één keer meer, verdelen (12x4=10x4+2x4).
Delen:
o Herhaald aftrekken/opdelen: bijvoorbeeld hoeveel lunchpakketjes van 3 broodjes
kun je maken van 12 broodjes?
o Verdelen: bijvoorbeeld 12 dropjes verdelen over 3 kinderen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Kimk1988. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.