Samenvatting hoorcolleges Ruimtelijke Vraagstukken Europa Tentamen 1
Hoorcollege 1 Introductie en Europese Integratie
Hoorcollege 2 Infrastructuur en steden
Hoorcollege 3 De economie van de EU
Hoorcollege 1; Introductie en Europese Integratie
Je kan op allerlei factoren de EU meten
- BBP/ inwoners
- Percentage werkzame personen, vooral in Noord-Europa hoog omdat vrouwen werken
- Bevolkingsgroei of -krimp
Ruimtelijke verschillen door;
1. Historisch ruimtelijke patronen
Diffusie van innovatie
Ligging aan de zee en rivieren (fysisch milieu)
Concentratie van steden en bevolking
2. Globalisering
Van industrie naar diensten
Verplaatsing van productie
Verschuiving van handelspatronen
3. Midden- en Oost-Europa
Van plan- naar markteconomie
Economische heroriëntatie op West-Europa
Open grenzen (arbeidsmigratie)
4. Nationaal beleid
Politieke keuzes
Sociaaleconomische keuzes
Herverdeling van de welvaart
5. Europese Integratie (EU)
Uitbreiding van de EU (verbreding)
Of meer beleidsterreinen binnen de EU (verdieping)
Het gemeenschappelijke landbouwbeleid (EU) heeft bijvoorbeeld invloed op de ruimte. Ze
stimuleren grote bedrijven d.m.v. subsidies, maar in Oost-Europa juist schaalverkleining.
Deel 1; Europese Integratie
De douane-unie en interne markt hebben de meeste ruimtelijke effecten
1
,Samenvatting hoorcolleges Ruimtelijke Vraagstukken Europa Tentamen 1
- Verdwijnen van grenzen (belasting, non-tariff barriers, controles) zodoende minder
transactiekosten en meer handel binnen de EU.
- Eén markt gecreëerd voor producenten en consumenten (schaalvergroting en fusies)
- De vier vrijheden; goederen, diensten, kapitaal en mensen
Vrij verkeer van goederen
- EU-standaarden voor producten die extreem gedetailleerd zijn wanneer dat noodzakelijk i
- De rest; ‘country of origin’ principe; als het legaal is in een EU-lidstaat waar het wordt
gemaakt, dan moet dit ook in de andere lidstaten legaal zijn
- EU kan bv. de regelgeving voor komkommers niet beïnvloeden, dit doet de branche zelf,
maar ze kunnen wel invloed hebben op vermindering van producten (bv. de gloeilamp)
- Veel misverstand over waar de EU nou wel en niet overgaat
The Brussels Effect; standaarden die we hebben over bv. (voedsel)veiligheid en het milieu
zijn streng. Zodra Europa iets veranderd, is dat mondiaal te merken, aangezien we het
grootste handelsblok zijn.
- Voor bedrijven is het duur en omslachtig om verschillende productielijnen op te zetten
voor verschillende markten, daarom kiezen zij voor de normen van hun grootste klant.
Economische voordelen van de interne markt
- Welvaartstoeneming
- Gemakkelijke handel
Interne markt is nog onvolledig
- Interne markt van goederen is top
- Maar vrij verkeer van diensten is een moeizame vooruitgang (bv. roaming, online
winkelen en banken).
Digital single market strategie
- Stap 1; einde van roaming kosten
- Stap 2; geo-blocking regulation
- Nog een lange weg te gaan voor de vrije markt van diensten
Single European Sky
- Eén grote luchtvaart ruimte
- Ook een moeizaam proces
- Tussenoptie; functional airspace blocks
Deel 2; Milieu- en klimaatbeleid
In zijn algemeenheid is dit al redelijk succesvol, omdat men te maken heeft met een
grensoverschrijdende problematiek. Europa praat op mondiale schaal met één stem, dit
maakt ons sterk. Maar er zijn nog wel veel nationale belangen dominant.
Samenwerking op natuurvlak
- Natura 2000
- Vogel- en habitatrichtlijnen
- Doel om natuurgebieden te beschermen
Klimaatbeleid is voornamelijk heel belangrijk
- Het tegengaan van luchtvervuiling
- 25 jaar geleden zure regen, door beleid is deze situatie verbeterd
- Nu stikstof- en fijnstofprobleem. Het komt vrij bij landbouw, verkeer, etc. en zorgt voor
grote problemen in o.a. Polen. Fijnstof kan de levensverwachting sterk verminderen.
2
,Samenvatting hoorcolleges Ruimtelijke Vraagstukken Europa Tentamen 1
- Emissie normen om het te reguleren
Klimaatverandering tegengaan
- Mitigatie; het voorkomen, aanpakken van de oorzaak. EU doet dit vooral
- Adaptatie; aanpassen, verminderen van de gevolgen.
European Green Deal (Parijse Klimaatakkoord)
- Huidige commissie von der Leyen
- ‘Energietsaar’; Frans Timmermans
- Klimaatwet; doel is 55% reductie van de broeikasgassen in 2030 en klimaatneutraal 2050
- Het is verbonden met meerdere sectoren en moet voor iedereen toegankelijk zijn
Klimaat- en energiebeleid
- Energiemarkt nog grotendeels nationaal
- Door hernieuwbare energie is het een grote noodzaak tot een Europese markt.
Wat is nou duurzaam?
- Aardgas wordt in Duitsland gezien als duurzame optie, aangezien ze daarvoor op de
bruinkool zaten, maar in Nederland willen we van het gas af.
- Verschillende meningen over kernenergie
- Hernieuwbare energie levert nu nog niet genoeg op
- CO2 heffingen zorgt ervoor dat bedrijven naar goedkopere landen verhuizen
- Er zijn grote verschillen tussen landen (bv. Duitsland en Nederland)
Gevolgen Corona-crisis
- Lockdown; heeft in sommige landen een groter effect gehad op de banen dan in andere
- Voorspellingen zijn moeilijk te maken
- Er is een corona recoverypackage next generation EU. Heeft wel bepaalde eisen; er
moet 37% in klimaat en 20% in digitale transitie geïnvesteerd worden.
Deel 3; Regionaal beleid
Onderdeel van de Europese Integratie (EU) en regionale verschillen.
1ste fase regionaal beleid (1989-1993)
- Meeste geld naar de armste regio’s (doelstelling- 1 regio’s)
- Aanleiding; uitbreiding van de EU met zuidelijke landen in de jaren ‘80
- Oost-Duitsland kwam er onverwachts bij in 1990
Regionaal beleid nu (2014-2020)
- Ook de rijke regio’s kunnen geld krijgen (15% van alle fondsen)
- Drie categorieën voor regio’s; rijk, armer, armste
- Naast steun voor cohesie, ook investeringen in o.a. klimaat
Kanttekening bij regionaal beleid
- Meetbaarheid van ruimtelijke verschillen is lastig; belangrijkste indicator is BBP/inwoner
- Wat is het doel? Verschuiving van ‘cohesie’ naar ‘concurrentiekracht’
- Helpt het om ruimtelijke verschillen te verkleinen?
Regionale verschillen meten
3
, Samenvatting hoorcolleges Ruimtelijke Vraagstukken Europa Tentamen 1
- NUTS-score (1, 2 of 3) bevolkingsdichtheid in een gebied. lager schaalniveau geeft
regionale verschillen beter weer. Meeste geld verdeeld o.b.v. NUTS 12
- BWI (brede welvaartsindex); meet alle aspecten van welzijn
- BBP is achterhaald, er is hier discussie over.
Europese rekenkamer is kritisch. Veel geld naar infrastructuur, maar meestal om nationale
infrastructuur te verbeteren. Dus niet het verbeteren van Europese infrastructuurnetwerk.
Kernwoorden beleid tot 2020; untapped potential, smart specialisation en regional
resilence.
Coronahulpfonds wordt gekoppeld aan cohesiebeleid, waarmee het één van de grootste EU-
investeringsfondsen is geworden.
Deel 4; Op weg naar een superstaat?
De nationale bijdrage aan het EU-budget kent netto betalers en netto ontvangers.
Discussie
- De sterke lidstaten blijven de zwakke lidstaten onderhouden op kosten van hun eigen
belastingbetalers (transferunie)
- EU-migrant; kosten zijn vaak veel zichtbaarder dan de baten
- Ook transferunie binnen nationale grenzen.
Conclusie
- Lidstaten hebben veel (gedeelde) bevoegdheden en daardoor invloed op ruimtelijke
ontwikkeling.
- Lidstaten besluiten veel in EU-verband, maar zijn traag in de uitvoering.
- De verklaring van ruimtelijke verschillen is complex, per regio verschillend.
Hoorcollege 2; Infrastructuur en steden
Als sociaal geograaf kijk je d.m.v. modellen naar steden.
In industriesteden die kampen met de sluiting van fabrieken (een structurele ontwikkeling op
macroniveau) kunnen verschillende lokale actoren strategieën bedenken om de stad weer
nieuw leven in te blazen.
- Investeren in de cultuur? Vergelijking tussen de strategie van Bilbao met het
Guggenheim museum en de strategie van Nantes (Les Machines de Líle, ook kunst maar
meer voor kinderen). Dit heeft gezorgd voor aantrekkelijk woon- en werkklimaat en voor
toerisme.
- Investeren in kennis? Oprichting van universiteiten gebeurt vanaf 1962 in het
Ruhrgebied; op weg naar een kenniseconomie met KIBS?
- Investeren in transportnetwerken? Duisburg (met stilgelegde hoogovens, oftewel
industrieel erfgoedtoerisme) als een eindpunt van de Nieuwe Zijde route?
Twee steden die sterk op elkaar lijken qua industrie zijn Charleroi en Luik.
- Ze hebben via hetzelfde pad ontwikkeld en hebben de zelfde historie
- Maar in Luik gaat het een stuk beter
- Mede dankzij de universiteit in Luik, waarvan er geen is in Charleroi (kenniseconomie)
- Verschil in lokale actoren, is er corruptie in Charleroi?
- Place leadership; de burgermeester (of andere actor) zet een stad op een nieuw spoor.
4