Geschiedenis van het opvoedingsadvies
Het hoort nou eenmaal bij opvoeden dat problemen niet makkelijk op te lossen zijn. Men
kan hier vaak wel goede raad bij gebruiken. Dit zal vroeger niet veel anders zijn geweest.
Wel is het zo dat moderne ouders minder goed voorbereid zijn op het opvoeden dan de
ouders van vroeger. Vroeger zorgde jonge kinderen al voor hun broertjes en zusjes
waardoor ze al ervaring op deden. Daarnaast bleven de jonge ouders vaak bij hun eigen
ouders wonen waardoor hulp altijd in het huis was. Vroeger voedde ouders hun kinderen op
in overeenstemming met de morele, religieuze en culturele voorschriften van hun
samenleving raadplegen hierbij zelden een arts of psycholoog.
In het Westen is deze situatie de laatste honderden jaren heel langzaam verandert.
Eeuwenlang waren er maar een paar schriftelijke bronnen zoals de bijbel en klassieke
boeken. Toen mensen beter konden lezen en de boekdrukkunst uitgevonden werd, nam het
aantal boeken over de verzorging en opvoeding van kinderen toe. Ouders konen op elk
moment kiezen uit verschillende beschikbare boeken met hun eigen sfeer en inhoud. Religie
was voor velen bepalend voor de selectie.
Ondanks er veel diversiteit was in boek werden er wel een aantal trends onderscheiden.
Deze waren vaak gerelateerd aan bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen. Zo is het nu
bijvoorbeeld niet meer in de mode om je kind te slaan. Sommige fenomenen zijn definitief
verdwenen terwijl andere weer in opkomst zijn. Het bakeren van zuigelingen is hiervan een
mooi voorbeeld.
De moderne ouder heeft een keuze uit tientallen adviesboeken, adviestijdschriften,
televisieprogramma’s en websites. Dit maakt het opvoeden niet heel veel makkelijker. Want
hoe moet je nou een goede keuze maken als je zoveel adviezen leest?!
Methoden van onderzoek
Je zou denken dat wetenschappelijk onderzoek antwoord biedt op bijna alle
opvoedingsvragen. Maar is het zo makkelijk om onderzoek te doen naar opvoeding?
Wetenschappelijk gaat namelijk met vallen en opstaan en oude inzichten worden regelmatig
door nieuwe inzichten ingehaald. Onderzoek doen op pedagogische terrein is helemaal niet
zo makkelijk. De meeste onderzoeken hebben een RCT design (randomized clinical trial).
Een groep steekproef wordt dat op willekeurige wijze in tweeën verdeelt. Beide groepen
verkeren in een gelijke uitgangspositie. Vaak krijgt de ene groep een bepaalde behandeling
en de andere groep krijgt of een placebo of geen behandeling. Als de groep met de
behandeling beter presteren kan je dit effect toeschrijven aan de behandeling. Je spreekt
van een dubbelblind onderzoek als zowel de onderzoekers als de participant niet weet in
welke groep de participant zich bevindt. Naast een RCT heb je nog een meta-analyse. In een
meta-analyse worden onderzoeken samengenomen. Als het ware worden de resultaten van
alle voorgaande onderzoeken bij elkaar opgeteld. Aan de hand hiervan kan bepaald worden
,of een behandeling effectief is. Deze RCT en meta-analyse leidt idealiter tot behandelwijzen
die evident werkzaam zijn.
Nu zijn deze evidence-based aanpakken in de alledaagse opvoeding veel lastiger toe te
passen om de volgende redenen:
Het is niet gemakkelijk om een nepbehandeling te verzinnen
Ouders kunnen niet niet opvoeden. Vaak zal het er dus op neer komen dat men twee
verschillende behandelingen vergelijkt en niet een behandeling met geen
behandeling.
Ouders staan meestal niet neutraal tegenover een behandeling. zij voelen zich op
voorhand meer aangetrokken tot een bepaalde aanpak
Ouder zijn eerder geneigd om bij tegenslagen een bepaalde aanpak te onderbreken
of zelfs te staken. Zij zijn niet consequent
Het is niet geheel betrouwbaar. Ouders rapporteren vaak maar zijn vergeten ook
veel of hebben verschillende opvattingen
Een RCT kan niet blind of dubbelblind uitgevoerd worden
Onderzoekers zijn het vaak oneens over de succescriteria. Want wanneer spreek je
van een succes? Is het een succes als het een probleem verminderd of moet het
probleem verdwenen zijn?
Er zijn ook nog wel andere manieren om objectief onderzoek te doen zoals epidemiologisch
onderzoek. Men is alleen heel erg voorzichtig bij het leggen van verbanden bij dit soort
onderzoeken. Het voorgaande wil niet zeggen dat onderzoek op het gebied van de
alledaagse opvoeding onmogelijk is.
Stromingen
Het doen van wetenschappelijk onderzoek naar opvoedingen is erg lastig waardoor het
meeste opvoedingsadvies gebaseerd is op ongefundeerde meningen en overtuigingen. Zo
waren een lange tijd de adviezen gebaseerd op het behaviorisme en de psychoanalyse.
De grondlegger van het behaviorisme is John Watson. Hij heeft zich laten inspireren op Ivan
Pavlov. Pavlov had laten zien dat dieren gemakkelijk de associatie leggen tussen twee
dingen of handelingen onder voorwaarde dat ze regelmatig voorkomen. Watson meende
dat dit leerproces ook bij mensen een voorname rol speelde en dat allerlei gewoonten en
gedragingen op deze wijze in de vroege jeugd aangeleerd zijn. Watson meende dat mensen
ook op een andere manier leerde namelijk door beloningen. Wanneer de handeling van een
kind gevolgd wordt door iets dat het kind prettig vindt, zal het kind deze handeling gaan
herhalen.
In zijn in 1928 verschenen opvoedingsadviesboek poneerde Watson het enorme belang van
vroege jeugdervaringen en de onomkeerbare gevolgen ervan. Ook bereed hij zijn
stokpaardje van de schadelijkheid van moederliefde. Het liefst zag Watson de sentimentele
moeder vervangen worden door een reeks van tijdelijke verzorgsters die geen tijd kregen
voor het kind genegenheid op te vatten. Kinderen moesten zo min mogelijk geknuffeld
worden en zoveel mogelijk als volwassene behandeld te worden. Zo zou het schadelijke
verwennen van jonge kinderen voorkomen worden.
, Het is moeilijk op invloed van Watsons boek op de opvoeding te beoordelen. Zeker is dat hij
een grote invloed had op andere experts. In de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw legden de
opvoedingsdeskundigen een sterke nadruk op vroege leerervaringen en het belang van
absolute regelmaat. Regelmaat was de moeder van de gewoonte. Het kind moest discipline
worden bijgebracht en opgroeien tot een ordelijk en ordentelijk mens.
De grondlegger van de psychoanalyse was Freud. Hij zag overal in de kinderlijke
ontwikkeling voorstadia van de volwassen seksualiteit. In het eerste ontwikkelingsstadium
verloopt lustbeleving volgens Freud via de mond. Dit stadium werd de orale fase genoemd.
Het volgende stadium was de anale fase. Het kind beleeft hierin plezier aan het ledigen van
de ingewanden, aan het spelen met de ontlasting en aan knoeien in het algemeen. Het
derde stadium is de fallische fase. Het kind gaat zijn eigen geslachtsdeel ontdekken en ook
zien kinderen dat kinderen van het andere geslacht anders gebouwd zijn. Het jongentje
ontwikkelt nu een sterke voorkeur voor zijn moeder en zou haar het liefst exclusief willen
bezitten. Voor meisjes geldt dit bij de vader. Volgens Freud waren deze gevoelens het begin
van de ontwikkeling van de geslachtelijke identiteit.
Net zoals bij Watson, werd er een zeer grote verantwoordelijkheid op de schouders van de
ouders gelegd: in de vroege kinderjaren wordt immers de kiem gelegd voor latere
karakterdeformaties en psychische stoornissen. Volgens Freud kon je hier niet van genezen.
Veel opvoedingsadviseurs (zoals Benjamin Spock, wordt later besproken) hebben zich laten
leiden door de ideeën van Freud.
Conclusie
Mens zou denken dat opvoedingsadvies wel tientallen of zelfs honderden jaren mee gaat en
niet om de haverklap verandert hoeft te worden. Maar dan gaat men er aan voorbij dat
opvoedingsadviezen van zoveel zaken afhankelijk zijn. Diepgewortelde overtuigingen en
religieuze opvattingen van de ouders spelen een rol, maar ook geld, woonruimte, sanitaire
voorzieningen en de beschikbaarheid van technologische snufjes.
Hoofdstuk 2 – zindelijkheid
De definitie van zindelijkheid is: ‘het gecontroleerd ledigen van de blaas of de darmen op
een daarvoor geschikte plaats en op een geschikt tijdstip’. Toch moet er even stil gestaan
worden bij de definitie. Want wat is de geschikte plaats? Ongetwijfeld wordt hiermee een
potje of een toilet bedoeld. Maar ook conventies en praktische overwegingen spelen bij
deze definitie een rol. Daarnaast kan je afvragen wat bedoeld wordt met ‘gecontroleerd’?
Men moet hierbij denken aan kinderen die de aandrang van de darmen negeren en hun
ontlasting opsparen om tenslotte zulke enorme hoeveelheden verteerd voedsel in de
darmen te hebben dat zij als ware ontploffen en in een keer alles naar buiten werken.
Men zou denken dat zindelijkheid een eenvoudige definitie is maar dat blijkt niet waar te
zijn. In de literatuur worden namelijk tientallen definities voor zindelijkheid gehanteerd. Er
bestaan grote verschillen van mening over de juiste definitie van zindelijkheid evenals over
de manieren waarop deze zindelijkheid bereikt kan worden. eerst zullen wat moderne
manieren besproken hoe deze zindelijkheid bereikt kan worden om vervolgens oudere
adviezen te bespreken.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper charrxxxxx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.