POLITICOLOGIE
WEEK 1 - H1.1 t/m 1.5
Waarom politicologie?
- Politiek gaat over alles wat met het besturen van een samenleving te maken heeft
- Bestuurskundigen komen altijd met politiek in aanraking omdat ze werken in politieke
omgevingen
- Voor een bestuurskundige is het dus noodzakelijk om kennis en inzicht te hebben in politieke
processen
Doel politicologie
- Beter leren kijken naar de politiek en het functioneren daarvan in de praktijk
Politiek: verschillende definities
Politiek gaat over…
- Een situatie waarbij de overheid betrokken is of zou moeten zijn (Van Deth en Vis)
- Deze definitie is op te splitsen in twee delen:
- Ten eerste is politiek een situatie waarbij de overheid betrokken is
- Ten tweede heeft politiek te maken met situaties waarbij de overheid niet betrokken
is, maar wel zou moeten zijn. (Bij sommige problemen is de staat nog niet betrokken)
- De gezaghebbende toedeling van waarden voor een samenleving (Easton)
- Mensen streven naar twee soorten waarden:
- 1. Materiële waarden
- 2. Immateriële waarden
- De vraag ‘wie krijgt wat, wanneer en hoe?’ (Lasswell)
- Het overheidsbeleid, alsmede de totstandkoming en effecten ervan (Hoogerwerf)
- Elke mengeling van conflicten en samenwerkingen (Laver)
- Het vormen en verdelen van macht (Lasswel & Kaplan)
- Het oplossen van collectieve actieproblemen (Taylor)
- De definitie die je geeft, kleurt hetgeen je ziet
Politiek wordt omschreven met begrippen die zelf omstreden zijn
- Macht
- Democratie
- Vrijheid
- Rechtvaardigheid
- Gelijkheid
- Autonomie
- Legitimiteit
- Politiek
Wat is een democratie? 8 kenmerken (Prodemos):
1. Er is een volksvertegenwoordiging (parlement EK en TK)
- Een democratie heeft een volksvertegenwoordiging, die rechtstreeks door de bevolking wordt
gekozen. In een democratie heeft de kiezer dus invloed op de samenstelling van de regering.
2. Er zijn vrije, eerlijke en geheime verkiezingen
- Verkiezingen moeten aan een aantal eisen voldoen om ze democratisch te kunnen noemen.
Zo moeten de verkiezingen vrij zijn: iedere burger met stemrecht moet vrij zijn keuze kunnen
bepalen.
- Verkiezingen moeten ook geheim zijn. Als dat namelijk niet zo is, dan zou een kiezer op zijn
stemgedrag kunnen worden aangesproken en dat zou zijn keuze kunnen beïnvloeden.
, - Verder is het noodzakelijk dat verkiezingen eerlijk verlopen: er mag niet worden geknoeid
met de uitslag van de verkiezingen, want dan vormt het parlement geen getrouwe weergave
van de wil van de kiezers.
- En ten slotte moeten verkiezingen volgens een bepaalde regelmaat plaatsvinden, zodat
kiezers hun mening over het werk van het parlement en de regering kunnen geven.
3. Er is sprake van machtenscheiding (wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht)
- Globaal gesproken bestaat de wetgevende macht uit het parlement, de uitvoerende macht
uit de regering en de rechterlijke macht uit degenen die toezien op de naleving van wetten in
een land.
- Maar de grenzen tussen wetgevende en uitvoerende macht zijn dikwijls vloeiend: een
regering bereidt wetgeving meestal voor, waarover het parlement vervolgens moet beslissen.
4. Er wordt gestreefd naar politieke gelijkheid voor iedereen (art. 1 Gw)
- In een democratie kan de ene mens niet als meerderwaardig of minderwaardig aan de ander
worden beschouwd. Alle burgers moeten dezelfde rechten en plichten hebben. Ze moeten
gelijkelijk door de overheid worden behandeld.
5. Er is een grondwet
6. De vrijheid van burgers wordt beschermd (rechtsstaat)
7. Er is een maatschappelijk middenveld (politieke partijen, belangenorganisaties)
- Het volk kiest zijn vertegenwoordigers, maar daarmee is het in een democratie niet gedaan.
Het kloppend hart van een democratie is de civil society, het maatschappelijk middenveld van
duizenden organisaties die los van de overheid functioneren. Deze zogenoemde non-
gouvernementele organisaties (ngo’s) vormen zowel een link als een buffer tussen het volk en
de overheid. Aan de ene kant zorgen zij voor belangenbehartiging, aan de andere kant
beschermen zij de vrijheid van burgers tegen concentratie van macht in de handen van de
regering
8. Er zijn vrije media (media zijn vrij om te publiceren over het handelen van de politiek en
andere relevante zaken)
Verkiezingen in Nederland
- Tweede Kamerverkiezingen
- Provinciale Statenverkiezingen, op basis van evenredige vertegenwoordiging.
- Gemeenteraadsverkiezingen, leden rechtstreeks gekozen
Politiek: verschillende benaderingen
Domeinbenadering:
- Niet alles is politiek, maar slechts datgene dat behoort tot het afzonderlijk politiek terrein
staat, overheid, openbaar bestuur, publiek domein
- Politiek is een situatie waarbij de overheid betrokken is of zou moeten zijn
- Ziet politiek slechts in bepaalde afgebakende sfeer van menselijke verhoudingen
Aspectbenadering:
- Politiek is overal waar mensen met elkaar interacteren. Niet alleen in de sfeer van de staat en
openbaar bestuur maar ook in sport, onderwijs en bedrijven
- Overal waar een patroon bestaat van macht en gezag is er sprake van politiek
- Politiek gaat over conflicten, macht, de verdeling van schaarse middelen, samenwerking en
collectieve besluitvorming
- Politiek is een aspect van menselijke handelen en menselijke verhoudingen dat vrijwel overal
kan worden aangetroffen
Collectieve actieproblemen
,Politiek gaat over het oplossen van collectieve actieproblemen (Taylor)
- Het probleem waarbij op eigenbelang gerichte keuzes van individuen leiden tot een collectief
resultaat dat in strijd is met het eigenbelang.
Collectieve actieproblemen doen zich voor bij publieke goederen (wegen, dijken, straatverlichting).
Deze zijn:
- Ondeelbaar: hoeveelheid neemt niet af na
consumptie
- Niet-uitsluitbaar: niemand kan bijvoorbeeld worden
uitgesloten van dijken
- Leidt tot probleem van ‘free riders’ (profiteurs)
- Er zijn drie manieren om collectieve-
actieproblemen op te lossen:
1. Overheidsingrijpen
- Preek (moraal)
- Beloning (subsidie, etc)
- Straf (boete, etc)
2. De verleiding om te ‘free-riden’ verkleinen
3. Moraal, normen, waarden en tradities
- Burgers kunnen om morele redenen
vrijwillig samenwerken, of omdat bepaalde
tradities dat voorschrijven.
- Dit is een sociologische benadering van collectieve-actieproblemen.
The Tragedy of the Commons
Het gaat bij de 'tragedy of the commons' om het gemeenschappelijke gebruik van een goed of
een dienst waar vrij en ongelimiteerd toegang tot is. De tragedie ontstaat als er geen regels zijn
en dit goed door iedereen ongelimiteerd gebruikt wordt, waardoor het uitgeput zal raken.
Neem bijvoorbeeld een vijver met vissen in gedachten. Wanneer iedereen in een gemeenschap
zoveel mogelijk vis uit de gemeenschappelijke vijver probeert te halen zal de vispopulatie steeds
harder gaan slinken en is er op termijn niet meer genoeg vis voor iedereen: er ontstaat
overbevissing. Maar als iedereen zich bij diezelfde vijver een beetje inhoudt en slechts uit de
vijver haalt wat hij of zij nu nodig heeft, dan blijft de vispopulatie stabiel en is er ook op de lange
termijn iedere dag weer voldoende vis voor iedereen. Het komt er dus op neer dat wanneer de
leden van een gemeenschap allemaal voor zichzelf optimaliseren op de korte termijn, dit op de
lange termijn niet leidt tot de optimale uitkomst voor de gemeenschap als geheel.
Free rider problem
Mensen zijn het liefst profiteurs, ook wel free-riders genoemd. Er is sprake van een collectieve-
actieprobleem, omdat iedereen zijn eigenbelang tekortdoet. Als iedereen profiteert, betaalt niemand
voor de dijken.
- Mensen die een publiek goed consumeren zonder eraan bij te dragen
Dilemma’s van de politiek
De politiek worstelt steeds met dezelfde zeven dilemma’s rondom fundamentele waarden bij het
maken van beleid, namelijk:
1. Publiek versus privaat: moet de staat ingrijpen? Wat zijn de publieke taken en wat zijn
private taken?
2. Democratie versus leiding: macht bij de burger of bij de staat?
3. Vrijheid versus gelijkheid: hoe moeten de middelen verdeeld worden? Hoeveel gelijkheid
moet er zijn in de samenleving?
, 4. Eenheid versus verscheidenheid: individuele vrijheid voorop of is de eenheid van de
samenleving belangrijker? (Bijvoorbeeld als het gaat om tradities, normen en waarden)?
5. Idealisme versus realisme: moet de politiek streven naar het goede en staan idealen voorop?
Of moet de politiek streven naar het meest haalbare?
6. Doelmatigheid versus aanvaardbaarheid: moet het beleid vooral doelmatig en rationeel zijn
of is draagvlak voor beleid het belangrijkste?
7. Orde versus verandering: huidige maatschappelijke orde behouden of aanpassen?
Politiek is een omstreden begrip (niet eenduidig)
Politiek heeft onder meer betrekking op:
1. De overheid
2. Conflicten en samenwerking
3. De verdeling van geld
4. De verdeling van macht
5. De toedeling van waarden
6. Collectieve actieproblemen
Woerdman: Politiek gaat over ‘een situatie waarbij de overheid betrokken is of zou moeten zijn’
Politiek probleem = ‘een als ongewenst en veranderbaar beschouwde situatie, waarbij de overheid
betrokken is of zou moeten zijn’ (Van Deth & Vis).
- Deze definitie past bij de domeinbenadering: politiek heeft enkel betrekking op een
afgebakende sfeer van organisaties en actoren. Dat is het politiek terrein → overheid,
openbaar bestuur, publieke domein.
- Geen overeenstemming wat een politiek probleem is, wat de grenzen van het publieke
domein zijn. Deze onenigheid heeft drie oorzaken:
- Mensen hanteren verschillende normen om de werkelijkheid te beoordelen
- Mensen ervaren de objectieve werkelijkheid verschillend; hun oordeel is subjectief
- Mensen zijn het er niet eens over eens welke problemen op de politieke agenda
geplaats moeten worden
- Lokaal bijvoorbeeld het aanleggen van speel- en hangplekken. Nationaal bijvoorbeeld
bestrijden van jeugdwerkloosheid. Internationaal bijv. opvang voor vluchtelingen
Verschil tussen politieke stromingen
- Politieke stromingen verschillen van mening over de vraag: wat behoort tot het politieke en
wat niet?
Rol politiek volgens stromingen
Liberalen (VVD, D66)
- Kleine rol voor de staat en de politiek, vooral over de economie
- Orde, veiligheid en individuele rechten politieke thema’s
Socialisten (PvdA, SP)
- Politiek belangrijke rol in gelijke verdeling welvaart. In tegenstelling tot liberalen
- Armoedebestrijding, minimumloon politieke thema’s
Confessionelen (CDA, CU, SGP)
- Politiek moet normen, waarden en christelijke tradities beschermen. Tegenstrijdig met
liberalen en socialisten
Ecologisten (GL, PvdD)
- Politiek moet ook de natuur beschermen. Conservatieve partijen (PVV, FvD) tegen deze rol
overheid.
- Klimaat en milieu belangrijke thema’s
WEEK 2 - H5 & 6.7+6.8